Uitspraak
2.DE FEITEN
‘binnen twee dagen na betekening van dit vonnis diens inbreuk op het recht van [gedaagde] c.s. te staken en gestaakt te houden, door geen vuilstortplaats meer te exploiteren, dan wel toe te staan dat het terrein wordt gebruikt als vuilstortplaats, dan wel vuil te (laten) storten op het terrein op straffe van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van Afl. 5.000.-- per dag of gedeelte van een dag dat [eiser] dit verbod overtreedt, met een maximum van Afl. 5.000.000,--;’.
‘wijst de vorderingen(tot opheffing van het beslag, gea)
af met dien verstande dat de executie kan worden voortgezet voor een bedrag van Afl. 175.000,--‘.Het Gemeenschappelijk Hof heeft bij vonnis van 27 augustus 2019 het vonnis van de kort geding rechter bevestigd.
‘verbiedt [gedaagde] wat betreft dwangsommen het vonnis verder te executeren door verdere veiling van eigendommen van [eiser] totdat in een bodemprocedure is beslist over de vraag of - en zo ja-
hoeveel dwangsommen [eiser] krachtens het vonnis heeft verbeurd, en dat onder de voorwaarde dat [eiser] binnen 14 dagen na de uitspraak van dit vonnis die bodemprocedure start en tot en met eindvonnis doorloopt;’.