ECLI:NL:OGEAA:2022:378
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vonnis in kort geding over doorbetaling loon en wedertewerkstelling van een schoolbuschauffeur
In deze zaak heeft [eiser], een schoolbuschauffeur, een kort geding aangespannen tegen zijn werkgever, Stichting Onderwijs der Zevendedags Adventisten (SOZA), vanwege een geschil over zijn ontslag en de doorbetaling van zijn loon. [eiser] was sinds 26 oktober 2021 in dienst bij SOZA, maar heeft op 9 december 2021 voor het laatst gewerkt. Hij betwist dat hij zelf ontslag heeft genomen en stelt dat zijn ontslag niet rechtsgeldig is. SOZA daarentegen beweert dat [eiser] op 8 december 2021 zelf ontslag heeft genomen, maar kan dit niet voldoende onderbouwen.
De rechter heeft vastgesteld dat het spoedeisend belang van [eiser] bij een voorlopige voorziening niet is betwist en dat hij de inkomsten uit arbeid dringend nodig heeft. De rechter oordeelt dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is, omdat SOZA de reden van het ontslag niet gelijktijdig met de opzegging heeft meegedeeld. Dit leidt tot de conclusie dat de bodemrechter het ontslag waarschijnlijk zal vernietigen.
De rechter heeft de vordering van [eiser] tot doorbetaling van loon toegewezen, maar gematigd tot een bedrag van Afl. 3.900,-- netto, wat overeenkomt met drie maanden loon. Daarnaast is SOZA veroordeeld tot betaling van de wettelijke verhoging en de proceskosten van [eiser]. De vordering om [eiser] weer aan het werk te stellen is afgewezen, omdat er geen algemene verplichting bestaat voor een werkgever om een werknemer toe te laten tot het werk. Het vonnis is uitgesproken door mr. J.A. van Voorthuizen op 24 augustus 2022.