ECLI:NL:OGEAA:2022:204

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
4 mei 2022
Publicatiedatum
25 juli 2022
Zaaknummer
AUA202101718
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor schade door val op gebrekkige trap bij hotel

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, heeft eiseres, een verpleegster die als independent contractor werkzaam was, een vordering ingesteld tegen Mill Management, de beheerder van het Courtyard by Marriott Aruba Resort. De eiseres heeft schadevergoeding gevorderd na een val op een gebrekkige trap bij het hotel, waarbij zij haar linkerenkel heeft gebroken. De val vond plaats op 6 januari 2021, waarna eiseres op 9 januari 2021 naar de Verenigde Staten terugkeerde voor een operatie aan haar enkel. Eiseres heeft Marriott aansprakelijk gesteld, maar het hotel ontkende iedere aansprakelijkheid. In haar vordering stelt eiseres dat de trap niet voldeed aan de veiligheidsnormen en dat Mill Management risicoaansprakelijk is voor de schade die zij heeft geleden. Mill Management heeft verweer gevoerd en geconcludeerd tot afwijzing van de vordering.

Het Gerecht heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat Mill Management als gedaagde moet worden aangemerkt, aangezien zij betrokken is bij de exploitatie van het hotel. Eiseres heeft ook verzocht om inzage in een verslag van het ongeval, dat door Marriott zou zijn opgemaakt, maar Mill Management heeft dit verslag niet overgelegd. Het Gerecht heeft besloten dat Mill Management verplicht is om dit verslag te overleggen, alvorens verder te beslissen over de vordering van eiseres. De zaak is naar de rol verwezen voor het inbrengen van het verslag, en verdere beslissingen zijn aangehouden.

Uitspraak

Vonnis van 4 mei 2022 (bij vervroeging)
Behorend bij A.R. no. AUA202101718
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS in de zaak van:
[naam eiseres],
domicilie kiezende te Aruba,
eiseres,
hierna te noemen: [eiseres],
gemachtigde: de advocaat mr. R. Kock,
tegen:
de naamloze vennootschap
THE MILL CONDOMINIUM MANAGEMENT CO. N.V.,
gevestigd te Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: Mill Management,
gemachtigden: de advocaat mr. P.R.C. Brown.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties;
- de conclusie van antwoord met producties;
- de conclusie van repliek met producties;
- de conclusie van dupliek met producties;
- de akte houdende uitlating producties, met één productie.
1.2
Vonnis is vervolgens bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende bestreden, alsmede op grond van overgelegde producties voor zover niet of onvoldoende bestreden, staat onder meer het volgende vast tussen partijen.
2.2 [
eiseres] was vanaf oktober 2020 als “independent contractor” werkzaam als verpleegster bij het ziekenhuis te Aruba. Vanaf 23 november 2020 verbleef [eiseres] in een hotelkamer bij het Courtyard by Marriott Aruba Resort in Aruba (hierna: Marriott).
2.3
Op 6 januari 2021 omstreeks 19:30 uur is [eiseres] gevallen op een trap bij het zwembad op het terrein van Marriott. Als gevolg van haar val heeft [eiseres] haar linkerenkel gebroken.
2.4
Nadat zij in het ziekenhuis van Aruba aan haar enkel was geholpen, is [eiseres] op 9 januari 2021 terug naar haar thuisland, de Verenigde Staten van Amerika, gereisd. Daar is [eiseres] op 13 januari 2021 aan haar enkel geopereerd.
2.5
Bij brief van 31 maart 2021 heeft [eiseres] Marriott aansprakelijk gesteld voor de gevolgen van haar val.
Marriott heeft iedere aansprakelijkheid ontkend.

3.DE VORDERING

3.1 [
eiseres] vordert bij vonnis (letterlijk weergegeven):
A. voor recht te verklaren dat gedaagde (risico)aansprakelijk is voor de schade van eiseresop grond van artikelen 6:162 BW en/of 6:174 lid 1 en/of 6:181 lid 1 BW,
B. gedaagde te veroordelen tot betaling aan eiseres van het bedrag van $ 168.350,-, althans het equivalent daarvan in Arubaanse guldens,
C. gedaagde te veroordelen tot betaling aan eiseres van haar toekomstige, nog te lijden materiele schade,
D. vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 januari 2021 tot de dag van algehele voldoening,
E. gedaagde te gelasten om eiseres inzage te geven in, of het verslag van 6 januari 2021 met nummer 202101061 aan eiseres te verstrekken c.q. over te leggen conform artikel 843a Rv,
F. althans een andere beslissing die uw gerecht billijk voorkomt,
G. alles kosten rechtens, uitvoerbaar bij voorraad.
3.2 [
eiseres] legt aan haar vordering ten grondslag dat sprake is van een gebrekkige trap dan wel gevaarzetting omdat de trap niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen, zodat gedaagde risico aansprakelijk is voor de daaruit voor [eiseres] ontstane schade.
3.3
Gedaagde heeft verweer gevoerd en geconcludeerd tot afwijzing van het gevorderde.
3.4
Op de stellingen van partijen wordt hierna – voor zover voor de uitspraak van belang – ingegaan.

4.DE BEOORDELING

De persoon/hoedanigheid van gedaagde
4.1 [
eiseres] heeft haar vordering blijkens het inleidende verzoekschrift ingesteld tegen Courtyard Aruba Resort en/of Courtyard by Marriott. Opgeroepen om in rechte te verschijnen is blijkens het exploot de vereniging Coöperatieve Vereniging van appartementseigenaren The Mill Resort, handelend onder de naam Courtyard by Marriott Aruba Resort. Hierop is in het geding verschenen en heeft geantwoord Mill Management, waarna [eiseres] haar conclusie van repliek heeft gericht tegen Mill Management c.q. CVK Holding Aruba N.V. (hierna: CVK) c.q. Elmsford N.V. (hierna: Elmsford).
4.2
De vraag dringt zich op wie als gedaagde heeft te gelden. Vast staat dat het resort waar het in dezen om gaat, wordt gedreven onder de naam Courtyard by Marriott Aruba Resort. [eiseres] heeft in haar inleidend verzoekschrift onweersproken uiteengezet dat het resort niet onder haar handelsnaam staat ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel, dat op het adres van het resort (blijkens een overgelegd uittreksel van 6 mei 2021) Mill Management staat ingeschreven en dat deze vennootschap blijkens haar doelomschrijving tot doel heeft het exploiteren, beheren en/of administreren van het hotel, plaatselijk bekend als “The Mill Resort and Suites”, zijnde de voormalige naam waaronder het resort werd geëxploiteerd. Gelet hierop en op de omstandigheden dat Mill Management stelt betrokken te zijn bij de exploitatie van het Courtyard Resort by Marriott in Aruba en ervan uit te gaan dat zij als gedaagde heeft te gelden en niet heeft aangevoerd dat zij ten onrechte door [eiseres] in rechte is betrokken, moet het ervoor worden gehouden dat Mill Management de wederpartij is en dat [eiseres] de onderhavige vordering tegen deze vennootschap heeft ingesteld. Dit is reeds in de kop van dit vonnis tot uitdrukking gebracht.
4.3
Uit de stellingen van Mill Management en het door haar overgelegde “Loss event investigation and liability rapport” van Advanta Global Services blijkt dat CVK de moedermaatschappij van Mill Management is en dat deze vennootschap handelt als Marriott Courtyard Aruba en de verzekeringnemer is voor het resort. Ook blijkt uit het rapport dat CVK de houdstermaatschappij is van Elmsford, die weer is gevestigd op het adres van het resort. CVK en Elmsford zijn echter zelfstandige rechtspersonen die niet als zodanig in rechte zijn betrokken en ook niet zijn verschenen. Dat [eiseres] haar conclusie van repliek mede tegen deze vennootschappen heeft gericht, maakt dat niet anders.
Verstrekken informatie
4.4 [
eiseres] heeft gesteld dat door Marriott van het ongeval een verslag (met nummer 202101061) is opgemaakt en dat Marriott heeft geweigerd dit aan [eiseres] te verstrekken, maar dat Mill Management is gehouden inzage aan [eiseres] te geven of het verslag aan haar te verstrekken conform artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv). Mill Management heeft het verslag niet bij haar conclusie van antwoord overgelegd, maar ook geen verweer gevoerd tegen de gevorderde inzage of verstrekking. Gelet hierop is deze vordering op zichzelf toewijsbaar. Het Gerecht ziet echter aanleiding op de voet van artikel 141 Rv aan Mill Management overlegging te bevelen van het door Marriott opgestelde verslag, met nummer 202101061, van het ongeval op 6 januari 2021, alvorens verder te beslissen. De zaak zal met dat doel naar de rol worden verwezen zoals hierna te vermelden.
4.5
In afwachting van het over te leggen verslag, zal iedere verdere beslissing worden aangehouden.

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
5.1
beveelt Mill Management over te leggen het door Marriott over het ongeval opgestelde verslag met nummer 202101061 van 6 januari 2021;
5.2
verwijst de zaak naar
de rol van 1 juni 2022voor het in het geding brengen van dit verslag;
5.3
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.A.M. Tijhuis, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 4 mei 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.