ECLI:NL:OGEAA:2022:167

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
25 mei 2022
Publicatiedatum
8 juli 2022
Zaaknummer
KG AUA202201023
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van de executie van een vonnis in kort geding tussen Diet Marketing Group N.V. en Indigo 18 Fashion Group S.A.

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, vorderden de eisers, Diet Marketing Group N.V. en Maribombique N.V., dat de executie van een eerder vonnis van 16 maart 2022 werd geschorst. Dit vonnis had hen hoofdelijk veroordeeld tot betaling van een bedrag van US$ 52.442,67 aan de gedaagde, Indigo 18 Fashion Group S.A. De eisers stelden dat de vordering van Indigo ondeugdelijk was en dat er sprake was van een restitutierisico, aangezien Indigo een buitenlandse vennootschap is. De gedaagde, Indigo, voerde verweer en concludeerde tot afwijzing van de vordering van de eisers.

Tijdens de mondelinge behandeling op 6 mei 2022 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. De rechter oordeelde dat de vordering van de eisers niet kon slagen. De rechter benadrukte dat de kans van slagen van het hoger beroep buiten beschouwing moest blijven en dat de eisers onvoldoende feiten of omstandigheden hadden aangedragen die hun vordering konden onderbouwen. De rechter concludeerde dat het belang van de gedaagde bij de uitvoerbaarheid van het vonnis zwaarder woog dan het belang van de eisers bij schorsing.

Uiteindelijk wees het Gerecht de vordering van de eisers af en veroordeelde hen in de proceskosten aan de zijde van de gedaagde, tot een bedrag van Afl. 1.500,- aan salaris voor de gemachtigde. Dit vonnis werd uitgesproken op 25 mei 2022 door rechter T.A.M. Tijhuis.

Uitspraak

Vonnis van 25 mei 2022
Behorend bij K.G. nr. AUA202201023
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:

1.de naamloze vennootschap

DIET MARKTETING GROUP N.V., h.o.d.n. Castafiore,

2. de naamloze vennootschap

MARIBOMBIQUE N.V., h.o.d.n. HUGO BOSS,

3.
[naam eiser 3],
alle te Aruba,
eisers,
hierna ook gezamenlijk te noemen: Diet c.s.,
gemachtigde: de advocaat mr. M.O. Lopez,
tegen:
de vennootschap naar het recht van de Republiek Panana
INDIGO 18 FASHION GROUP S.A.,
te Panana, in dezen domicilie kiezende te Aruba ten kantore van haar hierna eerstgenoemde advocaat,
gedaagde,
hierna ook te noemen: Indigo,
gemachtigden: de advocaten mr. M.A. Kock en mr. J.A. Baars.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het inleidende verzoek met producties van 19 april 2022;
- een vijftal producties van de zijde van Indigo, ingediend op 5 mei 2022;
- de mondelinge behandeling van de zaak ter terechtzitting van vrijdag 6 mei 2022.
1.2
Namens eisers zijn ter zitting verschenen [eiser 3] en mr. Lopez voornoemd. Namens gedaagde is verschenen mr. Baars. Partijen hebben het woord gevoerd, vragen van het Gerecht beantwoord en op elkaars stellingen kunnen reageren.
1.3
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Bij het tussen partijen gewezen vonnis (met zaaknummer AUA 202000910) van 16 maart 2022 (hierna: het vonnis) zijn Diet c.s. hoofdelijk veroordeeld om aan Indigo te betalen een bedrag van US$ 52.442,67, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 juli 2019, en de proceskosten aan de zijde van Indigo gevallen.
2.2
Diet c.s. hebben van het vonnis tijdig hoger beroep ingesteld.

3.HET GESCHIL

3.1
Diet c.s. vorderen dat het Gerecht, uitvoerbaar bij voorraad, Indigo veroordeeld om (i) de executie van het vonnis te schorsen en geschorst te houden totdat in hoogste instantie over het onderhavige geschil is beslist en (ii) binnen 24 uur na betekening van dit vonnis op verbeurte van een dwangsom de schorsing aan Diet c.s. kenbaar te maken, met veroordeling van Indigo in de kosten van het geding.
3.2
Diet c.s. leggen aan hun vordering ten grondslag dat de vordering van Indigo ondeugdelijk is en daarom ten onrechte is toegewezen, dat ten onrechte aan het gevoerde niet-ontvankelijkheidsverweer voorbij is gegaan en dat ten onrechte is overwogen dat sprake is van een gerechtelijke erkenning. Verder wordt Indigo volgens Diet c.s. door te executeren verrijkt zonder dat verhaal mogelijk is, omdat Indigo een vennootschap is naar buitenlands recht.
3.3
Indigo voert verweer en concludeert tot afwijzing van het gevorderde, met veroordeling van Diet c.s. in de kosten van het geding.
3.4
De stellingen en weren van partijen worden hierna, voor zover voor de uitspraak van belang, besproken.

4.DE BEOORDELING

4.1
Aan de orde is de vraag of aanleiding bestaat de tenuitvoerlegging van het vonnis van 16 maart 2022 te schorsen, zoals door Diet c.s. is verzocht.
4.2
Uitgangspunt is dat een uitgesproken veroordeling, hangende een hogere voorziening, ten uitvoer kan worden gelegd. Afwijking van dit uitgangspunt kan worden gerechtvaardigd door omstandigheden die meebrengen dat het belang van de veroordeelde bij behoud van de bestaande toestand zolang niet op het door hem ingestelde rechtsmiddel is beslist, ook gegeven dit uitgangspunt, zwaarder weegt dan het belang bij de uitvoerbaarheid bij voorraad van degene die de veroordeling in een ten uitvoer te leggen uitspraak heeft verkregen. Bij de toepassing van deze maatstaf moet worden uitgegaan van de beslissingen in de ten uitvoer te leggen uitspraak en van de daaraan ten grondslag liggende vaststellingen en oordelen, en blijft de kans van slagen van het tegen de beslissing aangewende of nog aan te wenden rechtsmiddel buiten beschouwing, met dien verstande dat de rechter in zijn oordeelsvorming kan betrekken of de ten uitvoer te leggen beslissing berust op een kennelijke misslag. Bij de belangenafweging is verder een belangrijk gezichtspunt dat de rechter in vorige instantie de vordering waarop de tenuitvoerlegging betrekking heeft toewijsbaar heeft geoordeeld, en dat moet worden voorkomen dat het aanwenden van rechtsmiddelen wordt gebezigd als middel om uitstel van executie te verkrijgen. Indien de beslissing over de uitvoerbaarheid bij voorraad is gemotiveerd, moet de eiser aan zijn vordering feiten of omstandigheden ten grondslag leggen die bij het nemen van deze beslissing niet in aanmerking konden worden genomen doordat zij zich eerst na de betrokken uitspraak hebben voorgedaan en die kunnen rechtvaardigen dat van die eerdere beslissing wordt afgeweken (HR 2 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:2026).
4.3
De beslissing over de uitvoerbaarheid bij voorraad is in het vonnis niet gemotiveerd. Dit betekent dat bij de beoordeling van de vraag of er omstandigheden zijn die meebrengen dat het belang van Diet c.s. bij behoud van de bestaande toestand totdat op het door haar ingestelde hoger beroep is beslist, zwaarder weegt dan het belang van Indigo bij de uitvoerbaarheid bij voorraad van het vonnis, ook omstandigheden mogen worden betrokken die niet nieuw zijn.
4.4
Diet c.s. hebben aan hun vordering ten grondslag gelegd dat in het vonnis de vordering van Indigo ten onrechte is toegewezen, omdat deze vordering ondeugdelijk is, dat zij niet aan de door het Gerecht vastgestelde gerechtelijke erkenning kunnen worden gehouden, dat zij ten onrechte hoofdelijk zijn veroordeeld en dat ten onrechte is voorbijgegaan aan het exceptief gevoerde verweer dat zij niet met Indigo hebben gecontracteerd. Dit alles betreffen inhoudelijke bezwaren tegen het vonnis die in het kader van deze procedure niet aan de orde zijn. Zoals hiervoor is opgemerkt, blijft de kans van slagen van het ingestelde hoger beroep buiten beschouwing. Uit hetgeen Diet c.s. hebben aangevoerd volgt niet dat van een kennelijke juridische of feitelijke misslag sprake is. Ook hebben Diet c.s. geen, althans onvoldoende concrete feiten en/of omstandigheden gesteld die tot het oordeel moeten leiden dat hun belang bij schorsing zwaarder dient te wegen dan het belang van Indigo bij de tenuitvoerlegging van het vonnis. In dit verband is enkel ter zitting gesteld dat Diet c.s. ten gevolge van de coronapandemie over onvoldoende middelen beschikken en het toegewezen bedrag niet kunnen betalen. Deze stelling is echter op geen enkele wijze nader uiteengezet of concreet onderbouwd. Ook uit de (ter onderbouwing van een andere stelling overgelegde) stukken uit de financiële verslaglegging van eiser sub 1 volgt een dergelijke conclusie niet. Dat ten gevolge van de tenuitvoerlegging van het vonnis voor Diet c.s. een noodtoestand zal ontstaan, kan daarom niet worden gezegd. Dat een restitutierisico bestaat, is eveneens onvoldoende onderbouwd. Het enkele feit dat Indigo een buitenlandse vennootschap is, brengt, zonder een nadere toelichting, die ontbreekt, nog niet mee dat van een onaanvaardbaar restitutierisico sprake is.
4.5
Het voorgaande leidt tot de slotsom dat de stellingen van Diet c.s. niet kunnen slagen en dat hun vorderingen worden afgewezen.
4.6
Diet c.s. zullen zal als de in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure aan de zijde van Indigo gevallen, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 1.500,- aan salaris gemachtigde.

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht, rechtdoende in kort geding:
5.1
wijst het gevorderde af;
5.2
veroordeelt Diet c.s. in de kosten van deze procedure aan de zijde van Indigo gevallen en tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 1.500,- aan salaris gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.A.M. Tijhuis, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 25 mei 2022 in aanwezigheid van de griffier.