Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
[Verzoeker],
DE MINISTER VAN JUSTITIE EN SOCIALE ZAKEN,
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Ontvankelijkheid
e standpunten van partijen
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Op 18 mei 2022 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan in een zaak waarin een Venezolaanse verzoeker, die sinds 11 september 2017 zonder geldige verblijfstitel in Aruba verblijft, zich verzet tegen zijn uitzetting. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. J.F.M. Zara, had bezwaar gemaakt tegen een bevelschrift van de Minister van Justitie en Sociale Zaken, dat zijn uitzetting bevolen had. Dit bevelschrift was uitgevaardigd op 11 maart 2022 en bevatte een terugkeerverbod van 96 maanden. De verzoeker voerde aan dat hij geen geldige vergunning had omdat hij zijn paspoort niet kon vernieuwen, en dat hij na 28 jaar in Aruba niet naar Venezuela kon worden uitgezet.
Tijdens de zitting op 4 mei 2022, waar de verzoeker via videoverbinding aanwezig was, werd het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening behandeld. Het Gerecht oordeelde dat de verzoeker ontvankelijk was in zijn verzoek, omdat er een bezwaarschrift aanhangig was. Het Gerecht overwoog dat de verzoeker sinds 11 september 2017 illegaal in Aruba verbleef en dat de Minister bevoegd was om de uitzetting te bevelen. De verzoeker had recentelijk een aanvraag voor een vergunning tot tijdelijk verblijf ingediend, maar het Gerecht oordeelde dat dit niet voldoende was om de uitzetting te voorkomen, vooral gezien zijn recente strafrechtelijke veroordeling.
De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen grond was voor schorsing van het uitzettingsbevel en wees het verzoek af. De uitspraak werd gedaan door mr. N.K. Engelbrecht en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.