ECLI:NL:OGEAA:2022:287
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot schorsing van een bevelschrift tot uitzetting van een Venezolaanse nationaliteit
In deze zaak heeft de Venezolaanse verzoeker, die sinds 12 september 2016 op Aruba verblijft, een verzoek ingediend tot schorsing van een bevelschrift tot uitzetting dat op 6 mei 2022 door de Minister van Justitie en Sociale Zaken was afgegeven. De verzoeker, die geen geldige verblijfstitel heeft, heeft bezwaar gemaakt tegen de uitzetting en stelt dat hij bezig is met het verkrijgen van een verblijfsvergunning. Hij heeft aangevoerd dat hij aandeelhouder is in een vennootschap en dat hij een afspraak heeft gehad bij het Departamento di Progreso Laboral (DPL) voor een positieve DPL-verklaring. De verzoeker verzoekt het gerecht om de bestreden beschikking te schorsen, zodat hij in Aruba kan blijven totdat er een beslissing op zijn bezwaar is genomen.
Het gerecht heeft de zaak op 8 juni 2022 behandeld, waarbij zowel de verzoeker als de verweerder aanwezig waren. De rechter heeft overwogen dat de verzoeker na het verlopen van zijn verblijfsvergunning is aangetroffen en dat de Minister bevoegd is om tot uitzetting over te gaan. De rechter heeft geconcludeerd dat er geen concreet zicht op legalisering is, aangezien de verzoeker niet aan alle vereisten voor een verblijfsvergunning voldoet. Het gerecht heeft het verzoek tot schorsing van de uitzetting afgewezen, omdat er geen grond is om te veronderstellen dat de bestreden beschikking in de bezwaarprocedure niet in stand zal blijven. De beslissing is genomen door mr. A.J. Martijn en werd uitgesproken op 22 juni 2022.