ECLI:NL:OGEAA:2022:385
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ouderlijk gezag en omgangsregeling voor minderjarige in Aruba
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 4 oktober 2022 een beschikking gegeven met betrekking tot het ouderlijk gezag en de omgangsregeling van een minderjarige. De verzoekster, de moeder, woont in Duitsland en de verweerder, de vader, woont in Aruba. Beide ouders hebben verzocht om met het eenhoofdig gezag over de minderjarige te worden belast. De Voogdijraad heeft in een rapport van 31 januari 2022 geadviseerd dat, hoewel beide ouders van de minderjarige houden, zij niet in staat zijn om samen beslissingen te nemen die in het belang van het kind zijn. Dit heeft geleid tot de conclusie dat het in het belang van de minderjarige wenselijk is dat de vader alleen het gezag over de minderjarige uitoefent.
De rechter heeft vastgesteld dat de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij de vader zal zijn, aangezien de minderjarige sinds zijn geboorte in Aruba woont en daar goed voor hem gezorgd wordt. De omgangsregeling is ook vastgesteld, waarbij de moeder recht heeft op belmomenten via Whatsapp en twee keer per jaar persoonlijk contact met de minderjarige. Tijdens de zomervakantie van 2022 is afgesproken dat de vader met de minderjarige naar Nederland gaat, terwijl de moeder de vliegtickets betaalt. De proceskosten worden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is gegeven door rechter E.M.D. Angela, ter zitting van 4 oktober 2022.