ECLI:NL:OGEAA:2022:276
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot schorsing van uitzettingsbevel van Venezolaanse asielzoeker
Op 6 juli 2022 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan in een zaak waarin een Venezolaanse verzoeker, die op 11 februari 2019 Aruba binnenkwam als toerist, een verzoek indiende tot het treffen van een voorlopige voorziening tegen een uitzettingsbevel. Dit uitzettingsbevel was op 9 juni 2022 door de Minister van Justitie en Sociale Zaken opgelegd, na de afwijzing van zijn asielaanvraag. De verzoeker had bezwaar gemaakt tegen de uitzetting en stelde dat hij ten tijde van de uitzetting rechtmatig verblijf had op Aruba, omdat zijn asielaanvraag nog in behandeling was. Hij voerde aan dat het uitzettingsbevel onrechtmatig was, onder andere omdat de vertrektermijn op 0 dagen was gesteld en de zes-urentermijn voor de uitreiking van het bevel was overschreden.
Het gerecht oordeelde dat de verzoeker, hoewel hij rechtmatig verblijf had, niet kon aantonen dat de uitzetting hem onevenredig nadeel zou toebrengen. De rechter stelde vast dat de verzoeker voldoende tijd had om orde op zaken te stellen, aangezien hij een bezwaarprocedure had gestart tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. Het gerecht wees het verzoek tot schorsing van het uitzettingsbevel af, met de overweging dat de verzoeker feitelijk voldoende tijd zou hebben om zijn situatie te regelen.
De uitspraak werd gedaan door mr. A.J. Martijn en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.