ECLI:NL:OGEAA:2022:159
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.H.M. van de Leur
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen betalingsbevel in huurovereenkomst met handtekening betwist
In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de opposant verzet aangetekend tegen een betalingsbevel dat op 2 juni 2021 was uitgesproken. Dit betalingsbevel verplichtte de opposant tot betaling van Afl. 7.133,30 aan de geopposeerde, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De opposant heeft aangevoerd dat hij niet heeft getekend voor de huurovereenkomst, waarop het betalingsbevel is gebaseerd. De procedure begon met een verzoekschrift van de geopposeerde, gevolgd door een verstekvonnis en een verzetschrift van de opposant. De geopposeerde heeft in zijn verweer de handtekening van de opposant betwist en bewijsstukken overgelegd die de echtheid van de handtekening onder de huurovereenkomst ondersteunen.
De rechter heeft vastgesteld dat de opposant tijdig in verzet is gekomen en dat zijn verweer onvoldoende onderbouwd was. De geopposeerde heeft overtuigend aangetoond dat de handtekening van de opposant op de huurovereenkomst authentiek is. Hierdoor heeft de rechter geoordeeld dat de opposant de vordering van de geopposeerde niet heeft kunnen weerleggen. Het Gerecht heeft de opposant dan ook als kwaad opposant verklaard en het betalingsbevel bevestigd. Tevens is de opposant veroordeeld in de proceskosten van de geopposeerde, die zijn begroot op Afl. 1.000,--. Dit vonnis is uitgesproken op 25 mei 2022 door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, in aanwezigheid van de griffier.