ECLI:NL:OGEAA:2022:127

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
30 maart 2022
Publicatiedatum
18 mei 2022
Zaaknummer
AR AUA202001127
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verifieerbare vordering in faillissement van ESF Gaming International N.V. door Stuart Security Services VBA

In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft Stuart Security Services VBA (hierna: SSS) een vordering ingesteld tegen ESF Gaming International N.V. (hierna: ESF) voor een bedrag van Afl. 13.609,63, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 28 april 2020 is ingediend. De vordering is gebaseerd op het feit dat SSS beveiligingsdiensten heeft verleend aan ESF en dat de bijbehorende facturen onbetaald zijn gebleven, ondanks aanmaningen en sommatie.

Tijdens de procedure heeft ESF verweer gevoerd, maar het gerecht heeft vastgesteld dat ESF bij vonnis van 8 maart 2020 in staat van faillissement is verklaard. Dit heeft gevolgen voor de verifieerbaarheid van de vordering van SSS. Volgens de Faillissementsverordening moeten verifieerbare vorderingen in beginsel ter verificatie bij de curator worden ingediend, maar in dit geval was er al een lopende procedure waarin vonnis was gevraagd. Het gerecht heeft geconcludeerd dat de vordering van SSS toewijsbaar is, omdat ESF haar verweer niet voldoende heeft onderbouwd en zich uiteindelijk heeft gerefereerd aan het oordeel van het gerecht.

Het vonnis, uitgesproken op 30 maart 2022, veroordeelt ESF tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente, en legt de proceskosten bij ESF neer. De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zijn afgewezen, omdat niet aannemelijk is gemaakt dat deze kosten zijn gemaakt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het gerecht heeft afgewezen wat meer of anders is gevorderd.

Uitspraak

Vonnis van 30 maart 2022
Behorend bij A.R. nr. AUA202001127
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
De vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Stuart Security Services VBA,
gevestigd te Aruba,
eiseres,
hierna: SSS,
gemachtigde: mr. V.A.V. Carlo,
tegen:
de naamloze vennootschap
ESF Gaming International N.V., h.o.d.n.
Cool Casino,
gevestigd te Aruba,
gedaagde,
hierna: ESF,
gemachtigde: mr. D.G. Kock.

1.DE PROCEDURE

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen op 28 april 2020,
- de conclusie van antwoord,
- de conclusie van repliek,
- de (mondelinge) conclusie van dupliek.
1.2.
Vonnis is nader bepaald op vandaag.

2.HET GESCHIL EN DE BEOORDELING DAARVAN

2.1.
SSS vordert dat het gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis ESF veroordeelt tot betaling aan SSS van een bedrag van Afl. 13.609,63 vermeerderd met Afl. 2.014,44 aan buitengerechtelijke incassokosten en de wettelijke rente vanaf 17 april 2020, kosten rechtens.
2.2.
SSS legt daaraan ten grondslag dat zij aan ESF beveiligingsdiensten heeft verleend en daarvoor facturen heeft gestuurd, die ESF ondanks aanmaning en sommatie onbetaald heeft gelaten.
2.3.
ESF voert verweer.
2.4.
De stellingen van partijen worden indien nodig hierna besproken.
2.5.
Het gerecht stelt voorop dat het hem ambtshalve bekend is dat ESF bij vonnis van dit gerecht van 8 maart 2020 in staat van faillissement is verklaard. De vordering van SSS is een verifieerbare vordering. Op grond van artikel 25 Faillissementsverordening (Fv) moeten zulke vorderingen in beginsel ter verificatie bij de curator worden ingediend. Artikel 27 Fv zondert daarvan uit verifieerbare vorderingen in lopende procedures waarin al vonnis is gevraagd. Dat is hier het geval. Het faillissement van ESF is uitgesproken (kort) nadat partijen vonnis hadden gevraagd. Dat betekent dat het gerecht vonnis zal wijzen.
2.6.
Bij conclusie van antwoord heeft ESF de stellingen van SSS betwist en geconcludeerd dat de vorderingen van SSS moeten worden afgewezen, omdat zij thans geen bedrag aan SSS verschuldigd is. Dat is geen onderbouwd verweer. SSS heeft haar vordering vervolgens nader onderbouwd, waarna ESF zich heeft gerefereerd aan het oordeel van het gerecht. Het gerecht leidt daaruit af dat ESF haar verweer prijsgeeft.
2.7.
Dat leidt tot de slotsom dat de gevorderde hoofdsom zal worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente zoals gevorderd, tot de dag van betaling.
2.8.
De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zullen worden afgewezen, nu niet aannemelijk is gemaakt dat deze kosten zijn gemaakt.
2.9.
Als de in het ongelijk gestelde partij zal ESF de proceskosten van SSS moeten vergoeden.

3.DE BESLISSING

Het gerecht:
veroordeelt ESF tot betaling aan SSS van een bedrag van Afl. 13.609,63 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 april 2020 tot de dag van betaling;
veroordeelt ESF in de proceskosten aan de kant van SSS begroot Afl. 2.968,64 waarvan Afl. 2.000,-- aan salaris gemachtigde (2 punten, tarief 4);
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A. van Voorthuizen, rechter, en is uitgesproken door de rolrechter ter openbare terechtzitting van woensdag 30 maart 2022 in aanwezigheid van de griffier.