ECLI:NL:OGEAA:2022:295

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
4 maart 2022
Publicatiedatum
23 augustus 2022
Zaaknummer
575 van 2021, 777 van 2021, 778 van 2021 en 779 van 2021
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
  • M.E. Kelly
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvoering en verkrachting van ex-echtgenote, en grooming van minderjarige

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 4 maart 2022 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die zijn (ex-)echtgenote op 18 mei 2021 heeft ontvoerd en verkracht. De verdachte heeft de vrouw naar een afgelegen plek gebracht, waar hij haar met geweld heeft gedwongen tot seksuele handelingen. Daarnaast heeft hij zich schuldig gemaakt aan grooming van een 11-jarig meisje, door haar seksueel getinte berichten te sturen en haar te verzoeken hem te ontmoeten. De verdachte is ook veroordeeld voor het overtreden van de avondklok tijdens de COVID-19 pandemie. De officier van justitie heeft een gevangenisstraf van 48 maanden geëist, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar en verplichte hulpverlening voor zijn verslavingen en psychologische problemen. Het Gerecht heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 48 maanden, met een voorwaardelijk deel, en heeft de tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf gelast. De zaak benadrukt de ernst van de gepleegde feiten en de impact op de slachtoffers, waarbij het Gerecht rekening heeft gehouden met de psychische gevolgen voor de slachtoffers en de noodzaak van reclasseringstoezicht.

Uitspraak

Parketnummers: P-2021/03096, P-2019/14808, P-2020/03761 én P-2019/02571 en P-2018/08914 (TUL)
Zaaknummers: 575 van 2021, 777 van 2021, 778 van 2021 en 779 van 2021
Uitspraak: 4 maart 2022 Tegenspraak
Vonnis van dit Gerecht
in de gevoegde strafzaken tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats], te [adres],
thans gedetineerd in het huis van bewaring in Aruba.
Onderzoek van de zaak
Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 11 februari 2022. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. D.G. Croes occuperende voor mr. P.M.E. Mohamed (in de zaken met parketnummers P-2021/03096, P-2019/14808 en P-2020/03761), advocaten in Aruba.
De officier van justitie, mr. E. Stevens, heeft ter terechtzitting gerekwireerd en zijn op schrift gesteld requisitoir overgelegd.
De verdachte en zijn raadsvrouw hebben het woord ter verdediging gevoerd.
Tenlastelegging
Aan de verdachte zijn de feiten ten laste gelegd die zijn vermeld op de dagvaardingen. Een afschrift van de dagvaardingen is aan dit vonnis gehecht.
Formele voorvragen
Het Gerecht stelt vast dat de dagvaardingen geldig zijn, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaken, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

Beslissingen inzake het bewijs

Ten aanzien van het tenlastegelegde in de zaak met parketnummer P-2019/14808
Standpunt van de officier
In deze zaak wordt de verdachte ervan beschuldigd dat hij mevrouw [aangeefster 1] heeft mishandeld. Hoewel er voldoende bewijs is dat de verdachte mevrouw [aangeefster 1] met zijn vuisten heeft geslagen, de politie heeft dit immers waargenomen, ontbreekt bewijs dat de aangeefster letsel of pijn heeft ondervonden, zodat mishandeling niet bewezen kan worden verklaard, aldus de officier. Dit incident geeft echter wel aan dat er al langer problemen tussen de verdachte en de aangeefster speelden. De officier vordert vrijspraak.
Standpunt van de verdediging
De verdediging is het eens met de officier dat in deze de verdachte dient te worden vrijgesproken, nu de verdachte heeft ontkend mevrouw [aangeefster 1] te hebben mishandeld.
De beoordeling
Het Gerecht stelt voorop dat over het algemeen onder mishandeling valt, gedrag waarbij de verdachte een ander pijn of letsel toebrengt. Het Gerecht is met de officier van oordeel dat het dossier geen bewijs bevat voor letsel of pijn, zodat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan mishandeling. De verdachte zal dan ook hiervan worden vrijgesproken.
Ten aanzien van het tenlastegelegde in de zaak met parketnummer P-2020/03761
Standpunt van de officier
De officier heeft gesteld dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het tenlastegelegde, en verwijst daarbij naar de constatering van de politie en de bekentenis van de verdachte.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft gerefereerd aan het oordeel van het Gerecht.
De beoordeling
Bij de beoordeling van de vraag of verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan de tenlastegelegde overtreding van de avondklok neemt het Gerecht het volgende in aanmerking.
*De
verklaring van de verdachte, op 11 februari 2022 afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting, voor zover inhoudende, -zakelijk weergegeven-:
Ik heb de regels overtreden. Ze hebben me net na 21:00 uur betrapt. Ik heb de avondklok overtreden.
*Een proces-verbaal van bevinding en aanhouding van 1 april 2020, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant], brigadier bij het Korps Politie Aruba, voor zover inhoudende, als
relaas van die verbalisant, -zakelijk weergegeven-:
Op 1 april 2020, omstreeks 21:10 uur, was ik in uniform gekleed op surveillance. Op dat moment zag ik op de openbare weg en wel buiten een woning en/of verblijfgelegenheid ter hoogte van het perceel [adres], een man, die later opgaf te zijn genaamd: [verdachte].
Gezien het al later was dan 21.00 uur werd door deze persoon het in artikel 1 van de bovenomschreven Ministeriële beschikking verboden verklaarde feit overtreden.
Aanhouding: Naar aanleiding van vorenstaande heb ik de bovengenoemde verdachte op 1 april 2020, te 21:20 uur, aangehouden als verdacht van overtreding van artikel 1 van de Algemene Regeling Bestrijding COVID-19.
Ten aanzien van het tenlastegelegde in de zaak met parketnummer P-2021/03096 [1]
De feiten
De verdachte is op 12 april 2019 getrouwd met de aangeefster. De verdachte wordt ook “[bijnaam verdachte]” genoemd. De aangeefster heeft drie dochters uit een eerdere relatie. De oudste dochter heeft [getuige]. Zij is geboren op 5 december 2008.
Standpunt van de officier
De aangeefster heeft op 15 februari 2020 en op 19 mei 2021 aangifte gedaan van verkrachting gepleegd door de verdachte. Deze verkrachtingen zijn onder feit 1 tenlastegelegd. Voor de verkrachting gepleegd in februari 2020 bevat het dossier onvoldoende steunbewijs. De tweede verkrachting uit mei 2021, kan wel wettig en overtuigend bewezen worden verklaard, aldus de officier.
Onder feit 2 is – kort gezegd- “grooming” van de 11-jarige dochter van de aangeefster tenlastegelegd. Ook dit feit kan wettig en overtuigend worden bewezen, aldus de officier. Het beschermde belang in deze is de bescherming van minderjarigen tegen volwassenen die vanuit hun eigen lustgevoelens dit soort berichten sturen.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft betoogd dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van alle feiten. De verdachte heeft steeds ontkend dat hij de aangeefster heeft verkracht: zij heeft immers gevraagd of hij een condoom had en dat was voor hem een ja. De berichten heeft hij naar de dochter van de aangeefster gestuurd, in haar opdracht, aldus de verdediging.
De beoordeling
Bij de beoordeling van de vraag of verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het tenlastegelegde neemt het Gerecht het volgende in aanmerking.
Ten aanzien van feit 1: verkrachting
* Bijlage 9Een proces-verbaal van aangifte van 19 mei 2021, voor zover inhoudende, als
verklaring van de aangeefster [aangeefster 1], -zakelijk weergegeven-:
Tijdens ons huwelijk hadden wij veel problemen. In februari 2020 maakte ik een einde aan onze relatie en begon ik met de procedure voor echtscheiding. Gisteren omstreeks 18:15 uur verliet ik mijn huis te voet. Ik was onderweg naar de gym. Gekomen bij de bocht ten noorden van Peking restaurant te Santa Cruz zag ik [verdachte] in zijn auto aankomen. Toen hij mij zag, ging hij van het wegdek af, aan de andere kant van het wegdek waar ik op dat moment was. Hierna begon hij mij te verzoeken om even bij hem te komen horen. Ik gaf hem te weten dat ik niet bij hem kon komen gezien ik een afspraak had bij de gym. Hierna liep ik door. [verdachte] keerde de auto om en kwam mij weer achterna. Toen hij naast mij met de auto was gekomen, deed hij de deur aan de passagierszijde open en zei mij om in de auto te stappen. Ik bleef hem zeggen dat ik dat niet zal doen. Hij bleef naast mij met de auto rijden totdat wij iets verderop kwamen en hij van het wegdek kon gaan. Toen stopte hij de auto voor mij en stapte uit. Hij kwam op mij af en hij begon mij te bedreigen, dat ik per direct in de auto moest stappen anders zou hij mij met kracht in de auto doen en dat ik dan zou zien wat er zou gebeuren. Ik rende toen het wegdek over en rende een Spa binnen. Binnen bij de Spa verzocht ik de vrouw van de Spa om de politie op te bellen gezien mijn ex-echtgenoot mij achterna was en dat hij mij wilde ontvoeren. Vervolgens kwam [verdachte] het gebouw binnen en zei tegen mij om met hem te gaan anders zou hij kracht gebruiken om mij naar de auto te brengen. [verdachte] zei dat hij niet bang was voor de mensen die daar aanwezig waren en dat hij mij met kracht naar buiten zal brengen in bijzijn van iedereen. Vervolgens hield [verdachte] mij vast en trok mij naar buiten. Hij hield mij vast aan mijn T-shirt of aan mijn armen. Ik herinner dat ik tegenstribbelde zodat hij mij niet kon wegslepen maar het was mij niet gelukt. [verdachte] sleepte mij naar buiten en plaatste mij in zijn auto. Hij deed de deur aan de bestuurderszijde open en deed mij in de auto en hierna stapte hij in de auto en hij reed vandaar weg. Terwijl hij wegreed, schreeuwde hij tegen mij dat hij mij zou gaan slaan en mijn hoofd zal breken. Ik bleef hem vragen om ermee te stoppen en dat ik niet met hem wilde zijn. Hij zei op gegeven moment om mijn mond te houden en dat hij mij zou gaan neuken. Ik zei tegen hem dat ik geen vleselijk gemeenschap met hem wilde hebben. Onderweg nam ik mijn mobiele telefoon. Ik had toen mijn nicht genaamd [slachtoffer] een bericht gestuurd. Intussen kwamen wij bij het pompstation te Paradera. Terwijl hij met zijn hoofd naar beneden zat, begon ik te filmen via Whatsapp om deze naar mijn nicht te sturen. Ik begon te filmen en ik trachtte uit de auto te stappen. Toen [verdachte] dat zag, trok hij mij weer in de auto. Vervolgens begon hij van daar weg te rijden gezien de mensen bij het pompstation gezien hadden hoe hij mij in de auto had getrokken.
Hij reed toen richting Santa Cruz. Bij het pompstation stuurde ik mijn nicht weer een bericht. Ik schreef “pompstation Sta Cruz”. Vandaar reden wij verder door. Toen wij te Coba Lodo aankwamen, stopte hij bij een supermarkt. Terwijl ik op hem wachtte, stuurde ik mijn dochter genaamd [oudste dochter] enkele berichten via Whatsapp. Ik stuurde haar toen de locatie waar ik me bevond. Hierna kwam [verdachte] weer in de auto. Vandaar reed hij naar een afgelegen softball veld. Toen we daar aankwamen, verzocht hij mij om uit de auto te stappen. Ik gaf hem te weten dat ik niet uit de auto wilde stappen. [verdachte] stapte toen uit de auto en kwam aan de passagierszijde. Hij deed de deur open en trok mij uit de auto. Mijn T-shirt werd daarbij vernield. Hierna probeerde hij mij kussen te geven aan mijn gezicht, op mijn mond en hij bleef mij aan mijn nek likken. Ik gaf hem toen weer te weten dat ik geen vleselijk gemeenschap met hem wilde hebben. Hij zei toen om mij geen zorgen te maken omdat hij een condoom bij zich had. Vervolgens duwde hij mij op de motorkap, en begon aan mijn sportbroek te trekken. Ik trachtte mijn broek vast te houden, maar hij trok deze met kracht waarna dit vernield raakte. Hierna was het hem gelukt om mijn broek en slipje uit te trekken. Hij tilde mij toen op en plaatste mij op de motorkap. Ik begon toen in zijn richting te schoppen. [verdachte] hield me toen met kracht vast aan beide benen en zei dat als ik niet stil bleef hij mij weldegelijk zou mishandelen en dat mijn grootmoeder en mijn familie mij nooit meer zouden zien.
Ik huilde en smeekte hem om dat niet te doen omdat ik geen besmettelijke ziekte wilde krijgen. (slachtoffer begon te huilen)
[verdachte] deed mijn benen vervolgens open, deed zijn broek omlaag en penetreerde mij vervolgens met zijn penis in mijn vagina. Het deed vreselijk veel pijn. Ik huilde maar [verdachte] maakte zich daar geen zorgen over. Na ongeveer 2 minuten was [verdachte] klaar en hij had een zaadlozing in mijn vagina gehad. Toen hij klaar was, glimlachte hij op een sarcastische manier en zei tegen mij dat hij mij toch weer had gekregen en dat ik van hem was. Hij zei dat hij mij had verteld dat hij mij zou gaan neuken. Ik pakte mijn slipje en mijn sportbroek van de grond, en deed mijn slipje weer aan. Er kwam toen een auto aanrijden. Toen hij dat zag, stapte hij in zijn auto. Toen de auto dichterbij kwam, zag ik dat het de auto van mijn grootmoeder was. Ik begon toen tegen mijn grootmoeder te schreeuwen zodat zij mij kon zien. Mijn grootmoeder stopte de auto. Toen [verdachte] hoorde dat mijn grootmoeder degene was die in de auto daar was aangekomen, startte hij zijn auto en trachtte van daar weg te rijden. Ik had mijn sportbroek intussen weer aangedaan en ik rende naar mijn grootmoeder toe en ik stapte in haar auto.
*
Bijlage 28Een proces-verbaal van verhoor verdachte van 8 juni 2021, voor zover inhoudende, als
verklaring van [verdachte], -zakelijk weergegeven-:
Op bedoelde dag (
het gerecht begrijpt: 18 mei 2021)was ik onderweg naar Paradera. Gekomen in de omgeving van Huchada zag ik [aangeefster 1]. Ik noem haar ook [slachtoffer]. De meeste keren noem ik haar [aangeefster 1]. [aangeefster 1]was daar te voet. Ik wilde met haar praten. Ik stopte mijn auto en ik vroeg haar om bij mij te komen. Zij gaf mij toen te weten dat ze niet bij mij zal komen. Vervolgens liep zij naar een zaak in de omgeving. Volgens mij betrof dat een kapsalon of zo. Ik ging haar toen achterna. Ik ging het gebouw toen binnen. Ik heb haar toen aan haar arm vastgehouden en bracht haar naar buiten. Vervolgens plaatste ik haar in de auto en ik reed vandaar weg. Ik reed toen richting het pompstation te Paradera. Toen wij daar aankwamen, stopte ik de auto bij een van de pompen. [slachtoffer] stapte uit de auto. [aangeefster 1] wilde weglopen, maar ik hield haar vast aan haar arm en trok haar weer in de auto. Ik schaamde mij toen voor wat er daar was gebeurd, dus ik reed weg. Ik reed toen richting Sta. Cruz en heb daar getankt. Ik zei vervolgens tegen haar dat ik haar ergens zou brengen zodat we met elkaar konden praten. Hierna ben ik naar het veld van Arikok gegaan. Toen wij bij het veld aankwamen, begonnen wij met elkaar te praten. Ik begon haar toen te versieren en ik vroeg haar om vleselijk gemeenschap met elkaar te gaan hebben. Ze zei tegen mij dat zij geen vleselijk gemeenschap met een landloper zal hebben. Hierna bleef ik aandringen. Op een gegeven moment begon ik haar te beffen.
*
Bijlage 13Een proces-verbaal van verhoor getuige van 31 mei 2021, voor zover inhoudende, als
verklaring van [getuige], schoonheidsspecialist bij Richelle Beauty Vision, -zakelijk weergegeven-:
Op dinsdag 18 mei 2021 liep een vrouw naar binnen. Zij was gekleed in gymkleding. Zij zei tegen mij: “Alstublieft, alstublieft, bel de politie op. Mijn ex staat buiten en hij wilt mij meenemen.” Ik was geschrokken. Vervolgens kwam de man het gebouw binnen. Hij sprak de vrouw aan. Hij zei tegen de vrouw: “Ik maak me geen zorgen. Het kan me geen fuck schelen, je gaat met mij mee”. Wij waren allemaal vrouwen in het gebouw. We wisten niet wat we moesten doen. De man gedroeg zich agressief. Hij hield haar vast en sleepte haar mee. De vrouw was bang.
* Bijlage 11Een proces-verbaal van verhoor van 3 juni 2021, voor zover inhoudende, als
verklaring van de getuige [getuige], -zakelijk weergegeven-:
Op 18 mei om 18:55 uur kreeg ik een bericht van mijn nicht [slachtoffer]
(het gerecht begrijpt dat hiermee aangeefster [slachtoffer] wordt bedoeld)om mama te bellen. Met mama bedoelde zij haar grootmoeder, zijnde mijn tante. Vervolgens schreef zij om haar te vertellen om de politie op te bellen, dat zij richting de gym was en dat hij met haar was. Ik kon vernemen dat er iets aan de hand was met [verdachte] gezien ze heel kort schreef. Vervolgens schreef zij om vlug te doen. Hierna schreef zij “[verdachte]”. [verdachte] is de ex-echtgenoot van mijn nicht [slachtoffer] en wordt door iedereen [verdachte] genoemd. Ik vroeg [slachtoffer] toen waar zij bevond en zij schreef toen Paradera en dat [verdachte]zo direct haar mobiele telefoon van haar zal afnemen. Vervolgens stuurde ze mij een korte opname. Op de opname kon ik zien dat [slachtoffer] uit de auto stapte en dat zij vervolgens door iemand weer in de auto werd getrokken. Ik kon zien dat [verdachte] degene was die in de auto zat en ik herkende de auto van [verdachte] aan de kleur. Even later stuurde [slachtoffer] mij weer een bericht. In dat bericht schreef ze “pompstation Santa Cruz”. Hierna vroeg [slachtoffer]aan mij of ik de politie had opgebeld. In tussentijd kreeg ik contact met [oudste dochter] en ik had haar toen verteld om mama op de hoogte te stellen dat [verdachte] haar moeder in de auto had gedaan en dat ze toen bij het pompstation te Santa Cruz bevonden. Mama en [oudste dochter] gingen [slachtoffer] toen zoeken. Ik had [slachtoffer]verschillende berichten gestuurd maar zij antwoordde mij niet meer. Na ongeveer 40 à 45 minuten later kreeg ik weer een bericht van [slachtoffer]. Zij gaf mij te weten dat zij in de auto was met mama en dat zij de volgende dag aangifte zou gaan doen tegen [verdachte].
*
Bijlage 15De als bijlage bij het proces-verbaal van bevinding “Whatsappgesprek” van 6 juni 2021, opgemaakt en ondertekend door verbalisant [verbalisant], brigadier eerste klasse en gecertificeerde Zeden Rechercheur bij het Korps Politie Aruba, bijgevoegde screenshots van een whatsapp gesprek van 18 mei 2021.
*
Bijlage 12Een proces-verbaal van verhoor van 31 mei 2021, voor zover inhoudende, als
verklaring van de getuige [getuige], -zakelijk weergegeven-:
Mijn kleindochter wordt door ons [slachtoffer] genoemd. Op 18 mei verliet [slachtoffer] ons huis om naar de gym te gaan in de omgeving van Bright Bakery. Omstreeks 19:00 uur had [slachtoffer] haar dochter [oudste dochter]
(het gerecht begrijpt dat hiermee getuige [oudste dochter] wordt bedoeld)opgebeld om haar door te geven dat zij ontvoerd werd door [verdachte]. [slachtoffer] had [oudste dochter] ook verteld dat zij een Spa binnenrende en dat [verdachte] haar achterna was gegaan en dat [verdachte]haar uit bedoelde spa had weggesleept en in zijn auto had geplaatst. Hierna reed [verdachte] weg met haar. [slachtoffer] vertelde haar dochter telkens waar zij zich toen bevond. [oudste dochter] had mij toen verteld wat haar moeder haar had verteld. Op een gegeven moment gaf [slachtoffer] haar dochter te weten dat ze ergens in Coba Lodo waren. Hierna gaf [slachtoffer] haar dochter te weten dat ze onderweg naar een oud veld te Shete waren. Ik stapte toen in mijn auto samen met [oudste dochter]. Wij reden toen richting Shete.
Op een gegeven moment kwamen wij bij een afgelegen veld. Toen ik het veld opreed, zag ik de auto van [verdachte] geparkeerd naast een container en ik zag dat [verdachte] op dat moment net uit de auto stapte. Hij had geen T-shirt aan. Ik zag dat [slachtoffer] buiten de auto stond. Ik kan me niet herinneren of [slachtoffer] haar kleren op dat moment aanhad, maar ik herinner me wel dat zij kleren in haar handen had. Toen [verdachte] mij zag, stapte hij in de auto en trachtte weg te rijden. Thuis had [slachtoffer] mij verteld over de ontvoering en [slachtoffer] had mij ook verteld dat [verdachte] haar bij de veld had verkracht. De T-shirt die [slachtoffer] aan had was vernield aan een van de mouwen.
Ten aanzien van feit 2
**De
verklaring van de verdachte, op 11 februari 2022 afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting, voor zover inhoudende, -zakelijk weergegeven-:
Ik heb chatgesprekken naar [oudste dochter] gestuurd.
**Bijlage 4Een proces-verbaal van aangifte van 8 september 2020, voor zover inhoudende, als
verklaring van de aangeefster [slachtoffer], -zakelijk weergegeven-:
Ik kom aangifte doen tegen mijn man genaamd [verdachte]. Gisteren was ik bij het appartement waar [verdachte]en ik woonden. In de ochtenduren zag ik dat [verdachte] raar deed met zijn mobiele telefoon. Op een gegeven moment liep hij naar buiten. Ik heb zijn mobiele telefoon doorzocht. Ik zag dat hij berichten via Whatsapp had gestuurd naar mijn dochter genaamd [oudste dochter]. Mijn dochter [oudste dochter] is 11 jaar oud. Hij heeft geen respect voor mijn dochter. Hij vroeg [oudste dochter] om foto’s van haar intieme gedeelte naar hem te sturen. Hij vertelde [oudste dochter] dat hij haar wilde beffen. Dat hij niet kon wachten tot mijn dochter ouder wordt zodat hij haar kan neuken. Dat zij heel mooi is. Dat soort berichten had [verdachte] naar [oudste dochter] gestuurd via Whatsapp.
** Bijlage 5Een proces-verbaal van samenvatting van audiovisuele registratie van 1 oktober 202
, voor zover inhoudende, als
samenvatting van de verklaring van de getuige [oudste dochter], -zakelijk weergegeven-:
  • Dat haar naam [oudste dochter] is.
  • Dat haar achternaam [achternaam [oudste dochter] is.
  • Dat zij elf jaar oud is, in december wordt zij twaalf.
  • Dat zij in de zesde klas zit.
  • Dat haar moeder [slachtoffer] heet.
  • Dat zij hier is voor het geval van pedofiel.
  • Dat haar moeder een vriend had genaamd [verdachte].
  • Dat hij een slechte man was.
  • Dat zij het oude telefoonnummer van [verdachte] had.
  • Dat haar moeder haar vertelde om het mobiele telefoonnummer te blokkeren.
  • Dat zij dat ook had gedaan.
  • Dat hij een ander mobiele telefoon had gekregen.
  • Dat zij niet weet hoe hij haar mobiele telefoonnummer had gekregen.
  • Dat hij een bericht naar haar had gestuurd via de mobiele telefoon.
  • Dat hij een telefoonkaart voor haar via sms-bericht had gestuurd.
  • Dat zij gebruik maakte van de telefoonkaart.
  • Dat hij twee keer berichten had gestuurd.
  • Dat het vijf keren waren.
  • Het was drie keren gebeurd dat zij aan het douchen was en dat hij de badkamer binnenkwam.
  • Dat hij zachtjes kwam en de deur probeerde open te maken.
  • Dat zij hem met een hoge stem had verteld om weg te gaan.
  • Dat hij dan wegrende.
  • Dat begin van dit jaar er slecht weer was.
  • Dat de elektriciteit bij hen thuis was uitgevallen.
  • Dat haar moeder een facebook account had gemaakt voor hem en haar samen.
  • De naam op facebook was [slachtoffer] [verdachte].
  • Dat zij dacht, dat het alleen van haar moeder was.
  • Dat zij aan haar moeder vroeg: “Goede avond mami, kan mami een zaklantaarn voor ons brengen, want er is geen elektriciteit”.
  • Dat zij gemerkt had dat het niet haar moeder was.
  • Dat haar moeder niet zo praat.
  • Dat het de man was.
  • Dat hij had gezegd dat hij met een zaklantaarn zou komen.
  • Dat zij dacht dat het haar moeder was.
  • Dat hij haar vroeg of zij zich nog kon herinneren toen hij in de badkamer kwam.
  • Dat hij vroeg: “Hoe gaat het”.
  • Dat zij antwoordde: “Hoe gaat het”.
  • Dat hij aan haar vroeg om een foto van haar gezicht voor hem te sturen zodat hij kon zien dat het haar was.
  • Dat zij de foto had gestuurd voor hem.
  • Dat hij een bericht naar haar stuurde van “Wauw, je bent mooi”. Samen met harten emoji’s.
  • Dat zij antwoordde van oké.
  • Dat hij als een pedofiel bleef praten.
  • Dat hij alweer vroeg of zij zich nog kan herinneren over het geval van de badkamer.
  • Dat hij haar vertelde dat hij nu de gelegenheid heeft om met haar te praten omdat haar moeder aan het slapen is.
  • Dat hij haar vertelde dat hij haar wou zien.
  • Dat zij aan hem vroeg: “waarom”
  • Volgens haar had hij het volgende gezegd: “Je bent mooi en ik wil je zien”.
  • Dat zij hem had verteld om te stoppen want iets kan verkeerd gaan, iemand kan het weten.
  • Dat hij haar vertelde dat ze dan zullen stoppen. .
  • Dat na een uur zij weer berichten van hem kreeg.
  • Dat hij tegen haar zei: “Ik heb verlangen om jou te zien”.
  • Dat hij, haar vertelde dat hij een foto wou krijgen van haar ondergedeelte.
  • Dat zij hem van nee beantwoordde.
  • Dat hij, haar bleef vertellen om alstublieft een foto voor hem sturen.
  • Dat hij zag dat ik niets voor hem had gestuurd.
  • Dat zij hem vertelde, misschien wanneer zij ouder wordt.
  • Dat hij antwoordde dat het te lang zal duren.
  • Dat zij hem vertelde om geduld te hebben.
  • Dat hij herhaaldelijk alstublieft zei.
  • Dat hij zin heeft om haar onderste te breken.
  • Dat zij van nee beantwoorde, wanneer zij ouder is.
  • Dat hij vervolgens haar vroeg of zij hem kan ontmoeten.
  • Dat zij hem vertelde van nee.
  • Dat haar grootmoeder thuis was en iets vermoeden.
  • Dat hij met haar wou praten.
  • Dat zij van nee beantwoordde.
  • Dat zij de mobiele telefoon had uitgemaakt.
  • Dat wanneer zij haar wifi uitdoet, hij berichten gewoon door blijft sturen.
  • Dat zij dan mobiele data aan deed.
  • Dat zij dan zijn berichten zag via “Whatsapp” van: “Alstublieft kom.”
  • Dat zij hem vertelde van nee.
  • Dat zij hem vertelde dat zij bang is voor hem, gezien alles wat hij met haar moeder had gedaan.
  • Dat er vijf gevallen zijn, twee over de berichten en drie dat hij in de badkamer wou komen.
  • Dat hij de badkamer probeerde binnen te dringen maar zij vertelde hem om weg te gaan.
  • Dat de eerste keer was per ongeluk.
  • Dat zij zeep aan het gebruiken was en zij niet kon horen.
  • Dat hij de tweede keer stilletjes kwam.
  • Dat hij de derde keer als een dief kwam en binnen probeerde te komen.
  • Dat hij de deur opendeed. Dat hij zijn hoofd omlaag deed en naar beneden keek.
  • Dat hij dan zijn hoofd omhoog deed.
  • Dat toen zij hem zag, zij tegen hem zei: “[verdachte] ga naar buiten”.
  • Dat [verdachte] de deur dicht deed en wegging.
  • Dat hij soms onbeleefd met haar sprak.
  • Dat er gevallen waren geweest waar haar moeder thuis was en hij met haar knipoogde.
  • Dat hij haar altijd kwam omhelzen.
  • Dat hij zijn handen laag plaatste over haar rug.
  • Dat de man haar verteld had om de berichten te verwijderen.
**
Bijlage 26Een proces-verbaal van 3de verhoor verdachte van 28 mei 2021, voor zover inhoudende, als
verklaring van [verdachte], -zakelijk weergegeven-
Ik had inderdaad enkele berichten naar [oudste dochter] gestuurd. Ik heb beltegoed voor haar gekocht. Ik was een keer in hun badkamer gegaan. Toen ik de badkamerdeur opendeed, zag ik dat [oudste dochter], de dochter van [slachtoffer], aan het douchen was.

Bewijsoverweging

Het Gerecht grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de hierboven opgenomen bewijsmiddelen zijn vervat en redengevend zijn voor de bewezenverklaring.
Daarbij wordt opgemerkt dat ieder bewijsmiddel, ook in zijn onderdelen, slechts wordt gebruikt tot bewijs van dat bewezen verklaarde feit, of die bewezen verklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Voorts wordt opgemerkt dat in de bewijsmiddelen geen (expliciete) landsaanduiding is opgenomen, maar dat algemeen bekend is dat de in die bewijsmiddelen wel opgenomen plaatsen zijn gelegen in Aruba.
De verweren van de raadsvrouw vinden hun weerlegging in de gebezigde bewijsmiddelen en behoeven daarom geen nadere bespreking.

Bewezenverklaring

Het Gerecht acht - op grond van de hierna weergegeven bewijsmiddelen - wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte in de zaak met parketnummer P-2020/03761 alsmede onder feiten 1 en 2 primair in de zaak met parketnummer P-2021/03096 is ten laste gelegd, met dien verstande (dat):
In de zaak met parketnummer P-2020/03761
hij zich op 1 april 2020 omstreeks 21:10
uurte Aruba op of aan de openbare weg, te weten op of nabij de weg Piedra Plat (ter hoogte van perceel nr. [huisnummer]) buiten zijn woning en/of verblijfsgelegenheid
begaf en/ofbevond.
In de zaak met parketnummer P-2021/03096
1. dat hij op
een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 februari 2019 tot en met18 mei 2021 in Aruba door geweld of een andere feitelijkheid en
/ofbedreiging met geweld of een andere feitelijkheid [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die
(mede)bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende hij, verdachte,
meermalen, althans eenmaalzijn penis
en/of vingeren
/oftong in/tegen de vagina van die [slachtoffer] gebracht en
/ofgehouden, en welk geweld of die andere feitelijkheid en
/ofwelke bedreiging met geweld of die andere feitelijkheid hierin
heeft/hebben bestaan dat hij, verdachte,
- die [slachtoffer] aan haar haren heeft vastgegrepen en/of vervolgens naar zijn auto heeft getrokken en/of geduwd in zijn auto en/of
- (vervolgens) de deuren van de auto op slot heeft gezet en/of
- een mes tevoorschijn heeft gehaald en/of dit mes tegen zijn eigen hals heeft gezet en/of
- een schaar heeft gepakt en/of met dat mes op die [slachtoffer] afkwam, terwijl hij aan die [slachtoffer] vroeg of zij een andere man had of met andere mannen aan het praten was en/of
- (vervolgens) tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat als hij zag dat zij met andere mannen aan het praten was, hij haar zou doden en/of
- de onderbroek van die [slachtoffer] op een ruwe manier heeft uitgetrokken en/of (vervolgens) die [slachtoffer] op het bed heeft geduwd
- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat als zij niet in de auto stapt, hij haar met kracht in de auto zou stoppen en dat zij dan zal zien wat er zal gebeuren en
/of
- die [slachtoffer] heeft getrokken en
/ofgesleept naar de auto en
/of
- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat hij haar gaat slaan en haar hoofd zal breken en
/of
- die [slachtoffer] uit de auto heeft getrokken en
/of (vervolgens
)op
/tegende motorkap heeft geduwd en
/of
- met kracht aan de broek van die [slachtoffer] heeft getrokken en deze heeft vernield en
/of
-
(vervolgens
)die [slachtoffer] heeft opgetild en op de motorkop heeft geplaatst en
/of
- de benen van die [slachtoffer] met kracht heeft vastgehouden en
/oftegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat als zij niet stil bleef hij
jaarhaarzou mishandelen en dat haar grootmoeder en familie haar nooit meer zouden zien.
2. dat hij op
een ofmeer tijdstippen in
of omstreeksde periode van 1 januari 2020 tot en met 7 september 2020 in Aruba, door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst, te weten Facebook Messenger en
/ofWhatsApp [oudste dochter] (geboren op 6 december 2008), van wie verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, een ontmoeting heeft voorgesteld met het oogmerk ontuchtige handelingen met die [oudste dochter] te plegen, terwijl
hij,verdachte
enigehandeling
enheeft ondernomen gericht op het verwezenlijken van die ontmoeting, door
- meermalen via Facebook Messenger en
/ofWhatsapp contact te leggen met
voernoemdedie[oudste dochter] en
- aan die [oudste dochter] seksueel getinte berichten te zenden en
- aan die [oudste dochter] voor te stellen seksuele handelingen met hem, verdachte, te plegen en dulden en
- die [oudste dochter] duidelijk te maken dat hij haar graag zou willen ontmoeten.
Het Gerecht acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd; omwille van de leesbaarheid zijn ook wijzigingen aangebracht in de bewezenverklaring (
cursief). De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
In de zaak met parketnummer P-2020/03761
Overtreding van artikel 5, eerste lid, van de Algemene Regeling Bestrijding COVID-19 V [2] ,
strafbaar gesteld bij artikel 19 van de Calamiteitenverordening.
In de zaak met parketnummer P-2021/03096
Feit 1: Verkrachting,
strafbaar gesteld bij artikel 2:197 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba
Feit 2 primair: Met gebruikmaking van een communicatiedienst een ontmoeting voorstellen aan iemand waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt, met het oogmerk ontuchtige handelingen te plegen met die persoon, welk voorstel tot ontmoeting is gevolgd door enige handeling gericht op het verwezenlijken van die ontmoeting, meermalen gepleegd,
strafbaar gesteld bij artikel 2:207 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.

Strafbaarheid van de verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.

Oplegging van straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van achtenveertig (48) maanden waarvan zes (6) maanden voorwaardelijk met aftrek van voorarrest en een proeftijd van drie (3) jaren met daarbij reclasseringstoezicht als bijzondere voorwaarde, ook als dit inhoudt psychologische begeleiding en behandeling voor diens verslavings- en agressieproblematiek.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft strafmaatverweer gevoerd.
De beoordeling door het gerecht
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zijn (ex-)echtgenote, met wie hij niet meer samenwoonde, op 18 mei 2021 ontvoerd en gebracht naar een afgelegen plek waar hij haar heeft verkracht. Voor het slachtoffer moet deze gebeurtenis zeer traumatisch zijn geweest. De verdachte heeft door zijn handelen op zeer grove wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer en de belangen van het slachtoffer heeft hij ondergeschikt gemaakt aan de bevrediging van zijn (seksuele) behoeften. Het is een feit van algemene bekendheid dat slachtoffers van dit soort feiten nog jarenlang last kunnen hebben van de psychische gevolgen daarvan. Het Gerecht rekent de verdachte dit zwaar aan.
Daarnaast heeft de verdachte zich ook schuldig gemaakt aan het voorstellen van een 11-jarig meisje om hem te ontmoeten en haar meermalen seksueel getinte berichten te sturen. Door zo te handelen heeft de verdachte niet gedacht aan de psychische schade dat dergelijk handelen bij een minderjarige kunnen veroorzaken. Ook dit rekent het Gerecht de verdachte ernstig aan.
Naast de hierboven vermelde misdrijven heeft de verdachte zich ook schuldig gemaakt aan - kort gezegd - overtreding van de avondklok. Door aldus te handelen heeft hij het urgente belang van de volksgezondheid van Aruba, dat vanwege de uitbraak van Covid-19 in het geding was, geschonden. Op dat moment was een ramp in Aruba gaande, namelijk de verspreiding van Covid-19. Door zich niet te houden aan de noodzakelijke regels ter voorkoming van de verspreiding van Covid-19 heeft de verdachte de algemene volksgezondheid van Aruba in gevaar gebracht.
Naar het oordeel van het Gerecht kan gelet op de ernst van het bewezen verklaarde niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt.
Het Gerecht zoekt -ter zake van de verkrachting- aansluiting bij de oriëntatiepunten straftoemeting, waarin het gebruikelijke rechterlijke straftoemetingsbeleid van het Hof en de Gerechten in eerste aanleg zijn neerslag heeft gevonden. Daarin wordt voor een verkrachting als indicatie een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren gegeven. In dit geval komt daar als strafverzwarende omstandigheid nog bij, dat de verdachte het slachtoffer heeft ontvoerd.
Het Gerecht heeft tevens acht geslagen op het reclasseringsrapport van 31 januari 2022. De reclassering acht het recidiverisico zeer hoog en adviseert om aan de verdachte reclasseringstoezicht op te leggen, ook als dit inhoudt gedwongen hulp om aan zijn verslavingen te werken en psychologische hulp voor zijn emotionele problemen én zijn agressie. Ter terechtzitting heeft de verdachte aangegeven dat hij bereid is om mee te werken aan reclasseringstoezicht.
De verdachte is, zo blijkt uit zijn strafkaart, eerder (in 2019) in de zaken met parketnummers P-2018/08914 en P-2019/02571 onherroepelijk veroordeeld voor bedreiging met misdrijf en vernieling. Daarvoor heeft hij een voorwaardelijke taakstraf opgelegd gekregen met een proeftijd van twee jaar.
De verdachte heeft het bewezen verklaarde gepleegd in voornoemde proeftijd. Voornoemde voorwaardelijke taakstraf (40 u) zal dan ook ten uitvoer worden gelegd.
Het Gerecht betrekt in het nadeel van de verdachte dat het tonen van enig inzicht in het laakbare van zijn gedragingen is uitgebleven.
Het Gerecht is na een en ander te hebben afgewogen, tot de slotsom gekomen dat de ernst van het bewezen verklaarde voldoende tot uitdrukking komt in de door de officier van justitie gevorderde straf. Het Gerecht is van oordeel dat een gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden is. Het Gerecht zal een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk opleggen. Het voorwaardelijke strafdeel dient er toe de bijzondere voorwaarde op te leggen zoals geadviseerd door Reclassering Aruba.

Vordering tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordeling

Bij vonnis van 6 juni 2019 in de -gevoegde zaken- met parketnummers P-2019/02571 en P-2018/08914 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Aruba de verdachte ter zake van, kort gezegd, bedreiging met enig misdrijf en vernieling veroordeeld tot een taakstraf van honderd (100) uren waarvan veertig (40) uren voorwaardelijk en bij het niet of niet naar behoren verrichten van deze taakstraf zal vervangende hechtenis worden toegepast voor de duur van dertig (30) dagen. Ten aanzien van die voorwaardelijke straf is de proeftijd op twee (2) jaren bepaald onder de algemene voorwaarde dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
De officier van justitie heeft gevorderd dat het Gerecht zal gelasten dat die voorwaardelijke straf alsnog ten uitvoer zal worden gelegd, omgezet in dertig dagen vervangende hechtenis.
Nu gebleken is dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan meerdere strafbare feiten heeft schuldig gemaakt, is het Gerecht van oordeel dat de tenuitvoerlegging van deze straf dient te worden gelast. De uit te voeren taakstraf van veertig (40) uur zal worden omgezet in een vervangende hechtenis naar de maatstaf van een dag hechtenis voor elke twee uren.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 1:19, 1:20, 1:21, 1:22, 1:62, 1:136 en 1:224 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba, zoals deze luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
BESLISSING
Het Gerecht:
in de zaak met parketnummer P-2019/14808
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte ten laste is gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
in de zaak met parketnummer P-2020/03761:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor bewezen geacht, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
in de zaak met parketnummer P-2021/03096:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1 en 2 primair ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor bewezen geacht, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
achtenveertig (48) maanden;
bepaalt dat een gedeelte van deze straf, groot
zes (6) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt bepaald op
drie (3) jaren,aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of gedurende die proeftijd de hierna te melden bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
als bijzondere voorwaarde wordt gesteld dat de verdachte zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen, te geven door of namens de Stichting Reclassering Aruba, zulks zolang deze instelling dat gedurende de proeftijd nodig oordeelt
, ook als dit inhoudt I) gedwongen hulp om aan zijn verslavingen te werken en II) psychologische hulp voor zijn emotionele problemen en zijn agressie;
geeft de Reclassering opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
In de zaken met parketnummers P-2018/08914 en P-2019/02571
gelast de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van 6 juni 2019 van dit gerecht voorwaardelijk aan de verdachte opgelegde straf, van twintig (20) dagen vervangende hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. N.K. Engelbrecht, bijgestaan door mw. M.E. Kelly, (zittingsgriffier), en op 4 maart 2022 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Aruba.
uitspraakgriffier:
Bijlage: de tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd (dat):
In de zaak met parketnummer P-2021/03096
1. dat hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 februari 2019 tot en met 18 mei 2021 in Aruba
door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende hij, verdachte, meermalen, althans eenmaal zijn penis en/of vinger en/of tong in/tegen de vagina van die [slachtoffer] gebracht en/of gehouden,
en welk geweld of die andere feitelijkheid en/of welke bedreiging met geweld of die andere feitelijkheid hierin heeft/hebben bestaan dat hij, verdachte,
- die [slachtoffer] aan haar haren heeft vastgegrepen en/of vervolgens naar zijn auto heeft getrokken en/of geduwd in zijn auto en/of
- ( vervolgens) de deuren van de auto op slot heeft gezet en/of
- een mes tevoorschijn heeft gehaald en/of dit mes tegen zijn eigen hals heeft gezet en/of
- een schaar heeft gepakt en/of met dat mes op die [slachtoffer] afkwam, terwijl hij aan die [slachtoffer] vroeg of zij een andere man had of met andere mannen aan het praten was en/of
- ( vervolgens) tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat als hij zag dat zij met andere mannen aan het praten was, hij haar zou doden en/of
- de onderbroek van die [slachtoffer] op een ruwe manier heeft uitgetrokken en/of (vervolgens) die [slachtoffer] op het bed heeft geduwd
- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat als zij niet in de auto stapt, hij haar met kracht in de auto zou stoppen en dat zij dan zal zien wat er zal gebeuren en/of
- die [slachtoffer] heeft getrokken en/of gesleept naar de auto en/of
- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat hij haar gaat slaan en haar hoofd zal breken en/of
- die [slachtoffer] uit de auto heeft getrokken en/of (vervolgens) op/tegen de motorkap heeft geduwd en/of
- met kracht aan de broek van die [slachtoffer] heeft getrokken en deze heeft vernield en/of
- ( vervolgens) die [slachtoffer] heeft opgetild en op de motorkop heeft geplaatst en/of
- de benen van die [slachtoffer] met kracht heeft vastgehouden en/of tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat als zij niet stil bleef hij jaar zou mishandelen en dat haar grootmoeder en familie haar nooit meer zouden zien.
2. dat hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2020 tot en met 7 september 2020 in Aruba,
door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst, te weten Facebook Messenger en/of WhatsApp
[oudste dochter] (geboren op 6 december 2008), van wie verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt,
een ontmoeting heeft voorgesteld met het oogmerk ontuchtige handelingen met die [oudste dochter] te plegen, terwijl verdachte enige handeling heeft ondernomen gericht op het
verwezenlijken van die ontmoeting, door
- meermalen via Facebook Messenger en/of Whatsapp contact te leggen met voernoemde [oudste dochter] en
- aan die [oudste dochter] seksueel getinte berichten te zenden en
- aan die [oudste dochter] voor te stellen seksuele handelingen met hem, verdachte, te plegen en dulden en
- die [oudste dochter] duidelijk te maken dat hij haar graag zou willen ontmoeten;
althans indien ten aanzien van het vorenstaande geen veroordeling mocht kunnen volgen
dat hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2020 tot en met 7 september 2020 in Aruba,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst een ontmoeting voor te stellen met een persoon, te weten [oudste dochter] (geboren op 6 december 2008), waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, met het oogmerk ontuchtige handelingen met die persoon te plegen en ter verwezenlijking van dat voorstel enige handeling te verrichten:
- meermalen via Facebook Messenger en/of Whatsapp contact heeft gelegd met voernoemde [oudste dochter] en
- aan die [oudste dochter] seksueel getinte berichten heeft verzonden en
- aan die [oudste dochter] heeft voorgesteld seksuele handelingen met hem, verdachte, te plegen en dulden en
- die [oudste dochter] duidelijk heeft gemaakt dat hij haar graag zou willen ontmoeten
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
In de zaak met parketnummer P-2019/14808
dat hij op of omstreeks 29 juni 2019 in Aruba opzettelijk [slachtoffer] heeft mishandeld, door die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal, met zijn vuist(en) tegen het hoofd en/of het gezicht te slaan.
In de zaak met parketnummer P-2020/03761
hij zich op 1 april 2020 omstreeks 21:10 te Aruba op of aan de openbare weg, te weten op of nabij de weg Piedra Plat (ter hoogte van perceel [huisnummer])
buiten zijn woning en/of verblijfsgelegenheid begaf en/of bevond.

Voetnoten

1.Hierna wordt, tenzij anders vermeld, telkens verwezen naar ambtsedige - en door de desbetreffende verbalisant(en) in wettelijke vorm opgemaakte - processen-verbaal en overige geschriften, die als bijlagen zijn opgenomen in het eindproces-verbaal van het Korps Politie Aruba (Divisie Centrale Recherche, Sectie Jeugd- en Zeden Politie) d.d. 31 augustus 2021, geregistreerd onder proces-verbaalnummer A-67/2020 en de onderzoeksnaam “[onderzoeksnaam]”.
2.Ministeriële Regeling van 31 maart 2020 ter uitvoering van artikel 16, eerste lid, van de Calamiteitenverordening (AB 1989 no. 51) (Algemene regeling bestrijding COVID-19 V), AB 2020 no. 46).