ECLI:NL:OGEAA:2022:334

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
15 juli 2022
Publicatiedatum
10 oktober 2022
Zaaknummer
577 van 2021, 126 van 2022 en 128 van 2022
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Jeugdstrafrechtelijke zaak met meerdere strafbare feiten waaronder poging tot moord en vuurwapenbezit

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is de verdachte, een jeugdige, beschuldigd van meerdere strafbare feiten, waaronder poging tot moord, vuurwapenbezit, bedreiging met geweld, openlijke geweldpleging en diefstal met afpersing. De verdachte was 15 en 16 jaar oud ten tijde van de feiten en is berecht onder het jeugdstrafrecht. De feiten vonden plaats in Aruba en omvatten een gewapende overval waarbij slachtoffers met een vuurwapen en een mes zijn bedreigd. De verdachte is verminderd toerekeningsvatbaar verklaard, wat is bevestigd door psychologische rapporten. Het Gerecht heeft geoordeeld dat de verdachte een PIJ-maatregel (plaatsing in een inrichting voor jeugdigen) moet ondergaan voor de duur van twee jaren, die in Nederland ten uitvoer zal worden gelegd. De verdachte is ook veroordeeld tot schadevergoeding aan de benadeelde partij, die schade heeft geleden door de gepleegde feiten. De uitspraak is gedaan op 15 juli 2022, na openbare terechtzittingen op 18 februari en 24 juni 2022.

Uitspraak

Parketnummers: P-2021/03215, P-2021/09657 en P-2020/00350
Zaaknummers: 577 van 2021, 126 van 2022 en 128 van 2022
Uitspraak: 15 juli 2022 Tegenspraak

Vonnis van dit Gerecht

in de gevoegde strafzaken tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren [geboortedatum] in Aruba,
wonende in Aruba,
thans gedetineerd in het huis van bewaring in Aruba.
Onderzoek van de zaak
Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 18 februari 2022 en 24 juni 2022. De verdachte is telkens verschenen, bijgestaan door zijn raadslieden, mrs. D.G. Illes (in de zaken met parketnummers P-2021/03215 en P-2021/09657) en A.E.A. Hernandez (in de zaak met parketnummer P-2020/00350), advocaten in Aruba.
De benadeelde partij [aangever 1] heeft zich in de zaak met parketnummer P-2021/03215 onder 1 gevoegd in het strafproces met een vordering tot schadevergoeding.
De officier van justitie, mr. E. Stevens, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht het in de zaken met parketnummers P-2021/03215 en P-2021/09657 en het in de zaak met parketnummer P-2020/00350 onder 1 primair en onder 2 ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (PIJ) zal opleggen voor de duur van twee jaren.
Zijn vordering behelst voorts:
- de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen vuurwapens en munitie in de zaken met parketnummers P-2020/00350 en P-2021/09657;
- de verbeurdverklaring van de in beslag genomen slippers in de zaak met parketnummer P-2021/09657;
- de toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [aangever 1] in de zaak met parketnummer P-2021/03215 tot een bedrag van Afl. 3.500,- aan materiële schade en Afl. 3.500,- aan immateriële schade;
- de niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij [aangever 1] in hetgeen hij overigens heeft gevorderd;
- de oplegging van een bij de toewijsbare vordering behorende schadevergoedingsmaatregel.
De raadslieden hebben verweer gevoerd.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd:
In de zaak met parketnummer P-2021/03215:
Zaak Brasil
1. dat hij op of omstreeks 22 mei 2021 in Aruba,
tezamen en in vereniging met een ander en/of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen:
  • Awg. 75,-, althans een geldbedrag en/of
  • een of meer mobiele telefoons en/of
  • een personenauto van het merk Toyota, model Tercel, met kenteken [kentekenplaatnummer] en/of
  • een portemonnee met inhoud en/of Awg. 500,- althans een geldbedrag,
in elk geval enig goed, geheel of gedeeltelijk toebehorende aan [aangever 1] en/of [aangever 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem verdachte, en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [aangever 1] en/of [aangever 2], gepleegd door hem,
verdachte, en/of zijn mededader(s) met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededader(s), hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
en/of
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen,
door geweld en/of bedreiging met geweld [aangever 1] en/of [aangever 2] heeft/hebben gedwongen tot de afgifte van:
  • Awg. 75,-, althans een geldbedrag en/of
  • een of meer mobiele telefoons en/of
  • een personenauto van het merk Toyota, model Tercel, met kenteken [kentekenplaatnummer] en/of een portemonnee met inhoud en/of Awg. 500,- althans een geldbedrag,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan voornoemde [aangever 1] en/of [aangever 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat,
verdachte en of zijn mededaders:
  • die [aangever 1] en/of die [aangever 2] met de auto heeft/hebben achtervolgd en daarna klem gereden en/of
  • tegen die [aangever 1] en/of die [aangever 2] heeft/hebben geschreeuwd om uit de auto te stappen en/of “Unda e placa ta?!” en/of “Saca tur placa cu bo tin.”, althans woorden van soortgelijkende dreigende aard en/of strekkingen/of
  • die [aangever 1] uit de auto heeft getrokken en/of met een pistool tegen het gezicht/ de neus heeft/hebben geslagen en/of
  • van die [aangever 1] en/of die [aangever 2] eisten dat ze op de grond moesten gaan zitten en/of alles uit hun broekzakken moesten halen en/of
  • met een honkbalknuppel in de richting van die [aangever 2] heeft/hebben gezwaaid, en de rechter voorruit van de auto hebben vernield en/of
  • met een keukenmes in zijn/hun hand, tegen die [aangever 2] heeft/hebben gezegd/geschreeuwd: Mi ta bai borabo door cu bo ta keda cu bo man nan den bo carson.”, althans woorden van soortgelijkende dreigende aard en/of strekking en/of
  • terwijl hij een pistool op die [aangever 2] richtte, tegen die [aangever 2] heeft/hebben gezegd/geschreeuwd: “Keda keto of mi ta tirabo”, althans woorden van soortgelijkende dreigende aard en/of strekking;
Zaak Marduga
2. dat hij op of omstreeks 30 mei 2021 Aruba,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededaders voorgenomen misdrijf om opzettelijk en met voorbedachten rade
[aangever 3] en/of [aangever 4] en/of [aangever 5] en/of [aangever 6] en/of een of meer onbekend gebleven persoon/personen
van het leven te beroven, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg
met een pistool en/of een vuurwapen op/in de richting van die [aangever 3] en/of [aangever 5] en/of [aangever 6] en/of die een of meer onbekend gebleven persoon/personen heeft gericht en eenmaal althans meermalen heeft/hebben geschoten, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3. dat hij op of omstreeks 22 mei 2021 en 30 mei 2021 in Aruba,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
een pistool, te weten een Glock 9 mm, model 17, met serienummer EZF759 en/of
een of meer scherpe patronen, in elk geval een vuurwapen en/of munitie als bedoeld in artikel 3, eerste lid van de Vuurwapenverordening, voorhanden heeft gehad;
In de zaak met parketnummer P-2021/09657:
dat hij in of omstreeks de periode van op 4 juni 2021 tot en met 5 juni 2021 te Aruba, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen een vuurwapen en/of munitie, te weten een Glock 9mm, in elk geval een vuurwapen en/of munitie als bedoeld in artikel 3 eerste lid van de Vuurwapenverordening, voorhanden heeft gehad;
In de zaak met parketnummer P-2020/00350:
1. dat hij op of omstreeks 10 januari 2020 te Aruba, openlijk, te weten op of aan de openbare weg, te weten de cunucu ten noorden van de watertank te Savaneta, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten [aangever 7], welk geweld bestond uit het het slaan en/of schoppen van die [aangever 7] en/of het gooien van een of meer stenen in de richting van en/of tegen die [aangever 7] en/of het tonen van een mes aan die [aangever 7] en/of met een mes aflopen op die [aangever 7] en/of het maken van een of meer stekende of zwaaiende bewegingen met een mes in de richting van die [aangever 7], terwijl dit door hem gepleegde geweld althans enig letsel te weten een of meerdere steekverwonding(en) in het gezicht en/of in de zij, althans in het lichaam voor die [aangever 7] ten gevolge heeft gehad.
althans indien ten aanzien van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, subsidiair,
dat hij op of omstreeks 10 januari 2020 in Aruba tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [aangever 7], heeft mishandeld met een wapen, te weten een (of meer) (natuur)ste(e)n(en) en/of een mes, althans een scherp en puntig voorwerp, zijnde (een) wapen(s) als bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de Wapenverordening, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) een (of meer) (natuur)ste(e)n(en) tegen het lichaam van die [aangever 7] gegooid en/of met een mes, althans een scherp en puntig voorwerp in de richting van die [aangever 7] gezwaaid en/of gestoken en/of die [aangever 7] heeft geslagen en/of geschopt;
2. dat hij op of omstreeks 14 januari 2020 te Aruba, [aangever 8] heeft bedreigd met openlijk geweld tegen personen en/of goederen en/of met brandstichting en/of met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft hij opzettelijk voornoemde [aangever 8] een mes getoond en/of voorgehouden en/of met dat mes gezwaaid en/of (daarbij) dreigend de woorden toegevoegd: “cunucu ta dimi. Bo ta sigi hode. Mocha mi ta bai mochabo. Abo ku tur bo famia den kas”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking:
Formele voorvragen
Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
Bewezenverklaring
Het Gerecht acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaken met parketnummers P-2021/03215 en P-2021/09657 en het in de zaak met parketnummer P-2020/00350 onder 1 primair en onder 2 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
In de zaak met parketnummer P-2021/03215:
Zaak Brasil
1. dat hij op
of omstreeks22 mei 2021 in Aruba,
tezamen en in vereniging met
een ander en/ofanderen,
althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen:
  • Awg. 75,-, althanseen geldbedrag en
    /of
  • een of meermobiele telefoons en
    /of
  • een personenauto van het merk Toyota, model Tercel, met kenteken [kentekenplaatnummer] en
  • een portemonnee met inhoud
in elk geval enig goed, geheel of gedeeltelijktoebehorende aan [aangever 1] en/of [aangever 2]
,en/ofin elk gevalaan een ander
of anderendan aan hem verdachte,
en/of zijn mededader
(s
),
welke diefstal werd voorafgegaan en
/ofvergezeld
en/of gevolgdvan geweld en
/ofbedreiging met geweld tegen die [aangever 1] en/of [aangever 2], gepleegd door hem,
verdachte, en
/ofzijn mededader
(s
)met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden en/ofgemakkelijk
erte maken
en/of bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededader(s), hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
en
/of
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen,
door geweld en
/ofbedreiging met geweld A[aangever 1]
en/of [aangever 2]heeft
/hebbengedwongen tot de afgifte van:
  • Awg. 75,-, althans een geldbedrag en/of
  • een
  • een personenauto van het merk Toyota, model Tercel, met kenteken [kentekenplaatnummer] en/of
een portemonnee met inhoud en/of Awg. 500,- althans een geldbedrag,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan voornoemde [aangever 1]
en/of [aangever 2],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s),
welk geweld en
/ofwelke bedreiging met geweld hierin bestond
(en
)dat,
verdachte en/of zijn mededaders:
  • die [aangever 1] en
  • tegen die [aangever 1] en

en

  • die [aangever 1] uit de auto
  • van die [aangever 1] en
  • met een honkbalknuppel in de richting van die [aangever 2]
  • met een keukenmes in
gezegd
/geschreeuwd: Mi ta bai borabo door cu bo ta keda cu bo man nan
den bo carson.”,
althans woorden van soortgelijkende dreigende aard en/of
strekkingen
/of
- terwijl z
hij een pistool op die [aangever 2] richtte
n, tegen die [aangever 2]
heeft/hebben
gezegd
/geschreeuwd: “Keda keto of mi ta tirabo”
, althans woorden van
soortgelijkende dreigende aard en/of strekking;
Zaak Marduga
2. dat hij op
of omstreeks30 mei 2021
inAruba,
tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte en
/ofzijn mededader
svoorgenomen misdrijf om opzettelijk en met voorbedachten rade
[aangever 3] en
/of[aangever 4] en
/of[aangever 5] en
/of[aangever 6] en
/ofeen of meer onbekend gebleven
persoon/personen
van het leven te beroven, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg
met een pistool
en/of een vuurwapen op/in de richting van die [aangever 3] en
/of[aanegever 5] en
/of[aangever 6] en
/ofdie een of meer onbekend gebleven
persoon/personen heeft gericht en
eenmaal althansmeermalen heeft
/hebbengeschoten, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3. dat hij op
of omstreeks22 mei 2021 en 30 mei 2021 in Aruba,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
een pistool, te weten een Glock 9 mm, model 17, met serienummer EZF759 en
/of
een of meerscherpe patronen,
in elk geval een vuurwapen en/of munitieals bedoeld in artikel 3, eerste lid van de Vuurwapenverordening, voorhanden heeft gehad
;.
In de zaak met parketnummer P-2021/09657:
dat hij in
of omstreeksde periode van
op4 juni 2021 tot en met 5 juni 2021 te Aruba, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,een vuurwapen
en/of munitie, te weten een Glock 9mm,
in elk geval een vuurwapenen
/ofmunitie als bedoeld in artikel 3 eerste lid van de Vuurwapenverordening, voorhanden heeft gehad
;.
In de zaak met parketnummer P-2020/00350:
1. dat hij op
of omstreeks10 januari 2020 te Aruba, openlijk, te weten op of aan de openbare weg, te weten de cunucu ten noorden van de watertank te Savaneta, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten [aangever 7], welk geweld bestond uit het
hetslaan en
/ofschoppen van die [aangever 7] en
/ofhet gooien van
een of meerstenen in de richting van en
/oftegen die [aangever 7] en
/ofhet tonen van een mes aan die [aangever 7] en
/ofmet een mes aflopen op die [aangever 7] en
/ofhet maken van
een of meer stekende ofzwaaiende bewegingen met een mes in de richting van die [aangever 7], terwijl dit door hem gepleegde geweld
althans
enig letsel te weten
een of meerdere steekverwonding
(en
)in het gezicht
en/of in de zij, althans in het lichaam voorvandie [aangever 7] ten gevolge heeft gehad;
2. dat hij op
of omstreeks14 januari 2020 te Aruba, [aangever 8] heeft bedreigd
met openlijk geweld tegen personen en/of goederen en/of met brandstichting en/ofmet enig misdrijf tegen het leven gericht,
althans met zware mishandeling,immers heeft hij opzettelijk voornoemde [aangever 8] een mes getoond en
/ofvoorgehouden en
/ofmet dat mes gezwaaid en
/of (daarbij
)dreigend de woorden toegevoegd: “cunucu ta dimi. Bo ta sigi hode. Mocha mi ta bai mochabo. Abo ku tur bo famia den kas”
, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking:.
Het Gerecht acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd; omwille van de leesbaarheid zijn ook wijzigingen aangebracht in de bewezenverklaring (
cursief). De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsmiddelen
Indien tegen dit verkorte vonnis hoger beroep wordt ingesteld, worden de door het Gerecht gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het vonnis. Deze aanvulling zal vervolgens aan het vonnis worden gehecht.
Bewijsoverwegingen
In de zaak met parketnummer P-2021/03215 ten aanzien van feit 1 (Zaak Brasil)
De raadsman heeft bepleit dat de verdachte van het ten laste gelegde medeplegen van diefstal van de auto van het merk Toyota, model Tercel, zal worden vrijgesproken. Hij heeft daartoe aangevoerd dat ten aanzien van de diefstal van de auto geen sprake is geweest van medeplegen. Het plan was om de aangevers van hun geld te beroven en niet om de auto van de aangever [aangever 1] te stelen. Verdachtes opzet was bij de roofoverval niet gericht op diefstal van de auto, aldus de raadsman.
Het Gerecht overweegt als volgt.
Gesteld noch gebleken is dat de verdachte en de mededaders uitdrukkelijk hebben afgesproken dat niks anders dan geld weggenomen moest worden. Dat de medeverdachte [medeverdachte] de auto van een van de aangevers zou meenemen was voor de verdachte een reële, op de koop toe genomen mogelijkheid die al besloten lag in de nauwe en bewuste samenwerking tijdens de overval en de voorbereiding daarvan. Door op deze wijze samen met anderen de gewapende overval te plegen heeft de verdachte bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat een mededader een ander voorwerp dan geld (in casu de auto) zou meenemen.
Het verweer van de raadsman wordt verworpen.
In de zaak met parketnummer P-2020/00350
Feit 1 primair
De raadsman heeft bepleit dat de verdachte voor het onder 1 primair ten laste gelegde tonen en/of zwaaien met een mes in de richting van de aangever dient te worden vrijgesproken, nu de aangever de enige persoon is geweest die over de aanwezigheid van een mes heeft verklaard.
Het Gerecht overweegt als volgt.
De verklaring van de aangever wordt ondersteund door de verklaring van de getuige [getuige 1]. Het verweer van de raadsman wordt verworpen.
Feit 2
De verdachte heeft ter zitting aangevoerd dat hij feit 2 niet heeft gepleegd, nu hij de ten laste gelegde woorden niet heeft geuit.
Het Gerecht overweegt als volgt.
Het Gerecht acht, gelet op de verklaring van de verdachte dat hij die dag boos was op de aangever en een mes bij zich had en de verklaringen van de aangever en de getuige [getuige 2] ten aanzien van het mes, het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
Het verweer wordt verworpen.
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
In de zaak met parketnummer P-2021/03215:
Zaak Brasil
1. Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijker te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen,
strafbaar gesteld bij artikel 2:291, eerste en tweede lid, juncto artikel 2:289 aanhef en onder a van het Wetboek van Strafrecht van Aruba
en
afpersing door twee of meer verenigde personen,
strafbaar gesteld bij artikel 2:294, eerste lid, junctis artikelen 2:291, tweede lid, en 2:289 aanhef en onder a van het Wetboek van Strafrecht van Aruba.
Deze feiten zijn begaan als voortgezette behandeling.
Zaak Marduga
2. Medeplegen van poging tot moord, meermalen gepleegd,
strafbaar gesteld bij artikel 2:262 junctis artikelen 1:119 en 1:123 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba.
3. Medeplegen van overtreding van een verbod gesteld bij artikel 3, eerste lid, van de Vuurwapenverordening, meermalen gepleegd,
strafbaar gesteld bij artikel 11 van deze Landsverordening juncto artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba.
In de zaak met parketnummer P-2021/09657:
Medeplegen van overtreding van een verbod gesteld bij artikel 3, eerste lid, van de Vuurwapenverordening, meermalen gepleegd,
strafbaar gesteld bij artikel 11 van deze Landsverordening juncto artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba.
In de zaak met parketnummer P-2020/00350:
1. Primair:
Openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen,
strafbaar gesteld bij artikel van 2:82, eerste lid en tweede lid onder a, van het Wetboek van Strafrecht van Aruba.
2. Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht,
strafbaar gesteld bij artikel 2:255, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht van Aruba.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Oplegging van maatregel
Verdachte was ten tijde van het plegen van de feiten zestien en zeventien jaar oud. Dit betekent dat hij op grond van artikel 1:157 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba overeenkomstig de in dit wetboek neergelegde bepalingen voor jeugdige personen zal worden bestraft.
Met betrekking tot de ernst van het bewezen verklaarde wordt het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan een gewapende overval op twee mannen. Tijdens de overval zijn de slachtoffers met een vuurwapen, een mes en een honkbalknuppel bedreigd, waarbij een van de slachtoffers zelfs op zijn neus werd geslagen met dit vuurwapen. De verdachte was degene met de honkbalknuppel die de auto van de aangever [aangever 1] met de knuppel heeft geslagen.
De verdachte en zijn mededaders hebben de slachtoffers niet alleen financiële schade maar vooral angstige momenten bezorgd.
Voorts heeft de verdachte zich samen met de medeverdachte schuldig gemaakt aan poging moord, door van korte afstand met een vuurwapen meerdere kogels vanaf een auto af te vuren op een aantal mensen waardoor vier personen gewond zijn geraakt. Dat deze personen niet dodelijk zijn verwond, is in de gegeven omstandigheden een gelukkige omstandigheid die niet aan de verdachte is te danken.
Slachtoffers van dergelijke misdrijven kunnen nog langdurig kampen met de (geestelijke) gevolgen daarvan. Bovendien leiden dergelijke strafbare feiten tot gevoelens van angst en onveiligheid in de Arubaanse samenleving.
De verdacht heeft zich daarbij schuldig gemaakt aan medeplegen van vuurwapenbezit met munitie, meermalen gepleegd. Het ongecontroleerde bezit van vuurwapens en munitie brengt gevaarlijke situaties en onaanvaardbare risico’s voor de veiligheid van personen met zich mee.
Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan openlijke geweldpleging en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. Verdachte heeft hierbij geen rekening gehouden met de angstgevoelens die dit bij de slachtoffers kan veroorzaken.
Het Gerecht heeft kennis genomen van het psychologisch rapport van 10 februari 2022 opgemaakt door drs. M. Boekhoudt (psycholoog). In het rapport van de psycholoog drs. M. Boekhoudt wordt vermeld dat de verdachte wordt gediagnosticeerd als licht verstandelijk beperkt (LVB) en dat deze beperking als een ontwikkelingsstoornis kan worden gezien. Als gevolg hiervan begrijpt de verdachte de wereld niet goed en laat hij gedragsproblemen zien in de vorm van agressief gedrag, opstandig gedrag en antisociaal gedrag. Daarnaast kan de verdachte makkelijk beïnvloed worden. In verband met de LVB kan de verdachte de impact van zijn gedrag op anderen niet goed inschatten en kan hij niet goed rekening houden met anderen. De psycholoog acht de verdachte hierdoor verminderd toerekeningsvatbaar.
De kans op recidive op de lange termijn wordt, zonder professionele begeleiding, hoog ingeschat. De verdachte zal door zijn beperkte sociale vaardigheden niet in staat zijn om zelfstandig een pro-sociale netwerk op te bouwen. Hij zal in conflict komen met zijn omgeving, waardoor de spanningen zullen oplopen. Dit in combinatie met de negatieve invloeden van zijn oude vrienden maken dat het risico op de lange termijn hoog is.
Hoewel het probleemgedrag hardnekkig is, is de verwachting dat met de juiste begeleiding en behandeling het recidiverisico verminderd kan worden. De psycholoog acht een behandeling in een gesloten instelling in de vorm van een PIJ-maatregel passend bij de problematiek, het recidive gevaar en de ontwikkelingsleeftijd van de verdachte.
Het Gerecht heeft kennis genomen van het psychiatrisch rapport van 23 juni 2022 opgemaakt door F.G.M. Heijtel (psychiater). Hierin rapporteert de psychiater - samengevat - het volgende. Bij de verdachte is sprake van een lichte verstandelijke beperking. Er is een causaal verband tussen zijn lichte verstandelijke beperking met de daarbij samenhangende beïnvloedbaarheid en beperkte sociale vaardigheden en de gepleegde strafbare feiten. Er wordt geadviseerd om de verdachte de strafbare feiten verminderd aan te rekenen. Om de aanwezige recidive kans te verlagen, is het nodig dat hij sociale vaardigheidstrainingen, praktische scholing en psychologische hulpverlening krijgt. Geadviseerd wordt om een PIJ-maatregel op te leggen.
Het Gerecht onderschrijft de hiervoor genoemde conclusies van de psychiater en de psycholoog en maakt deze tot de zijne. Er is sprake van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens bij de verdachte waardoor de verdachte de bewezenverklaarde feiten niet volledig kan worden toegerekend. De veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen en goederen eisen, mede gelet op de ernst van de door de verdachte gepleegde strafbare feiten, welke ernst van een met verloop van tijd escalerend gedrag getuigt, het opleggen van een PIJ-maatregel. Bovendien is de maatregel in het belang van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van de verdachte.
Alles afwegende komt het Gerecht tot het oordeel dat het opleggen van de PIJ-maatregel (als bedoeld in artikel 1:174, eerste en tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht van Aruba) noodzakelijk is.
In Aruba en Curaçao is er geen PIJ-instelling als bedoeld in artikel 1:174, vijfde lid, van het Wetboek van Strafrecht. De PIJ-maatregel kan uitsluitend in Nederland ten uitvoer worden gelegd. De in aanmerking komende instellingen in Nederland hebben ook ervaring met jongeren uit het Caribisch gebied. Het Gerecht zal derhalve bepalen dat de maatregel in Nederland zal moeten worden ten uitvoer gelegd (vgl strafvonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van 26 oktober 2015, H-120/15).
In beslag genomen voorwerpen
Aan de orde zijn voorts de onder de verdachte in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen.
In de zaak met parketnummer P-2021/09657:
Onttrekking aan het verkeer
Het pistool Glock 17, de twee hagelpatronen, twee patroonhouders en munitie zijn vatbaar voor onttrekking aan het verkeer.
Het betreft voorwerpen met betrekking tot welke het onder 3 in de zaak met parketnummer P-2021/03215 bewezen verklaarde alsmede het in de zaak met parketnummer P- 2021/09657 bewezen verklaarde zijn begaan. Het ongecontroleerde bezit van de voorwerpen is bovendien in strijd met de wet en het algemeen belang. Het Gerecht zal de voorwerpen daarom onttrekken aan het verkeer.
Teruggave aan de verdachte
Het Gerecht is van oordeel dat zich geen strafvorderlijk belang verzet tegen teruggave aan de verdachte van de onder hem in beslag genomen slippers. Daarom zal daarvan de teruggave aan de verdachte worden gelast.
In de zaak met parketnummer P-2020/00350:
Niet in staat te beslissen
Het Gerecht acht zich niet in staat te beslissen omtrent de onder de verdachte in beslag genomen voorwerpen te weten: een jachtgeweer, twee lange vuurwapens en munitie.
Artikel 397, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering van Aruba bepaalt dat het Gerecht de teruggave van de in beslag genomen voorwerpen gelast voor zover deze niet worden verbeurd verklaard of onttrokken aan het verkeer, tenzij het Gerecht verklaart tot het afgeven van een zodanige last niet in staat te zijn.
Het Gerecht overweegt dat daarvan in dit geval sprake is. Weliswaar wordt de verdachte wegens een strafbaar feit veroordeeld, maar de in beslag genomen voorwerpen hebben met de feiten geen relatie. Daarom kunnen de desbetreffende voorwerpen niet worden verbeurd verklaard of onttrokken aan het verkeer.
Aangezien de verdachte niet gerechtigd is om de voorwerpen voorhanden te hebben, zou teruggave daarvan een strafbaar feit opleveren. Gelet daarop zal het Gerecht op dit punt geen beslissing nemen en verklaren dat het tot het geven van een last tot teruggave niet in staat is.
Schadevergoeding in de zaak met parketnummer P-2021/03215 (feit 1)
De benadeelde partij [aangever 1] heeft zich in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt -naar het gerecht begrijpt-
Afl. 5.159, - aan materiële schade en Afl. 5.700, - aan immateriële schade.
Materiële schade
De vordering ten aanzien van de materiële schade bestaat uit de volgende schadeposten:
1. reparatie body Toyota Tercel Afl. 250,-
2. reparatie deur Toyota Tercel Afl. 200,-
3. mobiele telefoon Dragon CD A03 Afl. 359,-
4. mobiele telefoon S.N. Samsung Afl. 359,-
5. mobiele telefoon Digicel S.N. Samsung A20 Afl. 391,-
6. portemonnee met inhoud Afl. 650,-
7. rugzak inhoudende sieraden en geld Afl. 1.000,-
8. batterij van de auto Afl. 350,-
9. schoonmaakwerkzaamheden auto Afl. 800,-
10. reparatie (3x) ruiten van de auto Afl. 800,-.
De verdediging heeft de schadeposten 1, 2, 6, 8, 9 en 10 niet betwist. De raadsman heeft de hoogte van de vordering ten aanzien van de mobiele telefoons gemotiveerd betwist en de schade (de dagwaarde ten tijde van de roofoverval) geschat op Afl. 400,-. De verdediging heeft de schadepost ad 7 gemotiveerd betwist.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het Gerecht genoegzaam gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van verdachtes onder 1 bewezen verklaarde handelen rechtstreeks schade heeft geleden tot een bedrag van Afl. 3.450,- aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 mei 2021. De verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden. De vordering ten aanzien van de navolgende schadeposten is toewijsbaar tot de navolgende bedragen:
1. reparatie body Toyota Tercel Afl. 250,-
2. reparatie deur Toyota Tercel Afl. 200,-
3. drie mobiele telefoons
geschat bedragAfl. 400,-
4. portemonnee met inhoud Afl. 650,-
5. batterij van de auto Afl. 350,-
6. schoonmaakwerkzaamheden auto Afl. 800,-
7. reparatie (3x) ruiten van de auto Afl. 800,-
Immateriële schade
Ten aanzien van de immateriële schade heeft de raadsman zich aan het oordeel van het gerecht gerefereerd.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het Gerecht genoegzaam gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van verdachtes onder 1 bewezen verklaarde handelen rechtstreeks schade heeft geleden tot een bedrag van Afl. 600,- aan immateriële schade (zoals vermeld in de eerste vordering van de benadeelde partij). De verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden, zodat de vordering tot dat bedrag toewijsbaar is.
Het Gerecht is van oordeel dat de vordering van de benadeelde partij voor het overige niet van zo eenvoudige aard is dat deze zich leent voor beslissing in de strafzaak. De benadeelde partij kan daarom in zoverre niet worden ontvangen en dat deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Hoofdelijke aansprakelijkheid
Nu de verdachte het strafbare feit ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend, samen met mededaders heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover mededaders de benadeelde partij geheel of gedeeltelijk betalen zal de verdachte in zoverre van die betalingsverplichting zijn bevrijd.
Schadevergoedingsmaatregel
Het Gerecht ziet aanleiding daarbij een schadevergoedingsmaatregel als bedoeld in artikel 1:78 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba aan de verdachte op te leggen.
Voor het geval volledige betaling of volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet volgt, zal vervangende hechtenis van na te melden duur worden opgelegd, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
Voorts wordt bepaald dat voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens de mededader aan de benadeelde partij en/of het Land is betaald, de verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen, alsmede dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan het Land en dat betalingen aan het Land in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Nu de vordering van de benadeelde partij in overwegende mate zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen maatregel is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 1:74, 1:75, 1:134, 1:136, 1:157, 1:174, 1:176, 1:189 en 1:224 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba, zoals deze luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het Gerecht:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de in de zaken met parketnummers P-2021/03215 en P-2021/09657 ten laste gelegde feiten, alsmede de in de zaak met parketnummer P-2020/00350 onder 1 primair en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor bewezen geacht, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
gelast de
plaatsing van de verdachte in een inrichting voor jeugdigen, voor de duur van twee(2)jaren en bepaalt daarbij dat de maatregel in Nederland ten uitvoer wordt gelegd;
beveelt de onttrekking aan het verkeer van de in zaak met parketnummer P-2021/09657 in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten een pistool Glock 17, twee hagelpatronen, twee patroonhouders en munitie;
gelast de teruggave van de in de zaak met parketnummer P-2021/09657 in beslag genomen slippers aan de verdachte;
verklaart ten aanzien van de in de zaak met parketnummer P-2020/00350 in beslag genomen jachtgeweer, twee lange vuurwapens en munitie, die niet voor verbeurdverklaring en onttrekking aan het verkeer vatbaar zijn, dat het Gerecht tot het geven van een last tot teruggave niet in staat is;
wijst de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [aangever 1] geleden schade toe tot een totaal bedrag van
Afl. 4.050,- (zegge: vierduizendenvijftig gulden),vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 22 mei 2021 tot aan de dag van de voldoening, en veroordeelt de verdachte, die hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij;
verklaart de benadeelde partij [aangever 1] in de vordering voor het overige niet-ontvankelijk en bepaalt dat deze de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij [aangever 1] gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
legt aan de verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van de benadeelde partij [aangever 1] de verplichting op tot betaling aan het Land van een bedrag van
Afl. 4.050,- (zegge: vierduizendenvijftig gulden), bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
81 (eenentachtig) dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 mei 2021 tot aan de dag van de voldoening;
bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan het Land daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 1] in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan het Land in zoverre komt te vervallen;
bepaalt dat indien en voor zover een van de mededaders van de verdachte voormeld bedrag heeft betaald aan de benadeelde partij of het Land, de verdachte in zoverre is bevrijd van voormelde verplichting tot betaling aan de benadeelde partij of aan het Land.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. E.M.D. Angela, bijgestaan door mw. L.H. Hoogenbergen (zittingsgriffier), en op 15 juli 2022 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Aruba.
Bij ontstentenis van de griffier alleen door de rechter ondertekend.