ECLI:NL:OGEAA:2022:103
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Civiele procedure over terugbetaling van een bedrag en verrekeningsverweer
In deze civiele procedure vorderde eiseres, wonend te Aruba, dat gedaagde, eveneens wonend te Aruba, werd veroordeeld tot betaling van Afl. 25.000,--, vermeerderd met wettelijke rente vanaf juli 2019 en de proceskosten. Eiseres stelde dat zij in 2019 haar spaargeld van Afl. 27.000,-- aan gedaagde had gegeven met de afspraak dat hij dit bedrag zou overmaken naar een bankrekening in China. Gedaagde heeft echter slechts Afl. 8.200,-- overgemaakt en het restant van Afl. 16.800,-- ingehouden, wat hij deed onder het voorwendsel van achterstallige huur. Gedaagde erkende de ontvangst van het bedrag, maar betwistte de huurverplichting van eiseres, die volgens hem nooit huur had betaald voor het appartement dat zij van hem huurde.
Tijdens de comparitie van partijen heeft eiseres bevestigd dat zij het bedrag aan gedaagde had gegeven, maar betwist dat zij huur verschuldigd was. Het gerecht oordeelde dat gedaagde onrechtmatig handelde door het bedrag van Afl. 16.800,-- niet terug te betalen. Het verweer van gedaagde werd gekwalificeerd als een verrekeningsverweer, maar het gerecht oordeelde dat de gegrondheid daarvan niet eenvoudig vast te stellen was, waardoor het verweer niet kon worden gehonoreerd. Het gerecht heeft de vordering van eiseres tot betaling van Afl. 16.800,-- toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente, en gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten van eiseres.
De beslissing van het gerecht werd op 20 april 2022 bekendgemaakt door rechter J.A. van Voorthuizen, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.