Op 18 januari 2022 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba een beschikking gegeven in een zaak betreffende de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2011. Het verzoek tot ondertoezichtstelling werd ingediend door de Voogdijraad op 8 oktober 2021, na een mondelinge behandeling op 9 november 2021. De ouders van de minderjarige oefenen gezamenlijk gezag uit, maar er zijn zorgen over de opvoedingsvaardigheden van beide ouders. De minderjarige kampt met een verstandelijke beperking en er is sprake van onvoldoende verzorging, structuur en regelmaat in zijn leven. De vader erkent de problemen niet en legt de schuld bij de moeder, terwijl de moeder de opvoeding vaak uit handen geeft.
De Voogdijraad heeft in een rapport van 8 oktober 2021 vastgesteld dat hulpverlening aan de minderjarige en/of de ouders binnen het vrijwillig kader niet of onvoldoende van de grond komt. Gezien de omstandigheden en de informatie die tijdens de zitting naar voren is gekomen, oordeelt het gerecht dat er voldoende gronden zijn voor ondertoezichtstelling. De rechter heeft besloten om de minderjarige voor de duur van één jaar onder toezicht te stellen en benoemt een gezinsvoogd om de benodigde hulpverlening te coördineren. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die tegen de beschikking kunnen worden aangewend.