ECLI:NL:OGEAA:2022:106

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
20 april 2022
Publicatiedatum
16 mei 2022
Zaaknummer
AUA202002763
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot uitkering van ouderdomspensioen op basis van huwelijkse voorwaarden

In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, vorderde de eiseres, vertegenwoordigd door mr. H.S. Croes, dat de gedaagde, die in persoon procedeerde, zou worden opgedragen om het aan haar toekomende ouderdomspensioen van Afl. 21.675,08 per jaar uit te keren, met ingang van 1 januari 2017. De partijen waren onder huwelijkse voorwaarden gehuwd en het huwelijk was op 6 maart 2006 ontbonden. De eiseres baseerde haar vordering op de pensioenberekening van de Stichting Algemeen Pensioenfonds Aruba (Apfa) en het Boon/Van Loon-arrest, dat bepaalt dat pensioenrechten bij de verdeling van een huwelijksgoederengemeenschap in aanmerking moeten worden genomen.

De gedaagde voerde verweer en stelde dat er geen grond was voor verdeling op basis van het Boon/Van Loon-rest, aangezien partijen onder huwelijkse voorwaarden waren gehuwd waarbij elke gemeenschap was uitgesloten. Het gerecht oordeelde dat de kern van het geschil was of de eiseres aanspraak had op een deel van het ouderdomspensioen dat de gedaagde had opgebouwd. Het gerecht concludeerde dat, gezien de huwelijkse voorwaarden, er geen plaats was voor pensioenverrekening en dat de eiseres geen aanspraak kon maken op het ouderdomspensioen van de gedaagde.

Het gerecht wees de vordering van de eiseres af en compenseerde de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten droeg. Dit vonnis werd uitgesproken op 20 april 2022 door mr. J.A. van Voorthuizen in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 20 april 2022
Behorend bij A.R. nr. AUA202002763
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[naam eiseres],
wonend te Aruba,
eiseres,
hierna: [eiseres],
gemachtigde: mr. H.S. Croes,
tegen:
[naam gedaagde],
wonend te Aruba,
gedaagde,
hierna: [gedaagde],
procederend in persoon.
1. DE PROCEDURE
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- tussenvonnis van 24 februari 2021,
- comparitie van partijen gehouden op 15 maart 2022.
1.2. Vonnis is bepaald op vandaag.

2.DE FEITEN

2.1. [
eiseres] en [gedaagde] zijn op 6 mei 1984 onder huwelijkse voorwaarden met elkaar gehuwd. Het huwelijk is op 6 maart 2006 ontbonden.
2.2.
In artikel 1 de van de huwelijkse voorwaarden is opgenomen: ‘
Er zal tussen de echtgenoten geen gemeenschap van goederen, in welke vorm ook, bestaan.’
2.3. [
gedaagde] ontvangt sinds eind 2015 ouderdomspensioen van de Stichting Algemeen Pensioenfonds Aruba (Apfa).
2.4.
Bij brief van 27 juni 2017 berichtte Apfa aan [eiseres]:
(…) ‘Wij hebben naar aanleiding van deze scheidingsdatum de berekeningsmethode conform het Boon/Van Loon-arrest aangehouden om de contante waarde bij scheiding te berekenen. (…)
Met betrekking tot het ouderdomspensioen dat aan de gewezen partner toekomt (optie 2) geldt: Afl.173.010,49:7,982 (factor) = Afl. 21.675,08 per jaar.’

3.HET GESCHIL

3.1. [
eiseres] vordert -samengevat- dat het gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis [gedaagde] opdraagt om, op verbeurte van een dwangsom, al hetgeen te doen dat nodig is om te bewerkstelligen dat Apfa aan [eiseres] met ingang van 1 januari 2017 het aan haar toekomende ouderdomspensioen van Afl. 21.675,08 per jaar uitkeert en [gedaagde] veroordeelt tot betaling van de wettelijke rente totdat de achterstand is ingelopen.
3.2.
Ter onderbouwing van haar vordering beroept [eiseres] zich op de pensioenberekening van het Apfa. Tijdens de comparitie heeft (de gemachtigde van) [eiseres] daaraan toegevoegd dat ervan moet worden uitgegaan dat op dit punt de rechtsontwikkeling in Aruba geen andere is dan in het Europese deel van het Koninkrijk en dat op grond van het concordantiebeginsel daarbij aangesloten zou moeten worden.
3.3. [
gedaagde] voert verweer. Hij stelt dat voor verdeling op basis van het Boon/van Loon-rest geen grond is nu partijen destijds gehuwd waren onder huwelijkse voorwaarden waarbij elke gemeenschap is uitgesloten.

4.DE BEOORDELING

4.1.
De kern van het geschil tussen partijen is of [eiseres] aanspraak heeft op een deel van het ouderdomspensioen dat [gedaagde] (zowel voor als tijdelijk het huwelijk) van partijen heeft opgebouwd bij Apfa. In het Boon/Van Loon arrest van 27 november 1981 (NJ1982/503) heeft de Hoge Raad bepaald dat pensioenrechten in het algemeen voor het gedeelte dat op het tijdstip van de ontbinding van de gemeenschap door echtscheiding of scheiding van tafel en bed reeds was opgebouwd, bij de verdeling van deze gemeenschap door middel van verrekening in aanmerking moeten worden genomen. Sindsdien moeten pensioenrechten dus bij de verdeling van een huwelijksgoederengemeenschap worden verdeeld. Uit het arrest volgt dat in het geval sprake is van huwelijkse voorwaarden in beginsel geen plaats is voor pensioenverrekening. Dit zogenaamde Boon/Van Loon criterium geldt voor Aruba onverkort. [gedaagde] heeft dan ook terecht aangevoerd dat, nu partijen onder huwelijkse voorwaarden gehuwd zijn geweest waarbij iedere gemeenschap van goederen is uitgesloten, verdeling van pensioenrechten niet aan de orde is en [eiseres] geen aanspraak heeft op een deel van het door hem opgebouwde ouderdomspensioen. Dat Apfa een pensioenberekening heeft gemaakt welke zij heeft gebaseerd op het Boon/Van Loon-arrest, doet daaraan niet af.
4.2. [
eiseres] heeft aansluiting gezocht bij de rechtsontwikkeling op dit gebied in het Europese deel van het Koninkrijk. Zij heeft kennelijk het oog op de rechtsontwikkeling in Europees Nederland na het Boon/Van Loon-arrest die heeft geresulteerd in de op 1 mei 1995 inwerking getreden Wet verevening pensioenrechten. Daarin wordt geen onderscheid gemaakt naar huwelijksvermogensregime, maar uitgangspunt is dat ouderdomspensioen, opgebouwd tussen de huwelijkssluiting en de echtscheiding, bij helfte wordt verdeeld. Aruba kent niet een soortgelijke wet en het is aan de Arubaanse wetgever om, indien aan zulke wetgeving binnen de samenleving van Aruba behoefte bestaat, daarin te voorzien. Gesteld noch gebleken is dat zulke wetgeving in voorbereiding is. Het zou de rechtsvormende taak van de rechter te buiten gaan en rechtsonzekerheid tot gevolg hebben, indien hij in Aruba pensioenrechten overeenkomstig de in Nederland geldende wetgeving zou verdelen. Voor toepassing van het concordantiebeginsel in is in dit geval dan ook geen plaats.
4.3.
Het voorgaande leidt tot de slotsom dat de vordering van [eiseres] zal worden afgewezen.
4.4.
Gelet op de aard van de zaak ziet het gerecht aanleiding de proceskosten te compenseren, zoals in de beslissing bepaald.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
wijst de vordering af;
compenseert de proceskosten aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A. van Voorthuizen, rechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 20 april 2022 in aanwezigheid van de griffier.