Uitspraak
BANCO DI CARIBE (ARUBA) N.V.,
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze civiele procedure, aangespannen door Banco di Caribe (Aruba) N.V. (hierna: BdC), vorderde de eiseres dat het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba de gedaagde zou veroordelen tot betaling van een bedrag van Afl. 30.568,50, vermeerderd met boeterente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde, die in persoon procedeerde, erkende de hoofdsom maar stelde dat hij door persoonlijke omstandigheden niet in staat was om aan zijn betalingsverplichtingen te voldoen. Hij bood aan om in termijnen af te betalen, maar het Gerecht oordeelde dat betalingsonmacht geen reden is om de vordering af te wijzen. Het Gerecht wees de vordering van BdC toe, inclusief de wettelijke rente en de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten van BdC, die tot op dat moment waren begroot op Afl. 750,- aan griffierecht, Afl. 2.054,78 aan explootkosten en Afl. 3.750,- aan gemachtigdensalaris. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en overige vorderingen werden afgewezen.