Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
[Klager],
de aangewezen ambtenaar als bedoeld in artikel 14 van de Lv VOG,
PROCESVERLOOP
10 maart 2022, heeft verweerder het verzoek van klager om afgifte van een verklaring omtrent het gedrag afgewezen.
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak heeft klager, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. A.E.A. Hernandez, een klaagschrift ingediend tegen de beschikking van verweerder, mr. J.W. Klamer, die op 1 maart 2022 het verzoek om afgifte van een verklaring omtrent het gedrag heeft afgewezen. Klager had deze verklaring nodig voor de aanvraag van een koffiehuis en restaurantvergunning. De afwijzing was gebaseerd op de verdenking dat klager betrokken was bij strafbare feiten, namelijk diefstal van toeristen en oplichting, wat volgens verweerder een belemmering vormde voor het verkrijgen van de vergunning. Klager betwistte de afwijzing en stelde dat hij nooit onherroepelijk was veroordeeld voor de hem verweten feiten en dat alleen onherroepelijke veroordelingen meegewogen mochten worden bij de beoordeling van de aanvraag.
Het gerecht heeft de zaak behandeld in raadkamer op 6 april 2022, waarbij klager en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals verweerder. Het gerecht oordeelde dat verweerder niet alleen op onherroepelijke veroordelingen mocht letten, maar ook op andere relevante gegevens, zoals politieregisters. De rechter concludeerde dat de verdenking van strafbare feiten een risico voor de samenleving met zich meebracht, wat de afgifte van de verklaring omtrent het gedrag in de weg stond. De klacht van klager werd ongegrond verklaard, en de rechter benadrukte dat de afwijzing van de verklaring gerechtvaardigd was op basis van de wetgeving.
De beslissing werd genomen door mr. A.J. Martijn op 20 april 2022, en er staat geen hoger beroep open tegen deze beschikking.