ECLI:NL:OGEAA:2022:151

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
14 februari 2022
Publicatiedatum
6 juli 2022
Zaaknummer
AUA202100696
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake openbaarmaking op basis van de Landsverordening openbaarheid van bestuur

In deze zaak heeft de Stichting Fundacion Proteccion y Conservacion di Commandeursbaai y Vecindario beroep ingesteld tegen de Minister van Ruimtelijke Ontwikkeling, Infrastructuur en Milieu. Het beroep betreft een verzoek om openbaarmaking van informatie en documenten met betrekking tot het hotelproject "Aruba Ocean Villas" te Savaneta, ingediend op 25 september 2020. De appellante heeft echter geen bezwaarschrift ingediend tegen het uitblijven van een beschikking op haar verzoek, wat volgens de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) noodzakelijk is om beroep in te stellen. De rechter heeft vastgesteld dat de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift ruimschoots is overschreden, waardoor het beroep niet-ontvankelijk is verklaard. De uitspraak is gedaan op 14 februari 2022, waarbij de rechter de appellante heeft geïnformeerd over de procedure voor hoger beroep en de bijbehorende kosten.

Uitspraak

Uitspraak van 14 februari 2022
Lar nr. AUA202100696

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:

Stichting Fundacion Proteccion y Conservacion di Commandeursbaai y Vecindario,

gevestigd in Aruba,
APPELLANTE,
gemachtigde: J. Schwengle (voorzitter),
gericht tegen:

DE MINISTER VAN RUIMTELIJKE ONTWIKKELING, INFRASTRUCTUUR EN MILIEU,

zetelend in Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: mr. Y.F.M. Kaarsbaan (DWJZ).

PROCESVERLOOP

Bij brief van 25 september 2020 heeft appellante om openbaarmaking verzocht krachtens de Landsverordening openbaarheid van bestuur (Lob) van informatie en documenten inzake het hotel project “Aruba Ocean Villas” te Savaneta (Lob-verzoek).
Tegen het uitblijven van een beschikking daarop heeft appellante op 15 maart 2021 beroep ingesteld bij het gerecht (beroep).
Verweerder heeft op 5 mei 2021 een verweerschrift ingediend.
Het gerecht heeft de zaak ter zitting behandeld van 13 december 2021. Partijen zijn verschenen bij hun gemachtigden.
De uitspraak is bepaald op heden.

OVERWEGINGEN

wettelijk kader

2.1
Ingevolge artikel 3, eerste lid, van de Lob verstuurt de minister aan de verzoeker onverwijld een bewijs, met daarop de datum van ontvangst, ter zake van de ontvangst van een verzoek om informatie.
Ingevolge het tweede lid beslist de minister op een verzoek om informatie zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen drie weken na de ontvangst van het verzoek.
2.2
Ingevolge artikel 9, eerste lid, van de Lar kan degene die door een beschikking rechtstreeks in zijn belang is getroffen, het bestuursorgaan verzoeken de beschikking in heroverweging te nemen, tenzij deze op bezwaar is genomen.
Ingevolge het tweede lid van dit artikel wordt het uitblijven van een beschikking binnen de bij of krachtens landsverordening gestelde termijn, of, bij gebreke van een zodanige termijn, het uitblijven van een beschikking binnen twaalf weken nadat daartoe door de belanghebbende een verzoek is ingediend, gelijkgesteld met een afwijzende beschikking.
2.3
Ingevolge artikel 11, eerste lid, van de Lar bedraagt de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift zes weken en gaat in op de dag na die waarop de beschikking is gedagtekend.
Op grond van het tweede lid van dit artikel geldt dat indien het bezwaarschrift betrekking heeft op het uitblijven van een beschikking, de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift acht weken bedraagt en ingaat op de dag waarop het bestuursorgaan in gebreke raakt, tijdig een beschikking te geven.
2.4
Ingevolge artikel 27, tweede lid, van de Lar bedraagt, indien het beroepschrift betrekking heeft op het uitblijven van een beslissing op het bezwaarschrift, de termijn voor het indienen van een beroepschrift acht weken en gaat deze in op de dag, waarop het bestuursorgaan in gebreke raakt, tijdig op het bezwaarschrift te beslissen.
ontvankelijkheid
3. Het gerecht stelt vast dat appellante geen bezwaarschrift heeft ingediend tegen het uitblijven van een beschikking op het Lob-verzoek. Van het uitblijven van een beslissing op het bezwaarschrift als bedoeld in artikel 27, tweede lid, van de Lar op grond waarvan beroep openstaat bij dit gerecht, is dan ook geen sprake. De termijn waarbinnen appellante een bezwaarschrift had moeten indienen is intussen ruimschoots overschreden. Het gevolg van dit alles is dat het beroep van appellante niet-ontvankelijk moet worden verklaard.

BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze beslissing is gegeven door mr. A.J. Martijn, rechter in dit gerecht, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op maandag 14 februari 2022, in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na dagtekening van deze uitspraak hoger beroep instellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (LAR-zaken).
Het hogerberoepschrift moet worden ingediend bij de griffie van dit Gerecht.
U wordt verzocht bij het indienen van het hogerberoepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hogerberoepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hogerberoepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de dag van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is een griffierecht van Afl. 75 verschuldigd.