ECLI:NL:OGEAA:2022:267
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- N.K. Engelbrecht
- Rechtspraak.nl
Verzoek om dwangsom en immateriële schadevergoeding in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de minister van Justitie, Veiligheid en Integratie een verzoek ingediend op basis van artikel 53 van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar). Het verzoek betreft de verplichting voor de verweerder om gevolg te geven aan een eerdere uitspraak van 7 december 2020. De procedure is gestart na een eerdere uitspraak van 11 oktober 2021, waarbij het onderzoek werd heropend voor een mondelinge behandeling. De zitting vond plaats op 8 november 2011, waarna de zaak werd verwezen naar de rol van 15 november 2021 voor het overleggen van de beslissing op bezwaar door de verweerder.
De verweerder heeft op 24 januari 2021 een afwijzende beslissing genomen op het verzoek van de minister om openbaarmaking van de verzendadministratie van de Arubaanse toelatingsorganisatie DIMAS. De rechter oordeelt dat de verweerder hiermee heeft voldaan aan de eerdere uitspraak, waardoor de minister niet-ontvankelijk is in zijn verzoek. Daarnaast is er een verzoek gedaan tot immateriële schadevergoeding vanwege overschrijding van de redelijke termijn, maar de rechter concludeert dat hiervoor in deze procedure geen grondslag is. De rechter wijst ook op het feit dat er geen wettelijke basis is voor een veroordeling in de kosten.
De uitspraak is gedaan op 29 juni 2022 door mr. N.K. Engelbrecht, waarbij tegen deze uitspraak geen rechtsmiddel openstaat.