Uitspraak
ISLAND FINANCE ARUBA N.V.,
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft Island Finance Aruba N.V. (hierna: IFA) een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die in persoon procedeerde. De procedure is gestart met een tussenvonnis op 12 januari 2022, waarna een comparitie van partijen heeft plaatsgevonden op 10 februari 2022. Tijdens deze zitting heeft IFA haar standpunten toegelicht, ondersteund door aanvullende producties, terwijl de gedaagde ook zijn verweer heeft gevoerd.
De vordering van IFA betreft een geldsom van Afl. 10.276,22, vermeerderd met een rente van 27% per jaar vanaf 28 februari 2021, en diverse kosten, waaronder buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde heeft verweer gevoerd tegen deze vordering.
In de beoordeling heeft het Gerecht vastgesteld dat de gedaagde sinds het tussenvonnis geen betalingen heeft verricht. De vordering van IFA is grotendeels toegewezen, met uitzondering van de vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten, omdat niet is aangetoond dat IFA meer werkzaamheden heeft verricht dan noodzakelijk voor de procedure.
Het Gerecht heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van de gevorderde bedragen en heeft de proceskosten aan de zijde van IFA toegewezen. Het vonnis is uitgesproken op 23 maart 2022 door rechter mr. A.H.M. van de Leur.