In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, heeft de curator, mr. J.M. de Cuba, een kort geding aangespannen tegen de Stichting Administratiekantoor Aandelen La Linda Holding (STAK). De curator verzocht om STAK te veroordelen tot ondertekening van een akte van overdracht van aandelen in La Linda Holding, die behoren tot de nalatenschap van de overleden erflater. De curator stelde dat hij als curator van de nalatenschap van de erflater was aangesteld na het faillissement van de boedel op 24 mei 2021. De curator had eerder de beheersovereenkomst met STAK opgezegd en verzocht om de aandelen terug te leveren, maar STAK weigerde hieraan mee te werken.
Tijdens de zitting op 10 maart 2022 voerden beide partijen hun standpunten aan. De curator stelde dat er een spoedeisend belang was bij de overdracht van de aandelen, omdat de onroerende zaken die in de dochtervennootschappen van La Linda Holding zijn ondergebracht, leeg stonden en er een risico op verdere schade voor de nalatenschap bestond. STAK voerde aan dat er geen spoedeisend belang was en dat er sprake was van een conflict of interest met de gemachtigde van de curator.
Het Gerecht oordeelde dat er wel degelijk sprake was van een spoedeisend belang en dat STAK onrechtmatig handelde door niet mee te werken aan de decertificering van de aandelen. Het Gerecht wees de vordering van de curator toe en veroordeelde STAK om binnen 24 uur de akte van overdracht te ondertekenen. Indien STAK in gebreke bleef, zou het vonnis dezelfde kracht hebben als een wettelijk opgemaakte akte. STAK werd ook veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de curator waren begroot op een totaalbedrag van Afl. 2.350,-, vermeerderd met wettelijke rente.