ECLI:NL:OGEAA:2022:376

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
24 augustus 2022
Publicatiedatum
7 november 2022
Zaaknummer
AUA202001603
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding wegens ongerechtvaardigde verrijking door elektriciteitsverbruik

In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, vordert Ferm Caribbean Trading N.V. (hierna: Ferm) dat Bodytech Fitnesscenter VBA h.o.d.n. Bodyzone Fitness Club (hierna: Bodyzone) wordt veroordeeld tot betaling van Afl. 125.530,30, vermeerderd met incassokosten en proceskosten. Ferm stelt dat Bodyzone gedurende een periode van 25 maanden elektriciteit heeft afgenomen via de aansluiting van Ferm, zonder daarvoor te betalen. Ferm schat het verbruik van Bodyzone op 311 kWh per dag, wat neerkomt op een totaal van 236.671 kWh over de genoemde periode. Bodyzone betwist deze schatting en voert aan dat zij ook elektriciteit heeft afgenomen via een eigen aansluiting en dat de schatting van Ferm niet representatief is.

Het Gerecht heeft de argumenten van beide partijen overwogen en vastgesteld dat Bodyzone zich ten koste van Ferm heeft verrijkt. Het Gerecht concludeert dat het gemiddeld verbruik van Bodyzone via de aansluiting van Ferm kan worden geschat op 3205 kWh per maand, wat leidt tot een schadevergoeding van Afl. 42.500,-- die Bodyzone aan Ferm moet betalen. Het Gerecht wijst de vordering van Ferm tot buitengerechtelijke incassokosten af, omdat niet is aangetoond dat deze kosten daadwerkelijk zijn gemaakt. Bodyzone wordt ook veroordeeld in de proceskosten van Ferm, die zijn vastgesteld op Afl. 2.500,-- aan salaris voor de gemachtigde.

De uitspraak is gedaan op 24 augustus 2022 door mr. J.A. van Voorthuizen, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Vonnis van 24 augustus 2022
Behorend bij A.R. nr. AUA202001603
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
Ferm Caribbean Trading N.V.,
gevestigd te Aruba,
eiseres,
hierna: Ferm,
gemachtigde: mr. D.G. Kock,
tegen:
de vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Bodytech Fitnesscenter VBA h.o.d.n. Bodyzone Fitness Club,
gevestigd te Aruba,
gedaagde,
hierna: Bodyzone,
gemachtigde: mr. E.R. Zeppenfeldt.

1.DE PROCEDURE

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- verzoekschrift ingekomen op 7 juli 2020,
- conclusie van antwoord,
- conclusie van repliek,
- conclusie van dupliek,
1.2.
Vonnis is nader bepaald op vandaag.

2.HET GESCHIL EN DE BEOORDELING DAARVAN

2.1.
Ferm vordert dat het gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis Bodyzone veroordeelt tot betaling aan Ferm van een bedrag van Afl. 125.530.30 vermeerderd met 15% incassokosten en de proceskosten.
2.2.
Zij legt aan haar vordering ten grondslag dat Bodyzone over een periode van 25 maanden (augustus 2017 tot 10 september 2019) elektriciteit heeft afgenomen via de elektriciteitsaansluiting van Ferm. Zij schat het verbruik van Bodyzone op 311 kWh per dag. Dit komt volgens haar neer op 236.671 kWh over de periode van 25 maanden. De prijs die Elmar in rekening brengt voor een kWh is Afl. 0,5304. De totale kosten voor het verbruik begroot Ferm op Afl. 125.530,30. Dit bedrag is Bodyzone aan haar verschuldigd.
2.3.
Bodyzone voert gemotiveerd verweer.
2.4.
De stellingen van partijen worden voor zover van belang hierna besproken.
2.5.
Ferm en Bodyzone exploiteren beiden een bedrijf in gehuurde bedrijfsruimten aan de Italiëstraat 40 in Aruba. Tussen partijen is niet in geschil dat Bodyzone in de periode van augustus 2017 tot 20 september 2019 elektriciteit heeft ontvangen via een elektriciteitsaansluiting (in de bedrijfsruimte) van Ferm. Partijen geven geen (duidelijke) verklaring hoe die situatie heeft kunnen ontstaan. Evenmin is in geschil dat Ferm een vordering heeft op Bodyzone ter hoogte van de kosten die zij heeft betaald aan Elmar (de leverancier van elektriciteit) voor het verbruik van Bodyzone via de elektriciteitsaansluiting van Ferm. De grondslag van die vordering moet gezocht worden in de ongerechtvaardigde verrijking van Bodyzone ten koste van Ferm. Bodyzone dient de schade van Ferm te vergoeden tot het bedrag van haar verrijking, zijnde de kosten die Elmar aan Ferm in rekening heeft gebracht voor het verbruik van Bodyzone.
2.6.
Het geschil spitst zich toe op de omvang van het verbruik van Bodyzone via de aansluiting van Ferm in de desbetreffende periode (het verbruik van Bodyzone). Ferm gaat uit van een periode van 25 maanden waarin Bodyzone elektriciteit heeft afgenomen via de aansluiting van Ferm. Bodyzone heeft dat niet betwist. Zij gaan er ook beiden vanuit dat het verbruik in die periode zal moeten worden geschat. Een methode om het verbruik in die periode te bepalen, en naar het oordeel van het gerecht de meest betrouwbare methode, is een schatting van het gemiddeld verbruik per dag van de elektrische apparatuur van Bodyzone die was aangesloten op de elektriciteitsaansluiting van Ferm. Partijen hebben daarover geen gegevens aangeleverd. Het verbruik zal daarom, zoals partijen ook doen, moeten worden geschat de hand van de door hen in deze procedure overgelegde verbruiksoverzichten.
2.7.1.
Ferm schat het verbruik van Bodyzone op gemiddeld 311 kWh per dag. Zij komt op dit bedrag door een vergelijking tussen het verbruik volgens de ‘oude meter’ (de meter die het verbruik van Ferm en Bodyzone via de aansluiting van Ferm mat in de periode van 25 maanden) en het verbruik volgens de ‘nieuwe meter’ (de meter die Ferm op 20 september heeft laten installeren en die alleen haar eigen verbruik via haar aansluiting registreert). Het verschil in verbruik over de maanden september (‘oude meter’) en november (‘nieuwe meter) van 331 kWh moet worden toegerekend aan verbruik van Bodyzone, aldus Ferm.
2.7.2.
Bodyzone betwist het door Ferm geschatte verbruik van 311 kWh per dag. Bodyzone heeft onweersproken gesteld dat zij enkel voor een deel van de bedrijfsruimte die bij haar in gebruik is elektriciteit via de aansluiting van Ferm heeft afgenomen in de periode van 25 maanden en dat zij in dezelfde periode voor een groot deel elektriciteit heeft afgenomen via een eigen aansluiting. Die stelling vindt bevestiging in de het door Bodyzone overgelegde historisch overzicht op naam van Bodyzone van elektriciteitsverbruik (Italië straat 40, unit 2). Daaruit blijkt immers dat Bodyzone in de periode van 25 maanden over een eigen aansluiting beschikte en (ook) via die aansluiting elektriciteit heeft afgenomen. Bodyzone heeft verder gesteld dat de schatting van Ferm is gebaseerd op een vergelijking van het elektriciteitsverbruik over een periode van twee maanden en dat zo’n korte periode niet representatief is voor een heel jaar. Ferm betwist dat niet. Bodyzone heeft verder onweersproken gesteld dat haar verbruik (naar het gerecht begrijpt geschat op basis van het door haar overgelegde historisch overzicht van 27 augustus 2017 tot 7 oktober 2020) in de periode van 25 maanden gemiddeld ongeveer 3795 KWh per maand was en in de periode daarna gemiddeld 6744 kWh per maand.
2.7.2.
Het gerecht is van oordeel dat op basis van de door partijen verstrekte gegevens de door Bodyzone gebruikte methode het meest betrouwbaar is. Het gaat immers om een schatting van het verbruik van Bodyzone via de aansluiting van Ferm in de periode van 25 maanden. Het ligt voor de hand om dan de afname van Bodyzone via haar eigen aansluiting in die periode (waarin Bodyzone dus voor eigen gebruik deels ook elektriciteit afnam via de aansluiting van Ferm) te vergelijken met de afname van elektriciteit via haar eigen aansluiting na die periode (waarin Bodyzone de benodigde elektriciteit volledig via haar eigen aansluiting afnam en door haar eigen meter werd geregistreerd). Het verbruik van Bodyzone via de aansluiting van Ferm kan in beginsel gesteld worden op het verschil. Het gerecht zal deze methode als uitgangspunt nemen. Uit die vergelijking blijkt dat het gemiddeld verbruik na die periode (als Bodyzone wordt afgesloten van de elektriciteitsaansluiting van Ferm) belangrijk toeneemt. Volgens de niet bestreden berekening van Bodyzone met gemiddeld 2949 kWh per maand.
2.7.3.
Ferm heeft tegen de door Bodyzone gebruikte methode ingebracht dat zij heeft vernomen dat Bodyzone twee elektriciteitsmeters heeft (en naar het gerecht begrijpt dus twee aansluitingen). Bodyzone heeft dat betwist en Ferm heeft die (blote) stelling niet onderbouwd, zodat het gerecht daaraan voorbij gaat. Ferm heeft verder aangevoerd dat het verbruik in de maanden maart, april en mei 2020 buiten beschouwing moeten blijven, omdat Bodyzone in die periode vanwege Covid-19 maatregelen deels gesloten was en deels beperkt geopend, zodat het elektriciteitsverbruik in die periode veel lager moet zijn geweest. De door Bodyzone gehanteerde referentieperiode is daarom niet representatief, aldus Ferm. Bodyzone heeft op haar beurt daar tegen ingebracht dat de Covid-crisis pas eind maart heeft geleid tot beperkende maatregelen, zodat het elektriciteitsverbruik in de referentieperiode in ieder geval zes maanden niet is beïnvloed door beperkende Covid-maatregelen. Bodyzone erkent dat zij als gevolg van de Covid-maatregelen een periode gesloten is geweest en dat zij daarna een periode beperkt open is geweest. Hoewel Bodyzone stelt dat zij met name in de vroege ochtenduren en de late avonduren (de uren dat het elektriciteitsverbruik als gevolg van de lagere temperatuur gemiddeld lager is) gesloten is geweest, ligt het in de rede dat de tijdelijke sluiting en de beperkte openingstijden van het bedrijf van Bodyzone van invloed zijn geweest op het elektriciteitsverbruik van Bodyzone in die perioden. Uit het door Bodyzone overgelegde historisch overzicht leidt het gerecht af dat met name in de maand april 2020 (meteropname 7 mei 2020) het verbruik sterk is verminderd. Het gerecht zal er daarom rekening mee houden dat het verbruik als gevolg van de Covid-maatregelen in die periode lager was en het gemiddeld verbruik in de referentieperiode schattenderwijs naar boven bij stellen tot gemiddeld 7000 kWh per maand. Bodyzone heeft nog gesteld dat in haar schatting geen rekening is gehouden met het verbruik van het restaurant Perfetto, dat gebruik maakt van dezelfde elektriciteitsaansluiting als Bodyzone en in juli 2020 zou zijn geopend. Bodyzone heeft echter geen gegevens verstrekt op grond waarvan het verbruik van Perfetto kan worden geschat. Dat komt voor haar rekening en risico. Het gerecht zal daar geen rekening mee houden. Uitgaande van een gemiddeld verbruik van 3795 kWh per maand via haar eigen aansluiting in de periode van 25 maanden, is het verschil met de referentieperiode dan 3205 kWh per maand, zijnde het gemiddeld verbruik per maand van Bodyzone via de aansluiting van Ferm in de periode van 25 maanden. Ferm is uitgegaan van een door Elmar te rekenen prijs per kWh van Afl. 0,5304. Bodyzone heeft die prijs niet bestreden. Dat betekent dat Bodyzone zich ten koste van Ferm heeft verrijkt met een bedrag van (afgerond) Afl. 42.500,--. (3205 x 0,5304). Bodyzone dient de schade van Ferm tot dit bedrag te vergoeden.
2.8.
Bodyzone heeft verder gesteld dat haar kosten voor het aanleggen van een nieuwe installatie in mindering moeten strekken op de aan Ferm te betalen schadevergoeding, voor zover Ferm een verkeerde meter in gebruik heeft genomen. Ferm heeft dat laatste betwist. De stelling van Bodyzone op dit punt is bovendien onnavolgbaar en niet gemotiveerd, zodat het gerecht daaraan voorbij gaat.
2.9.
De door Ferm gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zullen worden afgewezen, nu gesteld noch gebleken is dat daadwerkelijk en in redelijkheid kosten zijn gemaakt, anders dan kosten die worden geacht te zijn inbegrepen in de proceskosten.
2.10.
Het voorgaande leidt tot de slotsom dat de vordering van Bodyzone zal worden toegewezen tot een bedrag van Afl. 42.500,--.
2.11.
Als de overwegend in het ongelijk gestelde partij zal Bodyzone de proceskosten van Ferm moeten voldoen. Bij het bepalen van het belang van de zaak zal het gerecht aansluiten bij de toe te wijzen hoofdsom.

3.DE BESLISSING

Het gerecht:
veroordeelt Bodyzone tot betaling aan Ferm van een bedrag van Afl. 42.500,--;
veroordeelt Bodyzone in de proceskosten aan de kant van Ferm begroot op Afl. 2.500,-- aan salaris gemachtigde (2 punten, tarief 5);
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A. van Voorthuizen, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 24 augustus 2022 in aanwezigheid van de griffier.