Uitspraak
1.DE PROCEDURE
- de dagvaarding met producties, ingediend ter griffie op 22 februari 2022;
- de op 23 maart 2022 door zowel [eiser] als [gedaagde] overgelegde producties;
- de mondelinge behandeling van de zaak ter terechtzitting van 24 maart 2022.
2.DE VASTSTAANDE FEITEN
3.HET GESCHIL
4.DE BEOORDELING
“Daar komt bij dat de plicht die op de accountant van [eiser] rust om administratie een bepaalde minimale periode te bewaren onverlet laat dat [eiser] desondanks zou kunnen beschikken over informatie uit de periode daarvoor. Of [eiser] deels in de onmogelijkheid verkeert om aan de veroordeling te voldoen, kan zo nodig worden beoordeeld door de dwangsomrechter, maar de enkele verwijzing naar de wettelijke bewaarplicht kan in ieder geval niet tot die conclusie leiden.”Het had dan ook op de weg van [eiser] gelegen om in dit geding inzichtelijk te maken wat hij heeft gedaan om die informatie te achterhalen en op welke onderdelen dit al dan niet tot resultaat heeft geleid. Dat heeft hij echter nagelaten, zodat niet kan worden gezegd dat hij redelijkerwijs al het mogelijke heeft gedaan om aan de hoofdveroordeling te voldoen en dat het onredelijk zou zijn nog meer inspanning en zorgvuldigheid van hem te vergen.