ECLI:NL:OGEAA:2022:200

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
4 mei 2022
Publicatiedatum
25 juli 2022
Zaaknummer
AUA202101234
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van nalatenschap en niet-ontvankelijkheid van vorderingen in civiele procedure

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, betreft het een civiele procedure over de verdeling van de nalatenschap van wijlen [erflater]. De eiseres, wonende in Nederland, heeft de nalatenschap beneficiair aanvaard samen met de gedaagde, die niet is verschenen. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 23 april 2021 werd ingediend. Tijdens de rolzitting op 25 augustus 2021 was de gedaagde afwezig, waarna verstek werd verleend.

De feiten van de zaak zijn als volgt: de erflater was getrouwd met [naam echtgenote erflater] en had vier kinderen, waaronder eiseres en gedaagde. De erflater overleed op 3 januari 2011 zonder een testament te hebben achtergelaten. De verklaring van erfrecht van 26 januari 2015 bevestigt dat eiseres, gedaagde, en andere erfgenamen ieder voor één vijfde deel erfgenamen zijn. Eiseres heeft gedaagde verzocht om mee te werken aan de verkoop van een perceel erfpachtgrond, maar gedaagde heeft niet gereageerd.

De eiseres vorderde onder andere de verdeling van de nalatenschap en toebedeling van het perceel aan haar. Het Gerecht oordeelde dat, aangezien de nalatenschap beneficiair was aanvaard, deze eerst volgens de wettelijke regels moest worden vereffend. Er was echter geen bewijs dat de vereffening had plaatsgevonden, noch dat er uitzonderingsgevallen waren die een vereffening overbodig maakten. Daarom werd eiseres niet-ontvankelijk verklaard in haar vorderingen. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij eiseres haar eigen kosten moest dragen.

Uitspraak

Vonnis van 4 mei 2022.
Behorend bij A.R. nr. AUA202101234
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VERSTEKVONNIS
in de zaak van:
[EISERES]
wonende in Nederland,
eiseres,
hierna ook te noemen: eiseres,
gemachtigde: de advocaat mr. E.M.J. Cafarzuza,
tegen:
[GEDAAGDE],
wonende in Nederland, te [Adres], [Plaats],
gedaagde,
hierna ook te noemen: gedaagde,
niet verschenen.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 23 april 2021;
- de rolzitting van 25 augustus 2021 ter gelegenheid waarvan gedaagde niet is verschenen, waarna tegen haar verstek is verleend.
Vonnis is nader bepaald op vandaag.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Wijlen [erflater] (hierna: erflater) en [naam wijlen 2] (hierna: [naam wijlen 2]) zijn op enig moment in het huwelijk getreden en vervolgens van elkaar gescheiden. De echtscheiding is op 4 augustus 1970 in de registers van de burgerlijke stand in Nederland ingeschreven. Uit dit huwelijke zijn vier kinderen geboren: eiseres, gedaagde, [kind 3] en [kind 4] (hierna: [kind 3] en [kind 4]).
2.2
Erflater is vervolgens op 22 februari 1964 in het huwelijk getreden met [naam echtgenote erflater] ([naam echtgenote erflater]), geboren op 22 februari 1946 in de Verenigde Staten van Amerika. Haar adres is onbekend. Uit dit huwelijk zijn geen kinderen geboren.
2.3
Erflater is op 3 januari 2011 in Aruba overleden zonder bij uiterste wil te hebben beschikt over zijn nalatenschap.
2.4
Uit de verklaring van erfrecht van 26 januari 2015 blijkt dat [naam echtgenote erflater], eiseres, gedaagde, [kind 3] en [kind 4] ieder voor één vijfde gedeelte erfgenamen zijn van erflater.
2.5
Eiseres en gedaagde hebben op 25 maart 2013 de nalatenschap van erflater aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving. [Kind 3] en [kind 4] hebben de nalatenschap van erflater op 25 maart 2013 respectievelijk 20 mei 2013 verworpen.
2.6
Bij beschikking van 14 oktober 2014 is het erfdeel van [naam echtgenote erflater] in de nalatenschap van erflater onder bewind gesteld en daarbij is eiseres tot bewindvoerster benoemd.
2.7
Uit de verklaring van erfrecht van 26 januari 2015 blijkt dat eiseres, handelend voor zich in privé en als bewindvoerster over het aandeel van [naam echtgenote erflater], en gedaagde tezamen bevoegd zijn te beschikken over alle goederen en gelden behorend tot de nalatenschap, om al die goederen en gelden op te vorderen en voor de ontvangst daarvan kwijting te verlenen.
2.8
Erflater was eigenaar van het perceel erfpachtgrond van 833 m² met daarop een woonhuis, met [kadastrale aanduidingen], plaatselijk bekend als [adres], Aruba (hierna: het perceel).
2.9
Bij brief van 6 januari 2021 heeft eiseres gedaagde verzocht om mee te werken aan de verkoop van het perceel en om de schulden of opbrengsten te verdelen.

3.DE VORDERING

3.1
Eiseres vordert dat het gerecht bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
a. de verdeling gelast van de nalatenschap van wijlen [erflater];
b. bepaalt dat het perceel aan eiseres wordt toebedeeld tegen betaling van het toekomende gedeelte aan iedere deelgenoot rekening houdend met de executiewaarde van de woning conform het taxatierapport van 12 januari 2015;
c. voor zover nodig een onafhankelijk taxateur aanwijst voor zover over kan worden gegaan tot taxatie van het perceel en deze aan eiseres toe te delen tegen betaling van het toekomende gedeelte aan iedere deelgenoot;
d. bepaalt dat bij de verdeling de door eiseres gemaakte kosten waaronder belastingen, de kosten van het opmaken van het taxatierapport, de inzagen, de kosten van deze procedure, de advocaatkosten, de kosten van de notaris en eventuele kosten gemoeid met de berekening en uitbetalingen aan de erfgenamen ten koste komen van de nalatenschap en deze in vermindering wordt gebracht van het gedeelte van de overige erfgenamen wegens overbedeling;
e. bepaalt dat voor zover gedaagde nalaat om haar medewerking te verlenen, dit vonnis in de plaats treedt van de voor de uitvoering van de toelichting vereiste medewerking en dat dit rechtsgeldig kan worden ingeschreven in de daartoe bestemde registers;
f. gedaagde veroordeelt tot betaling van de proceskosten.

4.DE BEOORDELING

4.1
De laatste woonplaats van erflater was Aruba, zodat het gerecht bevoegd is van de vorderingen kennis te nemen en daarop te beslissen.
4.2
Uit de verklaring van erfrecht blijkt dat partijen tezamen met [naam echtgenote erflater] de erfgenamen zijn van erflater. Ook blijkt dat partijen op 25 maart 2013 de nalatenschap beneficiair hebben aanvaard. In dat geval geldt ingevolge artikel 4:202 lid 1 sub a BW dat de nalatenschap eerst volgens de wettelijke regels moet worden vereffend. Gesteld noch gebleken is dat de vereffening heeft plaatsgevonden. Evenmin is gesteld of gebleken dat zich één van de in artikel 4:202 BW genoemde uitzonderingsgevallen voordoet waarbij geen vereffening behoeft plaats te vinden.
4.3
Eiseres zal gelet op het voorgaande niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vorderingen.
4.4
Gelet op de aard van het geschil zal het gerecht de proceskosten compenseren zoals in de beslissing bepaald.

5.DE BESLISSING

Het Gerecht:
- verklaart eiseres niet-ontvankelijk in haar vorderingen;
- compenseert de proceskosten aldus dat eiseres de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A. van Voorthuizen, rechter in dit gerecht en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 4 mei 2022 in aanwezigheid van de griffier.