ECLI:NL:OGEAA:2022:326

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
29 juni 2022
Publicatiedatum
27 september 2022
Zaaknummer
AUA202103642
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van een schuldvordering door Setar tegen een gedaagde in Aruba

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de naamloze vennootschap Servicio di Telecomunicacion di Aruba (Setar) N.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die in persoon procedeerde. De vordering betreft een openstaand bedrag van Afl. 5.412,27, dat voortvloeit uit twee overeenkomsten die de gedaagde met Setar had gesloten voor telefoon- en internetdiensten. De eerste overeenkomst werd op 8 november 2019 aangegaan en de tweede op 12 mei 2020, beide voor een periode van twee jaar. Setar vorderde betaling van het openstaande bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten.

De gedaagde heeft de vordering betwist en stelde dat de gevorderde bedragen niet overeenkomen met zijn verbruik. Setar heeft ter onderbouwing van haar vordering een overzicht van onbetaalde facturen overgelegd, maar deze waren onvoldoende onderbouwd. Het Gerecht oordeelde dat Setar niet had aangetoond dat de gedaagde de verschuldigde bedragen daadwerkelijk moest betalen, en dat de facturen niet voldoende waren toegelicht. Hierdoor werd de vordering afgewezen.

Het Gerecht heeft Setar, als de in het ongelijk gestelde partij, veroordeeld in de kosten van de procedure aan de zijde van de gedaagde, die tot op heden op nihil zijn begroot. De uitspraak vond plaats op 29 juni 2022, en het vonnis werd uitgesproken door rechter T.A.M. Tijhuis.

Uitspraak

Vonnis van 29 juni 2022
Behorend bij B.B. nr. AUA202103642
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
SERVICIO DI TELECOMUNICACION DI ARUBA (Setar) N.V.,
gevestigd in Aruba,
eiseres,
hierna ook te noemen: Setar,
gemachtigde: de advocaat mr. M.M.M.C. Ecury,
tegen:
[GEDAAGDE],
wonende te Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen [Gedaagde],
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het inleidend verzoekschrift met producties;
- de conclusie van antwoord;
- de akte niet dienen repliek.
1.2
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1 [
Gedaagde] is op 8 november 2019 een overeenkomst voor de duur van twee jaar aangegaan met Setar met betrekking tot de aansluiting, verbinding en het gebruik van een telefoon met nummer [telefoonnummer] en de verkoop van een telefoon voor een bedrag van Afl. 1.638,-. Blijkens de overeenkomst bedraagt de maandelijkse abonnementsprijs Afl. 249,-.
2.2
Op 12 mei 2020 is [gedaagde] een tweede overeenkomst met Setar aangegaan voor de (verlenging van de) telefoonaansluiting met nummer [telefoonnummer], eveneens voor de duur van twee jaar en met een maandelijkse abonnementsprijs van Afl. 137,-.
2.3
Bij brief van 15 september 2021 is [gedaagde] door Credit Care Aruba N.V. namens Setar aangemaand het wegens openstaande rekeningen verschuldigde bedrag van Afl. 5.412,27 binnen zeven dagen te betalen.
2.4 [
Gedaagde] is niet tot betaling overgegaan.

3.DE VORDERING EN DE BEOORDELING

3.1
Setar vordert dat het Gerecht bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad [gedaagde] veroordeelt:
a. tot betaling van het openstaande bedrag van Afl. 5.412,27, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 september 2021;
b. tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten van Afl. 750,-;
c. in de kosten van het geding en de nakosten;
dit alles middels het uitvaardigen van een rechterlijk bevel tot betaling.
3.2
Aan haar vordering legt Setar ten grondslag dat [gedaagde] zijn verplichtingen uit hoofde van de overeenkomsten niet is nagekomen en dat door deze tekortkoming de vordering opeisbaar is.
3.3 [
Gedaagde] heeft de vordering betwist. Blijkens zijn antwoord weerspreekt hij de hoogte van het gevorderde bedrag, (onder meer) omdat volgens hem in rekening wordt gebracht wat niet door hem is verbruikt.
3.4
Gelet op dit antwoord voert [gedaagde] tegenspraak, zodat Setar de gelegenheid tot repliek is geboden. Setar heeft daarvan geen gebruik gemaakt.
3.5
Ter onderbouwing van haar vordering heeft Setar een overzicht (Account Balance) overgelegd waarop onder meer factuurnummers (met ‘due dates’ van 8 april 2015 tot en met 8 juni 2021), factuurbedragen en de op deze facturen verrichte betalingen staan vermeld. Volgens dit overzicht is een vijftal facturen met in totaal een bedrag van Afl. 5.412,27 onbetaald gelaten. Stukken waaruit blijkt waar deze facturen op zien (welke overeenkomst, welke periode, welk verbruik) zijn niet overgelegd. Gelet hierop is de vordering van Setar, in het licht van het verweer van [gedaagde] dat hem kosten in rekening worden gebracht die hij niet heeft gemaakt, onvoldoende onderbouwd. Dit geldt temeer nu de ‘due dates’ van de betreffende facturen betrekking hebben op de maanden februari tot en met juni 2021, vier van deze facturen zien op een bedrag rond Afl. 650,-, de vijfde factuur op een bedrag van Afl. 2.888,32 en een dergelijk hoog bedrag ook overigens op het overgelegde overzicht niet voorkomt. Zonder een toelichting, die ontbreekt, valt, mede gelet op voormelde overeengekomen maandbedragen, niet in te zien waarom de betreffende bedragen (en zeker een zodanig hoog bedrag als laatstgenoemd) zijn gefactureerd. Het had op de weg van Setar gelegen de gevorderde bedragen te onderbouwen. Nu zij dit heeft nagelaten treffen haar stellingen geen doel. De vordering tot betaling van de facturen zal worden afgewezen.
3.6
Het voorgaande brengt mee dat de gevorderde wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten evenmin toewijsbaar zijn.
3.7
Setar zal als de in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de kosten van het geding aan de zijde van [gedaagde] gevallen. Deze kosten worden tot op heden begroot op nihil.

4.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
4.1
wijst het gevorderde af;
4.2
veroordeelt Setar in de kosten van de procedure, aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.A.M. Tijhuis, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 29 juni 2022 in aanwezigheid van de griffier.