Uitspraak
DE PROCEDURE
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze civiele procedure, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de naamloze vennootschap ISLAND FINANCE ARUBA N.V. (hierna: IFA) een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij. De zaak betreft een schuldvordering die voortvloeit uit een schriftelijke overeenkomst van 9 maart 2018, waarbij IFA aan de gedaagde een bedrag van Afl. 17.880,54 in verbruikleen heeft verstrekt. De gedaagde heeft zich verplicht om dit bedrag, vermeerderd met een rente van 27,25% per jaar, in zestig maandelijkse termijnen af te lossen. Echter, de gedaagde is in gebreke gebleven met de aflossingen in 2019, wat heeft geleid tot de eis van IFA om het restant van de lening per 30 april 2019 op te eisen.
Op 26 september 2019 heeft IFA conservatoir derdenbeslag gelegd onder de openbare rechtspersoon Het Land Aruba. Na een schriftelijk debat hebben partijen een minnelijke regeling getroffen, waarbij de gedaagde de hoofdvordering erkent en zijn vordering in reconventie intrekt. Het gerecht heeft de vordering in conventie toegewezen, nu er geen bezwaar bestaat tegen de getroffen regeling. De gedaagde is veroordeeld tot betaling van Afl. 17.629,82 aan IFA, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke kosten. Tevens is de gedaagde in de kosten van de procedure veroordeeld, maar de vordering in reconventie is ingetrokken. Het gerecht heeft de gedaagde toestemming verleend om kosteloos te procederen.
Dit vonnis is uitgesproken op 25 mei 2022 door rechter-plv. mr. J.T.G. Roovers in aanwezigheid van de griffier.