ECLI:NL:OGEAA:2022:159

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
25 mei 2022
Publicatiedatum
8 juli 2022
Zaaknummer
ARBB AUA202101942
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen betalingsbevel in huurovereenkomst met handtekening betwist

In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de opposant verzet aangetekend tegen een betalingsbevel dat op 2 juni 2021 was uitgesproken. Dit betalingsbevel verplichtte de opposant tot betaling van Afl. 7.133,30 aan de geopposeerde, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De opposant heeft aangevoerd dat hij niet heeft getekend voor de huurovereenkomst, waarop het betalingsbevel is gebaseerd. De procedure begon met een verzoekschrift van de geopposeerde, gevolgd door een verstekvonnis en een verzetschrift van de opposant. De geopposeerde heeft in zijn verweer de handtekening van de opposant betwist en bewijsstukken overgelegd die de echtheid van de handtekening onder de huurovereenkomst ondersteunen.

De rechter heeft vastgesteld dat de opposant tijdig in verzet is gekomen en dat zijn verweer onvoldoende onderbouwd was. De geopposeerde heeft overtuigend aangetoond dat de handtekening van de opposant op de huurovereenkomst authentiek is. Hierdoor heeft de rechter geoordeeld dat de opposant de vordering van de geopposeerde niet heeft kunnen weerleggen. Het Gerecht heeft de opposant dan ook als kwaad opposant verklaard en het betalingsbevel bevestigd. Tevens is de opposant veroordeeld in de proceskosten van de geopposeerde, die zijn begroot op Afl. 1.000,--. Dit vonnis is uitgesproken op 25 mei 2022 door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 25 mei 2022
Behorend bij B.B. nr. AUA202101942
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS op het verzet van:
[OPPOSANT],
te Aruba,
opposant,
hierna ook te noemen: [Opposant],
procederend in persoon,
tegen:
[GEOPPOSEERDE],
te Aruba,
geopposeerde,
hierna ook te noemen: [Geopposeerde],
gemachtigde: de advocaat mr. P.M.E. Mohamed.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het op 18 februari 2021 ter griffie ingediende (oorspronkelijke) tegen [opposant] gerichte verzoekschrift van [geopposeerde], met producties;
- het bij verstek uitgesproken betalingsbevel van dit Gerecht van 2 juni 2021 onder zaaknummer B.B. AUA202100443 (hierna: het betalingsbevel waarvan verzet), waarbij [opposant] uitvoerbaar bij voorraad is bevolen tot betaling aan [geopposeerde] van Afl. 7.133,30 te vermeerderen met (1) wettelijke rente gerekend vanaf 18 februari 2021 tot de dag der voldoening en (2) Afl. 750,-- aan vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Verder is [opposant] uitvoerbaar bij voorraad bevolen tot betaling aan [geopposeerde] van zijn proceskosten begroot op Afl. 550,--;
- het op 9 juli 2021 ter griffie ingediende verzetschrift van [opposant];
- de op 8 december 2021 door [geopposeerde] genomen conclusie van antwoord in oppositie;
- de op 23 februari 2021 tegen [opposant] verleende akte van niet dienen van repliek in oppositie.
1.2
Vonnis nader bepaald op heden.

2.HET GESCHIL IN OPPOSITIE

2.1 [
Opposant] vordert dat het Gerecht (zo het begrijpt) bij vonnis hem goed opposant verklaart, het betalingsbevel waarvan verzet vernietigt en - opnieuw rechtdoende – de oorspronkelijke vorderingen van [geopposeerde] alsnog afwijst.
2.2 [
Geopposeerde] voert verweer en concludeert dat [opposant] tot kwaad opposant moet worden verklaard en tot bevestiging van het betalingsbevel waarvan verzet.
2.3
Voor zover voor de beslissing van belang worden de stellingen van partijen hierna besproken.

3.DE BEOORDELING IN OPPOSITIE

3.1 [
Opposant] heeft onbestreden gesteld dat hij eerst op 25 juni 2021 kennis heeft genomen van het betalingsbevel waarvan verzet. Dat betekent dat [opposant] tijdig in verzet is gekomen en daarom daarin ontvankelijk is.
3.2
Bij gelegenheid van antwoord in oppositie heeft [geopposeerde] het meest verstrekkende verweer van [opposant], dat hij de door [geopposeerde] overgelegde huurovereenkomst (hierna: de huurovereenkomst) nooit heeft voorzien van zijn handtekening, gemotiveerd bestreden. Daartoe heeft [geopposeerde] overgelegd 3 – en dat heeft [geopposeerde] onbestreden gesteld – telkens door [opposant] van zijn handtekening voorziene stukken die identiek zijn aan de handtekening onder de huurovereenkomst, op de echtheid van welke handtekening [geopposeerde] zich beroept. Aldus heeft [opposant] zijn verweer, inhoudende de betwisting van de echtheid van bedoelde handtekening, onvoldoende nader onderbouwd. Dat verweer wordt daarom gepasseerd met als gevolg dat vast komt te staan dat de huurovereenkomst ook is ondertekend door [opposant].
3.3
Vorenstaande vaststaande omstandigheid brengt met zich dat [opposant] de stelling van [geopposeerde], dat [opposant] Afl. 7.133,30 aan [geopposeerde] verschuldigd is uit hoofde van achterstallige huur, onvoldoende onderbouwd heeft bestreden. Die stelling komt daarom vast te staan.
3.4
Al het hiervoor geschetste in verbinding met de omstandigheid dat [opposant] de nevenvorderingen van [geopposeerde] niet heeft bestreden leidt tot de slotsom dat [opposant] tot kwaad opposant zal worden verklaard en dat het betalingsbevel waarvan verzet zal worden bevestigd.
3.5 [
Opposant] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden verwezen in de proceskosten van [geopposeerde] in oppositie, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 1.000,-- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten, tarief 3 ad Afl. 500,-- per punt).

4.DE BESLISSING IN OPPOSITIE

Het Gerecht:
-verklaart [opposant] kwaad opposant;
-bevestigt het betalingsbevel waarvan verzet;
-veroordeelt [opposant] in de kosten van deze verzetprocedure gevallen aan de zijde van [geopposeerde], tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 1.000,--.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op woensdag 25 mei 2022.