Uitspraak
[wijlen],
[curator],handelend in zijn hoedanigheid van curator naar het federale recht van de Verenigde Staten van Amerika van wijlen
[wijlen],
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak vordert [eiseres] dat zij gelijk wordt gesteld aan een echtgenoot van de overleden [wijlen], zodat zij dezelfde wettelijke bescherming geniet als een langstlevende echtgenoot. De erflater is op 28 november 2018 te Aruba overleden en was sinds 1 juni 2007 eigenaar van een woning. [Eiseres] en de erflater hebben meer dan tien jaar samengeleefd als waren zij gehuwd. De curator, die is benoemd in het faillissement van de erflater, heeft verweer gevoerd tegen de vordering van [eiseres].
De procedure omvatte verschillende stappen, waaronder een inleidend verzoekschrift en conclusies van antwoord en repliek. Het Gerecht heeft vastgesteld dat [eiseres] geen erfgenaam of legataris is en dat haar vordering is gericht op het verkrijgen van vruchtgebruik van de woning. De relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek waren ten tijde van het overlijden van de erflater nog niet in werking getreden, wat complicaties met zich meebracht voor de vordering van [eiseres].
Het Gerecht heeft geoordeeld dat [eiseres] niet met een echtgenoot kan worden gelijkgesteld, omdat zij niet heeft aangetoond dat dit redelijk is. De vordering is afgewezen en [eiseres] is veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. T.A.M. Tijhuis op 24 augustus 2022.