ECLI:NL:OGEAA:2022:330

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
29 juni 2022
Publicatiedatum
27 september 2022
Zaaknummer
AUA202003112
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding en huurachterstand in huurovereenkomst tussen G.M Enterprises N.V. en Miss 21 Accessoires & Beauty Supply VBA

In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiseres G.M Enterprises N.V. (hierna: Tao) een vordering ingesteld tegen gedaagde Miss 21 Accessoires & Beauty Supply VBA (hierna: Miss 21) wegens huurachterstand en schadevergoeding. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 4 december 2020 is ingediend. Tao vordert een bedrag van Afl. 6.059,09 aan achterstallige huur en kosten, en stelt dat Miss 21 de winkelruimte niet in goede staat heeft teruggegeven na beëindiging van de huurovereenkomst.

De feiten van de zaak zijn als volgt: Miss 21 huurde een winkelruimte van Tao voor een huurprijs van Afl. 5.300,-- per maand en betaalde een borg van Afl. 10.000,--. De huurovereenkomst werd opgezegd per 1 mei 2020, maar Miss 21 heeft de sleutels pas op 17 juli 2020 ingeleverd. Tao stelt dat zij hierdoor huurinkomsten heeft misgelopen en dat Miss 21 de winkelruimte niet in de oorspronkelijke staat heeft teruggegeven. Het gerecht heeft vastgesteld dat de vordering van Tao moet worden gekwalificeerd als een schadevordering wegens niet-nakoming van de huurovereenkomst.

Het gerecht heeft geoordeeld dat de vordering van Tao tot betaling van Afl. 4.200,-- aan achterstallige huur en schadevergoeding toewijsbaar is, na verrekening met de borg. Daarnaast heeft Tao vorderingen ingediend voor herstelkosten van de winkelruimte, die gedeeltelijk zijn toegewezen. Uiteindelijk heeft het gerecht Miss 21 veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van Afl. 5.776,27 aan Tao, inclusief proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 29 juni 2022 door rechter J.A. van Voorthuizen.

Uitspraak

Vonnis van 29 juni 2022
Behorend bij A.R. nr. AUA202003112
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
G.M Enterprises N.V. h.o.d.n. Tao,
gevestigd te Aruba,
eiseres,
hierna: Tao,
gemachtigde: mr. M.R.M. Reinkemeyer,
tegen:
de vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Miss 21 Accessoires & Beauty Supply VBA h.o.d.n. Miss 21 Accessoires & Beauty Supply,
gevestigd te Aruba,
gedaagde,
hierna: Miss 21,
gemachtigde: mr. D. Canwood.
1. DE PROCEDURE
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- verzoekschrift, ingekomen op 4 december 2020,
- verweerschrift,
- conclusie van repliek,
- conclusie van dupliek.
1.2. Vonnis is nader bepaald op vandaag.

2.DE FEITEN

2.1.
Miss 21 huurde van Tao de winkelruimte aan de Belgiëstraat 5B in Aruba (de winkelruimte). De huurprijs bedroeg laatstelijk Afl. 5.300,-- per maand. Miss 21 betaalde een borg van Afl. 10.000,--.
2.2.
Miss 21 heeft de huurovereenkomst bij brief van 20 januari 2020 per 1 mei 2020 opgezegd. De sleutels van de winkelruimte zijn door Miss 21 op 17 juli 2020 bij Tao ingeleverd.
2.3.
Op 20 juli 2020 is de winkelruimte geïnspecteerd, waarvan een rapport is opgesteld.

3.HET GESCHIL

3.1.
Tao vordert dat het gerecht Miss 21 veroordeelt tot betaling van een bedrag van Afl. 6.059,09 rente en kosten rechtens.
3.2.
Tao legt daaraan ten grondslag dat Miss 21 nog achterstallige huur verschuldigd is aan Tao en dat zij de winkelruimte niet in dezelfde staat heeft teruggegeven aan Tao als waarin zij die ontving bij de aanvang van de huur.
3.3.
Miss 21 voert verweer.
3.4.
De stellingen van partijen worden hierna, indien nodig, besproken.

4.DE BEOORDELING

4.1.1.
De vordering van Tao ter zake achterstallige huur strekt tot nakoming van de huurovereenkomst. Voorop stelt het gerecht dat partijen met betrekking tot het al dan niet betaald hebben van de huur er een zoekplaatje van hebben gemaakt. Uit het overzicht dat als productie 2 bijlage 2 bij het verzoekschrift is overgelegd (het overzicht) leidt het gerecht af dat Tao uitgaat van een huurachterstand, na verrekening met de borg, van in totaal Afl. 4.200,--. Dit bedrag is opgebouwd uit een huurachterstand over maart 2020 van Afl. 300,--, over april 2020 van Afl. 300,--, over mei 2020 van Afl. 5.300,--, over juni 2020 van Afl. 5.300,-- en over juli 2020 van Afl. 3.000,--, verminderd met de borg van Afl. 10.000,--. Miss 21 heeft betalingsbewijzen overgelegd ter zake de huur van februari 2020 van Afl. 5.300,-- en maart 2020 van Afl. 5.000,-- en een betalingsbewijs ter zake de huur 2020 in juni 2020 van Afl. 5.000,--. De vordering van Tao heeft geen betrekking op de maand februari 2020. Het gerecht laat die betaling buiten beschouwing. Uit het overzicht blijkt dat Tao rekening heeft gehouden met de betaling over de maand maart 2020. Daarom resteert over die maand een achterstand van Afl. 300,--. De betaling van Afl. 5.000,-- in juni 2020 is door Tao in mindering gebracht op de huur van april 2020, zodat over die maand ook een achterstand resteert van Afl. 300,--. De huurachterstand over maart en april 2020 komt daarmee in totaal op Afl. 600,--.
4.2.2.
Tao vordert ook (achterstallige) huur voor de maanden mei tot en met juli 2020 tot een bedrag van Afl. 13.600,-- (Afl. 5.300,-- per maand voor mei en juni en Afl. 3.000,-- voor juli), maar de huurovereenkomst werd opgezegd per 1 mei 2020. Nu niet is gesteld en ook niet is gebleken dat Tao de opzegging niet aanvaardde, moet het er voor gehouden worden dat de huurovereenkomst op die datum is geëindigd. Huur was Miss 21 dus niet verschuldigd vanaf mei 2020. Het gerecht verstaat de vordering van Tao als een schadevordering wegens niet nakoming. Miss 21 heeft de winkelruimte immers niet vóór 1 mei 2020 ontruimd, maar pas eind juni 2020 en vervolgens pas op 17 juli 2020 de sleutels ingeleverd en de woning daarmee eerst toen aan Tao ter beschikking gesteld. Tot die tijd kon Tao de winkelruimte niet aan een ander verhuren en derfde zij in beginsel huurinkomsten. Dat over deze periode, los van de kwalificatie daarvan, een vergoeding verschuldigd is aan Tao, heeft Miss 21 niet gemotiveerd bestreden. De vordering van Tao over de maanden mei tot en met juli is dus ook toewijsbaar als schadevergoeding.
4.2.3.
Na verrekening met de borg van Afl. 10.000,-- resteert te betalen aan achterstallige huur en schadevergoeding een bedrag van Afl. 4.200,--. De vordering zal tot dit bedrag worden toegewezen.
4.3.
Tao vordert verder betaling van een bedrag van Afl. 977,25 ter zake van kosten van herstel van de winkelruimte (reparatie plafond, reparatie voordeur en schilderwerk). Het gaat hierbij ook om schadevergoeding wegens niet nakoming van de huurovereenkomst. Tao stelt dat Miss 21 de winkelruimte bij het einde van de huur niet in goede staat aan haar heeft teruggegeven. Gesteld noch gebleken is dat bij aanvang van de huurovereenkomst tussen partijen een beschrijving is opgemaakt van de winkelruimte. Naar Arubaans recht (artikel 7:224 BW) wordt in zo’n geval verondersteld dat de huurder ten aanzien van het onderhoud dat ten laste van de huurder komt, behoudens tegenbewijs, het gehuurde in goede staat van onderhoud heeft ontvangen en moet hij het gehuurde in die staat teruggeven. Ter onderbouwing van zijn stelling dat Miss 21 de winkelruimte niet in goede staat heeft teruggegeven, heeft Tao een inspectierapport overgelegd. Daaruit blijkt dat het noodzakelijk was het plafond en voordeur te repareren (punten 03 en 05). Miss 21 heeft dat niet voldoende gemotiveerd bestreden. Zij heeft geen verweer gevoerd tegen de omvang van deze schadeposten. In zoverre is de vordering toewijsbaar. De schadepost ter zake verf heeft Tao bij betwisting door Miss 21 onvoldoende gemotiveerd. Deze schadepost komt niet terug in het inspectierapport. Dit deel van de vordering is niet toewijsbaar. Dat betekent dat de vordering ter zake herstelkosten zal worden toegewezen tot een bedrag van Afl. 735,02.
4.4.
Tegen de vordering met betrekking tot verbruikskosten water (WEB) heeft Miss 21 geen verweer gevoerd. Die vordering is toewijsbaar tot het gevorderde bedrag van Afl. 91,25.
4.5.
De slotsom is dat de vordering van Tao zal worden toegewezen tot een bedrag van Afl. 5.026,27. De rentevordering zal worden afgewezen, nu die onvoldoend bepaald is. Tao heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat zij buitengerechtelijke incassokosten heeft gemaakt. Zij heeft een deskundige ingeschakeld om een inspectierapport op te stellen en er zijn incassowerkzaamheden verricht. De vordering zal worden toegewezen tot een bedrag van Afl. 750,-- (1,5 punt van het liquidatietarief).
4.6.
Als de overwegend in het ongelijk gestelde partij dient Miss 21 de proceskosten van Tao te vergoeden.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
veroordeelt Miss 21 tot betaling aan Tao van een bedrag van Afl. 5.776,27;
veroordeelt Miss 21 in de proceskosten aan de kant van Tao begroot op Afl. 1.100,-- waarvan Afl. 1.000,--aan salaris gemachtigde;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A. van Voorthuizen, rechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 29 juni 2022 in aanwezigheid van de griffier.