ECLI:NL:OGEAA:2022:326
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een schuldvordering door Setar tegen een gedaagde in Aruba
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de naamloze vennootschap Servicio di Telecomunicacion di Aruba (Setar) N.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die in persoon procedeerde. De vordering betreft een openstaand bedrag van Afl. 5.412,27, dat voortvloeit uit twee overeenkomsten die de gedaagde met Setar had gesloten voor telefoon- en internetdiensten. De eerste overeenkomst werd op 8 november 2019 aangegaan en de tweede op 12 mei 2020, beide voor een periode van twee jaar. Setar vorderde betaling van het openstaande bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten.
De gedaagde heeft de vordering betwist en stelde dat de gevorderde bedragen niet overeenkomen met zijn verbruik. Setar heeft ter onderbouwing van haar vordering een overzicht van onbetaalde facturen overgelegd, maar deze waren onvoldoende onderbouwd. Het Gerecht oordeelde dat Setar niet had aangetoond dat de gedaagde de verschuldigde bedragen daadwerkelijk moest betalen, en dat de facturen niet voldoende waren toegelicht. Hierdoor werd de vordering afgewezen.
Het Gerecht heeft Setar, als de in het ongelijk gestelde partij, veroordeeld in de kosten van de procedure aan de zijde van de gedaagde, die tot op heden op nihil zijn begroot. De uitspraak vond plaats op 29 juni 2022, en het vonnis werd uitgesproken door rechter T.A.M. Tijhuis.