In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 18 januari 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot wijziging van het gezamenlijk gezag over een minderjarige. De verzoekster, de moeder, heeft het verzoek ingediend op 12 oktober 2021, waarna een mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 9 november 2021. De vader, die momenteel in voorlopige hechtenis verblijft in het Korrektie Instituut Aruba, heeft geen bezwaar gemaakt tegen het verzoek van de moeder. De minderjarige is geboren uit het huwelijk van partijen, die inmiddels gescheiden zijn. Het gezamenlijk gezag wordt beëindigd omdat de omstandigheden zijn gewijzigd en het in het belang van het kind is dat de moeder alleen het gezag uitoefent. Het gerecht heeft vastgesteld dat er onvoldoende communicatie en overleg tussen de ouders is geweest sinds hun scheiding, wat een voorwaarde is voor het handhaven van gezamenlijk gezag. De vader heeft aangegeven dat hij na zijn detentie naar Nederland wil verhuizen en heeft daarom geen bezwaar tegen de wijziging van het gezag. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.