ECLI:NL:OGEAA:2022:23

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
9 februari 2022
Publicatiedatum
21 februari 2022
Zaaknummer
AUA202102171
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Civiele procedure over betalingsbevel en incassokosten tussen DUVIT STORES VBA en gedaagde

In deze civiele procedure, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, vorderde de vennootschap DUVIT STORES VBA, handelend onder de naam “CROWN FURNITURE & MORE”, een uitvoerbaar bij voorraad te verklaren betalingsbevel tegen de gedaagde. De zaak werd behandeld op 9 februari 2022, na een eerdere comparitie van partijen op 6 december 2021. Tijdens de zitting heeft eiseres haar eis verminderd met Afl. 450,--. De vordering betrof een bedrag van Afl. 903,99, vermeerderd met contractuele rente en vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten.

De gedaagde heeft verweer gevoerd, maar het Gerecht heeft geoordeeld dat de vordering van Crown toewijsbaar is. Het Gerecht heeft de eerdere overwegingen en beslissingen uit het tussenvonnis bevestigd en vastgesteld dat de gedaagde het gevorderde bedrag verschuldigd is aan Crown. De nevenvordering van Crown voor de contractuele rente werd eveneens toegewezen, evenals de vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten, die als redelijk werd beschouwd.

De gedaagde werd veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de zijde van Crown zijn begroot op Afl. 600,--. Het vonnis is uitgesproken door mr. A.H.M. van de Leur en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Vonnis van 9 februari 2022
Behorend bij B.B. nr. AUA202102171
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DUVIT STORES VBA, handelend onder de naam “CROWN FURNITURE & MORE”,
gevestigd in Aruba,
EISERES,
hierna ook te noemen: Crown,
gemachtigde: B. Roos,
tegen:
[naam gedaagd],
wonende in Aruba, [adres gedaagde],
GEDAAGDE,
hierna ook te noemen: [gedaagde],
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure tot 27 oktober 2021 blijkt uit het tussenvonnis van dit Gerecht van die datum. De bij dat vonnis gelaste comparitie van partijen na antwoord heeft plaatsgevonden op maandag 6 december 2021. Crown is ter zitting verschenen bij de heer [naam gemachtigde van Crown], die occupeerde voor haar gemachtigde. [gedaagde] is in persoon ter zitting verschenen. Partijen hebben over en weer het woord gevoerd, en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen.
1.2
Crown heeft ter zitting haar eis verminderd met Afl. 450,--.
1.3
Vonnis is nader bepaald op vandaag.

2.HET GESCHIL

2.1
Crown vordert dat het Gerecht een uitvoerbaar bij voorraad te verklaren betalingsbevel uitvaardigt tegen [gedaagde] goed voor (1.353,99 minus 450,-- =) Afl. 903,99, te vermeerderen met contractuele rente ad 1% maandelijks gerekend vanaf 12 mei 2021 en met een vergoeding voor buiten rechte gemaakte incassokosten, kosten rechtens.
2.2 [
gedaagde] voert verweer.

3.DE VERDERE BEOORDELING

3.1
Het Gerecht volhardt in zijn in het tussenvonnis neergelegde overwegingen en beslissingen.
3.2
Uit rechtsoverweging 2.6 van het tussenvonnis en het verhandelde ter zitting volgt dat [gedaagde] het thans gevorderde (verminderde) bedrag in hoofdsom opeisbaar verschuldigd is aan Crown. Die vordering zal daarom worden toegewezen als na te melden. De nevenvordering van Crown ter zake van contractuele rente over de hoofdsom zal, als zijnde onbestreden, eveneens worden toegewezen als na te melden.
3.3
De vordering van Crown ter zake van vergoeding voor kosten van buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zal ook worden toegewezen, nu is gebleken dat Crown te dezen meer werkzaamheden heeft verricht of laten verrichten dan die ter voorbereiding van de gedingstukken en ter instructie van de zaak, waarvoor artikel 63a Rv een voorziening geeft. Naar het oordeel van het Gerecht mocht Crown redelijkerwijs die werkzaamheden (laten) verrichten, en de in overeenstemming met het Procesreglement toe te kennen vergoeding daarvoor, te weten Afl. 375,--, is ook redelijk.
3.4 [
gedaagde] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Crown, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 100,-- aan griffierechten en Afl. 500,-- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten, tarief 2 ad Afl. 250,-- per punt).

4.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
-veroordeelt [gedaagde] om aan Crown te betalen Afl. 903,99, te vermeerderen met (1) contractuele rente ad 1% maandelijks gerekend vanaf 12 mei 2021 tot aan de algehele voldoening en (2) met Afl. 375,-- aan vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten;
-veroordeelt [gedaagde] in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Crown, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 600,--;
-verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 9 februari 2022 in aanwezigheid van de griffier.