ECLI:NL:OGEAA:2022:336

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
28 september 2022
Publicatiedatum
10 oktober 2022
Zaaknummer
AUA202103942
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen afwijzing vergoeding medische behandeling in het buitenland

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 28 september 2022 uitspraak gedaan in een beroep van een appellant tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor vergoeding van medische behandeling in het buitenland door het Uitvoeringsorgaan van de Algemene Ziektekostenverzekering (AZV). De aanvraag was afgewezen op 11 maart 2021, en het bezwaar dat de appellant hiertegen indiende, werd op 14 september 2021 ongegrond verklaard. De appellant heeft op 20 december 2021 beroep ingesteld, maar dit bleek buiten de wettelijke termijn van zes weken te zijn ingediend. De termijn voor het indienen van het beroep begon op 15 september 2021 en eindigde op 26 oktober 2021. De appellant heeft aangevoerd dat hij niet eerder kon indienen omdat hij eerst met de AZV en een advocaat moest overleggen. Het gerecht oordeelde echter dat de redenen die de appellant aanvoerde voor de late indiening niet voldoende waren om de niet-ontvankelijkheid van het beroep te rechtvaardigen. De rechter concludeerde dat de appellant niet-ontvankelijk moest worden verklaard in zijn beroep, omdat hij de termijn had overschreden zonder verschoonbare redenen. De uitspraak werd gedaan door mr. N.K. Engelbrecht en is openbaar uitgesproken op 28 september 2022.

Uitspraak

Uitspraak van 28 september 2022
Lar nr. AUA202103942

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:

[Appellant],

wonend in Aruba,
APPELLANT,
procederend in persoon,
gericht tegen:

HET UITVOERINGSORGAAN VAN DE ALGEMENE ZIEKTEKOSTENVERZEKERING,

zetelend in Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: mr. S.E. van Spall (AZV).

PROCESVERLOOP

Bij beschikking van 11 maart 2021 heeft verweerder de aanvraag van appellant van om vergoeding van medische behandeling in het buitenland, afgewezen.
Bij beslissing van 14 september 2021 heeft verweerder het daartegen door appellant op 16 april 2021 gemaakte bezwaar, ongegrond verklaard.
Daartegen heeft appellant op 20 december 2021 beroep ingesteld bij het gerecht.
Op 31 mei 2022 heeft verweerder een verweerschrift ingediend.
Het gerecht heeft de zaak ter zitting behandeld op 29 juni 2022. Appellant is in persoon verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door de gemachtigde voornoemd.
De uitspraak is nader bepaald op heden.

OVERWEGINGEN

De ontvankelijkheid

1.1
Ingevolgde artikel 27, eerste lid, van de Lar bedraagt de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken en gaat deze in op de dag na die waarop de beslissing op het bezwaarschrift is gedagtekend.
1.2
Ingevolge artikel 28, eerste lid, van de Lar wordt een beroepschrift nietontvankelijk verklaard indien het is ingediend voordat de termijn is ingegaan of nadat de termijn is verstreken. Ingevolge het derde lid blijft ten aanzien van een na afloop van de termijn ingediend beroepschrift niet-ontvankelijkverklaring op die grond achterwege indien de indiener aannemelijk maakt dat hij het geschrift heeft ingediend zo spoedig als dit redelijkerwijs verlangd kon worden en het tegendeel daarvan niet blijkt.
2. De in beroep bestreden beslissing is gedagtekend op 14 september 2021, en door klager via email op 15 september 2021, ontvangen. Uit het hiervoor weergegeven wettelijk kader volgt dat de beroepstermijn is aangevangen op 15 september 2021 en geëindigd op 26 oktober 2021. Het beroepschrift van appellant is op 20 december 2021 en derhalve buiten deze termijn ingediend.
3. Daartoe, bij emailbericht van 19 april 2022 in de gelegenheid gesteld, heeft appellant te kennen gegeven dat hij zijn beroep niet eerder heeft kunnen indienen, daar hij eerst achter verweerder moest lopen om de beslissing te krijgen, hierna wou hij eerst met de directeur van de AZV spreken, en daarna moest hij een pro-deo advocaat regelen. Appellant heeft ter zitting, desgevraagd, nader uitgelegd dat hij de mening was toegedaan dat hij de leidinggevenden bij de AZV in een persoonlijk gesprek van de ernst van zijn situatie zou kunnen overtuigen, opdat zij tot heroverweging van de bestreden beslissing zouden overgaan. Daardoor heeft hij later zijn beroep bij het gerecht ingediend.
4. Het gerecht ziet in hetgeen appellant als redenen voor de late indiening van zijn beroep heeft aangevoerd geen grond voor het achterwege laten van de niet-ontvankelijkverklaring van het beroep wegens termijnoverschrijding. Vast staat dat appellant op 15 september 2021 kennis heeft genomen van de bestreden beslissing, derhalve binnen de beroepstermijn. Appellant kon dan ook, desnoods op nader aan te voeren gronden, voor het einde van de beroepstermijn tijdig beroep bij het gerecht instellen. In hetgeen appellant voorts ter zitting heeft aangevoerd, is ook geen grond te vinden voor het oordeel dat de termijnoverschrijding verschoonbaar dient te worden geacht.
5. De slotsom is dat appellant niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn beroep.

BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
- verklaart appellant niet-ontvankelijk in zijn beroep.
Deze beslissing is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van maandag 28 september 2022, in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na dagtekening van deze uitspraak hoger beroep instellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (LAR-zaken).
Het hoger beroepschrift moet worden ingediend bij de griffie van dit Gerecht.
U wordt verzocht bij het indienen van het hoger beroepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hoger beroepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hoger beroepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de dag van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is een griffierecht van Afl. 75 verschuldigd.