ECLI:NL:OGEAA:2022:114
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.E.B. de Haseth
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van achterstallige huur en schadevergoeding in het kader van een huurovereenkomst
In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, vordert de vennootschap onder firma [Naam V.O.F.] betaling van achterstallige huur en schadevergoeding van de gedaagde partij, [Gedaagde]. De procedure is gestart op basis van een huurovereenkomst die op 1 juni 2017 in werking trad, waarbij [Gedaagde] een privékantoor huurde voor Afl. 1.075,- per maand. Op 13 september 2021 heeft [Naam V.O.F.] [Gedaagde] gesommeerd om een achterstallig bedrag van Afl. 4.472,03 binnen vijf dagen te betalen, maar [Gedaagde] heeft hieraan niet voldaan.
Tijdens de comparitie van partijen op 22 februari 2022 heeft [Gedaagde] erkend dat zij het bedrag verschuldigd is, maar heeft zij verzocht om een betalingsregeling vanwege financiële moeilijkheden. Tevens heeft [Gedaagde] een beroep gedaan op verrekening, stellende dat [Naam V.O.F.] haar een bedrag van Afl. 1.759,60 verschuldigd is. Het Gerecht heeft echter geoordeeld dat de factuur die [Gedaagde] heeft overgelegd niet aan [Naam V.O.F.] was gericht, maar aan een van de gemachtigden, waardoor het beroep op verrekening is afgewezen.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat [Gedaagde] tekort is geschoten in haar betalingsverplichtingen en dat betalingsonmacht voor haar risico komt. De vordering van [Naam V.O.F.] tot betaling van Afl. 4.472,03 is toegewezen, evenals de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. [Gedaagde] is ook veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op Afl. 320,21. Het vonnis is uitgesproken op 6 april 2022 door mr. M.E.B. de Haseth, rechter, en is uitvoerbaar bij voorraad.