ECLI:NL:OGEAA:2022:132
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.H.M. van de Leur
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot betaling van achterstallig salaris en schadevergoeding na ontslag wegens arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft [verzoekster] een verzoek ingediend bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, waarin zij SEPB verzoekt om betaling van achterstallig salaris en een schadevergoeding na haar ontslag. De procedure begon met een verzoekschrift op 7 oktober 2021, gevolgd door een verweerschrift op 14 december 2021 en een mondelinge behandeling op 1 maart 2022. De feiten van de zaak zijn dat [verzoekster] op 16 juni 2006 in dienst trad bij SEPB als leerkracht en zich op 2 juli 2012 ziek meldde. Er ontstonden geschillen over haar arbeidsongeschiktheid en de controle door de SVB, wat leidde tot een loonsanctie door SEPB en uiteindelijk tot de opzegging van haar arbeidsovereenkomst op 15 oktober 2015.
Het Gerecht heeft geoordeeld dat [verzoekster] niet heeft meegewerkt aan de noodzakelijke controles en dat SEPB gerechtigd was om de loonbetalingsverplichting op te schorten. De rechter heeft vastgesteld dat de opzegging van de arbeidsovereenkomst niet kennelijk onredelijk was, omdat SEPB niet langer kon worden verplicht om de functie van [verzoekster] open te houden zonder dat er duidelijkheid was over haar arbeids(on)geschiktheid.
De vorderingen van [verzoekster] zijn afgewezen, en zij is veroordeeld in de kosten van de procedure. De rechter heeft ook verlof tot kosteloos procederen verleend aan [verzoekster]. De uitspraak is gedaan door mr. A.H.M. van de Leur op 17 mei 2022.