ECLI:NL:OGEAA:2022:210

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
24 mei 2022
Publicatiedatum
26 juli 2022
Zaaknummer
AUA202200426
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst en ontslag op staande voet bij Aruba Beachfront Resorts N.V.

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 24 mei 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen Aruba Beachfront Resorts N.V., h.o.d.n. Hyatt Regency Aruba, en een werknemer, aangeduid als [verweerder]. De werknemer was sinds 17 maart 2008 in dienst bij Hyatt en had zijn functie op 6 september 2021 gewijzigd. Op 23 december 2021 werd hij op staande voet ontslagen vanwege vermeend onprofessioneel gedrag en een klacht van zijn leidinggevende. De werknemer heeft het ontslag betwist en verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang, zonder vergoeding. Het Gerecht heeft de procedure behandeld op 25 april 2022, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. Het Gerecht heeft vastgesteld dat Hyatt niet voldoende bewijs heeft geleverd voor de dringende reden voor ontslag. De stellingen van de werknemer zijn gemotiveerd betwist, en het Gerecht heeft geoordeeld dat er geen dringende reden voor ontslag is aangetoond. De verzoeken van Hyatt zijn afgewezen, en Hyatt is veroordeeld in de proceskosten van de werknemer, die zijn begroot op Afl. 1.250,--.

Uitspraak

Beschikking van 24 mei 2022
Behorend bij E.J. nr. AUA202200426
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
ARUBA BEACHFRONT RESORTS N.V. h.o.d.n. HYATT REGENCY ARUBA,
te Aruba,
verzoekster,
hierna ook te noemen: Hyatt,
gemachtigde: de advocaat mr. W.J. Noordhuizen,
tegen:
[Naam verweerder],
te Aruba,
verweerder,
hierna ook te noemen: [verweerder],
gemachtigde: de advocaat mr. E.E. Rosenstand.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 23 februari 2022;
- de mondelinge behandeling van de zaak ter zitting van 25 april 2022.
1.2
Ter zitting zijn verschenen Hyatt bij haar gemachtigde samen met mw. [naam HR] (Human Resources) en [verweerder] samen met zijn gemachtigde. Partijen hebben bij wijze van re- en dupliek het woord gevoerd (beiden mede aan de hand van door hen overgelegde en voorgedragen pleitaantekeningen, die van Hyatt voorzien van een toegelaten nadere productie) en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen.
1.3
Beschikking is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende bestreden alsmede op grond van overgelegde producties voor zover niet of onvoldoende bestreden staat onder meer het volgende vast tussen partijen.
2.2 [
Verweerder] is krachtens een tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst sinds 17 maart 2008 in loondienst van Hyatt.
2.3
Op 6 september 2021 is de functie van [verweerder] van (hulp)kok gewijzigd naar de functie van
storeroom attendanten verdiende hij laatstelijk een bruto loon van Afl. 3.900,- per maand.
2.4
Bij brief van 23 december 2021 heeft Hyatt [verweerder] op staande voet ontslagen. In dat schrijven, waarin met “
you” wordt bedoeld [verweerder], staat onder meer het volgende:

(…).
Today, on December 23, 2021 you were suspended pending investigation relating to your unprofessional behavior and job performance.
More specifically the decision tot suspend you was triggered by a complaint made by your supervisor Ms. [leidinggevende]. On December 20, 2021 you – while Ms. [leidinggevende] instructed you on the correct way to fill in the weekly hours manually due to the outrage of Kronos as instructed by [naam college 1], you called her a ‘puta’ (whore) in a low voice.
In addition to the above yesterday December 22, 2021 you physically touched Mw. [leidinggevende] chin/face while in the cooler, to demand immediate attention from her.
When confronted with the fact that you became physical with Ms. [leidinggevende] today during and interview with the department of Human Resources, you admitted to touching Ms. [leidinggevende] face in order for her to respond you. You were informed that you were suspended pending investigation and was asked to leave the premises right away, which you did.
This is not the first time you have shown disrespect for your superiors and colleagues and failed to follow proper procedure. As recent a March 2020, you were suspended for harassing and menacing of [collega 2]. This was a very serious offense and should have served you as a clear message that your behavior needed to change.
Nonetheless, in November this year management’s attention was once again drawn towards your attitude which was perceived as menacing. You told your colleagues and supervisor you smoked hashish but had not been caught yet and shared stories with them on how tough you are and were, especially with your former supervisor [naam supervisor] and [college 3], who’s car tires you had slashed after a disagreement. It was reported that you are not following instructions and are not following instructions and are incorrigible. Furthermore, it was reported you made sexual remarks and gestures with regards to HRM and your own Department Head personnel.
These facts, jointly and severally, constitute urgent reason to terminate the employment agreement effective immediately (dismissal for urgent reasons/ontslag op staande voet) (…).”.
2.5
Bij brief van 7 januari 2022 heeft [verweerder] de nietigheid van het ontslag ingeroepen en daarbij heeft hij verklaard dat hij bereid is de werkzaamheden voor Hyatt voort te zetten.

3.HET VERZOEK

3.1
Hyatt verzoekt dat het Gerecht bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad, de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst ontbindt met onmiddellijke ingang voor zover bij rechterlijk gewijsde komt vast te staan dat die arbeidsovereenkomst nog steeds bestaat, zonder toekenning van enige vergoeding aan [verweerder] en met veroordeling van hem in de kosten van de procedure, waaronder begrepen de nakosten, alles te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de veertiende dag na de uitspraak van deze beschikking.
3.2 [
Verweerder] voert verweer en concludeert primair dat Hyatt niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het door haar verzochte, althans tot afwijzing daarvan, althans tot ontzegging daarvan. Subsidiair, in geval van ontbinding van de arbeidsovereenkomst, concludeert [verweerder] tot toewijzing aan hem van een door Hyatt te betalen ontbindingsvergoeding van Afl. 58.500,-. In beide gevallen concludeert [verweerder] tot uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Hyatt in de proceskosten.
3.3
Voorzover van belang voor de uitspraak worden de stellingen van partijen hierna besproken.

4.DE BEOORDELING

4.1
Er zijn feiten noch omstandigheden gesteld waaruit kan volgen dat Hyatt niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het door haar verzochte. Het ontvankelijkheidsverweer van [verweerder] wordt daarom verworpen.
4.2
Ter beoordeling ligt primair voor de vraag of de door Hyatt gestelde gedragingen van [verweerder] een (uitgestelde) dringende reden voor ontslag opleveren. Subsidiair ligt de vraag voor of sprake is van veranderingen in de omstandigheden die van dien aard zijn dat de dienstbetrekking van [verweerder] bij Hyatt billijkheidshalve dadelijk of na korte tijd behoort te eindigen.
4.3
Hyatt grondt haar verzoek tot ontbinding op de stelling dat [verweerder] ten overstaan van zijn leidinggevende [naam leidinggevende] (hierna: [leidinggevende]) een andere leidinggevende, te weten [naam leidinggevende 2] (hierna: [leidinggevende 2]), hoer (“
puta”) heeft genoemd. [Verweerder] heeft deze stelling gemotiveerd betwist met als gevolg dat die in deze op snelheid gerichte procedure – waarin geen ruimte bestaat voor bewijslevering – niet vast komt te staan. In het licht van dat gemotiveerde verweer ziet het Gerecht evenmin grond of aanleiding om bedoelde stelling van Hyatt aannemelijk te oordelen.
4.4.1
Verder grondt Hyatt haar ontbindingsverzoek op de stelling dat [verweerder] [leidinggevende], toen zij bezig was in een kleine van één enkele deur voorziene koelruimte een interne bestelling bijeen te zetten, (1) aan haar kin heeft vastgepakt althans (2) op intimiderende wijze (3) voor het gezicht van [leidinggevende] zijn vingers heeft geknipt om haar aandacht te eisen. [Verweerder] heeft de onder (1) vermelde stelling van Hyatt eveneens gemotiveerd bestreden met als gevolg dat ook die stelling in deze op snelheid gerichte procedure, waarin de gewone bewijsregels niet gelden, niet komt vast te staan, terwijl het Gerecht in het licht van dat verweer geen aanleiding of grond ziet om de stelling aannemelijk te oordelen.
4.4.2 [
Verweerder] erkent dat hij zijn vingers voor het gezicht van [leidinggevende] heeft geknipt om haar aandacht te krijgen, maar hij betwist dat hij dit op een intimiderende wijze heeft gedaan. Ook deze betwisting heeft tot gevolg dat niet komt vast te staan en evenmin aannemelijk wordt geoordeeld dat [verweerder] ten opzichte van [leidinggevende] op intimiderende wijze heeft gehandeld zoals door Hyatt gesteld.
4.5
Met betrekking tot het gedrag van [verweerder] verwijst Hyatt naar de verklaringen van de collega’s en de leidinggevende van [verweerder], zijnde [naam collega 4] (hierna: [collega 4]), [naam collega 5] (hierna: [collega 5]) en [leidinggevende], waaruit zou blijken dat er veel klachten zijn over het functioneren van [verweerder]. Uit de verklaringen blijkt volgens Hyatt dat [verweerder] niet goed in teamverband kan werken, zijn taalgebruik ongepast is, niet aanspreekbaar is op fouten en ongemotiveerd en wispelturig is. Ook deze stelling van Hyatt heeft [verweerder] gemotiveerd betwist, mede door te terecht te wijzen op diverse tegenstrijdigheden in de hier bedoelde verklaringen waarop Hyatt zich beroept, waardoor ook die stelling niet komt vast te staan noch aannemelijk wordt geoordeeld.
4.6
Ter onderbouwing van haar verzoek tot ontbinding heeft Hyatt verder verwezen naar een lijst van tientallen disciplinaire maatregelen die door Hyatt aan [verweerder] zouden zijn gegeven over de periode van 26 augustus 2008 tot en met 6 maart 2020, maar ook die beweerdelijke niet verificatoir onderbouwde door [verweerder] grotendeels gemotiveerd bestreden maatregelen kunnen het ontbindingsverzoek van Hyatt niet in voldoende mate ondersteunen.
4.7
Al het voorgaande brengt mee dat niet vast komt te staan noch aannemelijk wordt geoordeeld dat [verweerder] een (uitgestelde) dringende reden heeft gegeven aan Hyatt voor ontslag, zoals door Hyatt gesteld. Zonder nadere doch ontbrekende uitleg valt evenmin in te zien dat sprake is van een door [verweerder] veroorzaakte rechtens te respecteren vertrouwensbreuk tussen partijen of een wijziging van omstandigheden anderszins die van dien aard is dat de arbeidsovereenkomst van [verweerder] billijkheidshalve dadelijk of op korte termijn behoort te eindigen. De door [verweerder] erkende enkele omstandigheid dat hij voor het gezicht van [leidinggevende] met zijn vingers heeft geknipt om haar aandacht op te eisen is daarvoor onvoldoende. De slotsom luidt dat het voorwaardelijke ontbindingsverzoek van Hyatt zal worden afgewezen.
4.8
Hyatt zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [verweerder], tot aan deze uitspraak begroot op
Afl. 1.250,-- aan salaris voor de gemachtigde (1 punt, tarief 5).

5.DE BESLISSING

Het Gerecht:
-wijst af het door Hyatt verzochte;
-veroordeelt Hyatt uitvoerbaar bij voorraad in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [verweerder], tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 1.250,-- aan salaris voor de gemachtigde.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en werd in het openbaar uitgesproken op dinsdag 24 mei 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.