ECLI:NL:OGEAA:2022:182
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste en enige aanleg
- N.K. Engelbrecht
- J.R. Geerman
- E. de Cuba
- Rechtspraak.nl
Weigering van de bank om ongevallengeld om te zetten in een uitkering ineens
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, staat de vraag centraal of de Sociale Verzekeringsbank (SVB) in redelijkheid heeft kunnen weigeren het ongevallengeld van de appellant om te zetten in een uitkering ineens. De appellant, die sinds 1998 een uitkering ontvangt vanwege een bedrijfsongeval, heeft op 8 juli 2019 verzocht om zijn ongevallengeld om te zetten in een eenmalige uitkering, omdat hij van plan was terug te keren naar Colombia. De bank heeft dit verzoek op 30 oktober 2019 afgewezen, met als argument dat de appellant ten tijde van zijn verzoek nog in Aruba woonde en dat zijn situatie geen buitengewoon geval vormde dat een omzetting rechtvaardigde.
De appellant heeft op 18 november 2019 beroep aangetekend tegen deze beslissing. Tijdens de behandeling van de zaak op 27 mei 2021 heeft de appellant, bijgestaan door zijn gemachtigde, zijn standpunt toegelicht. Hij betoogde dat de bank een verkeerde interpretatie had van de relevante wetgeving, specifiek artikel 5 lid 7 onder b van de Landsverordening Ongevallenverzekering (LvOv). De bank heeft echter gesteld dat de appellant niet voldeed aan de voorwaarden voor omzetting, aangezien hij nog ingeschreven stond in Aruba en niet aan de vereiste termijn van verblijf in het buitenland voldeed.
Het College van Beroep heeft de argumenten van beide partijen afgewogen en geconcludeerd dat de bank op goede gronden heeft geweigerd het ongevallengeld om te zetten. De appellant had niet aangetoond dat zijn situatie een buitengewoon geval vormde, en de bank had het recht om de fiscale woonplaats in haar beoordeling mee te nemen. De beslissing van de bank werd derhalve als rechtmatig beschouwd, en het beroep van de appellant werd ongegrond verklaard.