Uitspraak
LA GRANJA,
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 11 januari 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer, aangeduid als [verzoekster], en haar werkgever, Martex Food Services N.V. De werknemer was op 8 maart 2019 in dienst getreden als keukenhulp, maar werd op 28 september 2020 op staande voet ontslagen. De reden voor het ontslag was een incident op 26 september 2020, waarbij de werknemer een collega fysiek had aangevallen. De werknemer had aanvankelijk de nietigheid van het ontslag ingeroepen, maar later berust in het ontslag.
Tijdens de zitting op 9 november 2021 voerde de werknemer aan dat het ontslag onregelmatig was en dat zij recht had op een cessantia-uitkering. Martex betwistte dit en voerde aan dat het ontslag terecht was, onderbouwd met videobeeldmateriaal van het incident. Het Gerecht oordeelde dat de werknemer op de werkvloer een collega had mishandeld, wat een dringende reden voor ontslag opleverde. Het Gerecht verwierp de stellingen van de werknemer en concludeerde dat het ontslag op goede gronden was verleend.
De vorderingen van de werknemer werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten. Het Gerecht verleende wel verlof tot kosteloos procederen aan de werknemer, maar dit had geen invloed op de afwijzing van haar vorderingen. De uitspraak benadrukt het belang van bewijs in ontslagzaken en de gevolgen van ernstig verwijtbaar gedrag van werknemers.