Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE VASTSTAANDE FEITEN
3.HET VERZOEK
4.DE BEOORDELING
“mentira”, waartegenover [verweerster] onderbouwd en onweersproken heeft gesteld dat dit was naar aanleiding van een aperte onjuistheid die betrokkene in haar beoordelingsformulier had opgenomen. Ook heeft [verweerster] enkele malen bezwaar gemaakt tegen haar beoordelingen, hetgeen ook heeft geresulteerd in aanpassing daarvan.
Sinds verleden jaar ervaart zij moeite in de werkrelatie en communicatie op de afdeling. Ze geeft aan dat er weinig met haar wordt overlegd en ervaart de toegewezen payroll taken als opgedrongen. Zij heeft aangegeven dat haar cijfermatigheid niet sterk is en voelt zich met haar loonadministratieve taken dan ook niet comfortabel. Een en ander heeft geleid tot enige tijd arbeidsongeschiktheid. [Verweerster] geeft aan echter graag te willen werken en is actief binnen de organisatie aan het rondkijken naar een alternatief. Haar hoop is gevestigd op een administratieve functie binnen de Afdeling Zorgcontracten.”Onder conclusies en aanbevelingen is onder meer in het assessmentrapport vermeld:
“[verweerster] is een serieuze werker die op sterk planmatige en taakgerichte manier werkt. Zij voelt zich prima thuis binnen routinematige administratieve werkzaamheden en werkt graag zelfstandig aan haar taken binnen een vast en bekend patroon. Hierbij zal zij een doorzetter blijken die niet snel van mening of aanpak verandert. (…) CIJFERMATIGE VAARDIGHEID – Zij zal er baat bij hebben haar cijfermatige capaciteiten te verstreken. Dit zal kansen voor haar openen richting administratieve functies waar cijfermatige taken centraal staan.”
Ter conclusie, mevrouw [verweerster] toonde tijdens het interview kennis en nauwkeurigheid die bij haar werkachtergrond en werkervaring passen. Alhoewel mevrouw [verweerster] veel kennis en ervaring heeft, beziet ze niet over de vereiste kwaliteiten zoals flexibiliteit die tot de functie MZC behoren.”