ECLI:NL:OGEAA:2022:102

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
20 april 2022
Publicatiedatum
16 mei 2022
Zaaknummer
AUA202002565
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap en het recht van erfpacht op een perceel in Aruba

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, betreft het een geschil tussen twee partijen die in gemeenschap van goederen zijn gehuwd en inmiddels zijn gescheiden. De eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. E.M.J. Cafarzuza, vordert onder andere de scheiding en deling van de ontbonden huwelijksgemeenschap, alsook medewerking van de gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. R. Marchena, aan de juridische overdracht van het recht van erfpacht op een perceel grond in Aruba. De partijen zijn op 25 augustus 2005 in de Dominicaanse Republiek gehuwd en hebben in 2011 een recht van erfpacht op een perceel grond gekocht, waarop zij een woning hebben gebouwd. Het huwelijk is inmiddels ontbonden door echtscheiding.

Tijdens de procedure hebben partijen op 22 maart 2022 een comparitie van partijen gehad, waarbij zij hun standpunten hebben toegelicht. De eiser heeft verschillende vorderingen ingediend, waaronder het verzoek om de gedaagde te dwingen tot medewerking aan de scheiding en deling van de huwelijksgemeenschap en de juridische overdracht van het recht van erfpacht. De gedaagde heeft verweer gevoerd en zelf vorderingen ingediend, waaronder de toedeling van de economische rechten op het recht van erfpacht aan haar.

Het Gerecht heeft vastgesteld dat partijen overeenstemming hebben bereikt over de wijze van verdeling van de woning en het recht van erfpacht. De woning zal worden getaxeerd en op basis van de getaxeerde waarde zal de toedeling plaatsvinden. Het Gerecht heeft de vorderingen van de eiser, die niet in overeenstemming zijn met de gemaakte afspraken, afgewezen. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 20 april 2022 door mr. T.A.M. Tijhuis.

Uitspraak

Vonnis van 20 april 2022
Behorend bij A.R. no. AUA202002565
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS in de zaak van:
[EISER],
wonende te Aruba,
eiser,
hierna ook te noemen: [Eiser],
gemachtigde: de advocaat mr. E.M.J. Cafarzuza,
tegen:
[GEDAAGDE],
wonende te Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: [Gedaagde],
gemachtigden: de advocaat mr. R. Marchena.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties;
- de conclusie van antwoord met een productie;
- het comparitievonnis van 21 april 2021.
1.2
Op 22 maart 2022 heeft - na uitstel - een comparitie van partijen plaatsgevonden. Partijen zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigden voornoemd. Partijen hebben op vragen van het Gerecht geantwoord.
1.3
Vonnis is vervolgens bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende bestreden, alsmede op grond van overgelegde producties voor zover niet of onvoldoende bestreden, staat onder meer het volgende vast tussen partijen.
2.2
Partijen zijn op 25 augustus 2005 in de Dominicaanse Republiek met elkaar in gemeenschap van goederen gehuwd.
2.3
In 2011 hebben partijen het recht van erfpacht tot 28 augustus 2057 op een perceel grond, gelegen te [plaats] in Aruba, kadastraal bekend als [kadastrale aanduidingen] (hierna: het perceel), gekocht, waarna zij op het perceel een woning hebben gebouwd. Het (juridisch eigendom van het) recht van erfpacht op het perceel is nog niet aan hen geleverd. Door de verkoper is aan partijen een onherroepelijke volmacht verleend om het recht van erfpacht op het perceel aan henzelf of een door hen aan te wijzen derde te leveren.
2.4
Het huwelijk tussen partijen is inmiddels door echtscheiding ontbonden.

3.DE VORDERING

3.1 [
Eiser] vordert in zijn inleidend verzoekschrift bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad (letterlijk weergegeven):
B. Gedaagde te bevelen om over te gaan tot de scheiding en deling van de ontbonden huwelijksgemeenschap waarbij de helft van de netto opbrengst daarvan tussen partijen wordt verdeeld;
B. Gedaagde te bevelen om mee te werken aan de juridische overdracht van het recht van erfpacht tot 28 augustus 2057 op een perceel domeingrond 500m2, gelegen te [plaats] in Aruba kadastraal bekend als [kadastrale aanduidingen];
C. te bepalen dat dit vonnis in de plaats treedt van de voor de juridische levering van het onroerend goed, vereiste toestemming van gedaagde;
D. een onafhankelijk taxateur in deze zaak te appointeren voor zover over kan worden gegaan tot taxatie van het onroerend goed gelegen te [plaats];
E. Gedaagde te dwingen tot het verlenen van toegang aan de taxateur tegen een dwangsom van Afl. 100,- per dag dat zij nalaat zijn medewerking te verlenen;
F. Gedaagde te veroordelen tot betaling aan eiser een bedrag aan opgelopen gebruiksvergoeding gelijk aan de helft van 4% van de jaarlijkse huurwaarde van het woonhuis sedert echtscheiding tot en met de dag van het in dezen te wijzen vonnis;
G. de hypotheek gevestigd door gedaagde te vernietigen, althans deze aan gedaagde toe te delen en eiser te ontslaan uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor deze lening;
G. Te bepalen dat voormelde onroerende zaak via een erkende makelaar op Aruba te koop zal worden aangeboden, zulks voor de periode van 6 maanden. Indien het onroerend goed niet binnen de periode van 6 maanden verkocht wordt, zal het onroerend goed middels openbaar verkoop tegenover een notaris worden verkocht;
H. Te bepalen dat voor zover gedaagde mocht nalaten mee te werken aan de scheiding en deling, danwel aan de overdracht van het onroerend goed, een door Uw Gerecht aan te wijzen deurwaarder de notariële akte in naam van de weigerende deelgenoot zal kunnen ondertekenen;
I. Te bepalen dat alle kosten betrekking hebbende op deze procedure, scheiding en deling, taxatierapport, notariële akte en andere kosten betrekking hebbende op de scheiding en deling en de afwikkeling daarvan, ten laste van de gemeenschap zullen komen,
J. gedaagde in de kosten van deze procedure te veroordelen.
3.2 [
Gedaagde] heeft verweer gevoerd en geconcludeerd tot afwijzing van het gevorderde. Tevens heeft zij gevorderd dat de economische rechten op het recht van erfpacht op het perceel te [plaats] aan haar worden toegedeeld en dat eiser, indien wordt beslist dat een gebruiksvergoeding is verschuldigd, wordt veroordeeld tot betaling aan [gedaagde] van de helft van de door haar vanaf 31 juli 2013 betaalde hypotheek en levens- en brandverzekering, kosten rechtens.
3.3
Op de stellingen van partijen wordt hierna – voor zover voor de uitspraak van belang – ingegaan.

4.DE BEOORDELING

4.1
Partijen zijn in de Dominicaanse Republiek gehuwd en gescheiden. Tussen hen is niet in geschil dat het recht van erfpacht op het perceel en de daarop gebouwde woning (hierna tezamen aan te duiden als: de woning) tot de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap behoren, alsmede dat het (juridische eigendom van het) recht van erfpacht op het perceel nog door de oorspronkelijke verkoper (krachtens volmacht) moet worden geleverd. Als onweersproken staat vast dat de woning niet (langer) met een hypothecaire geldlening is belast. Verder is ter zitting gebleken dat de vrouw inmiddels in gemeenschap van goederen is hertrouwd, zodat haar aandeel in de woning in deze tussen haar en haar huidige echtgenoot bestaande huwelijksgoederengemeenschap valt.
4.2
Tijdens de zitting hebben partijen over de wijze van verdeling van de woning overeenstemming bereikt. Gelet hierop behoeft de vraag naar het op de verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap toepasselijke recht geen bespreking. Partijen zijn als volgt overeengekomen:
- de woning zal door de makelaar [naam makelaar] worden getaxeerd. Partijen zullen hiertoe gezamenlijk opdracht geven en de kosten hiervan zullen door beide partijen naar evenredigheid worden gedragen.
- de door deze makelaar getaxeerde marktwaarde is tussen partijen bindend.
- de woning zal tegen deze getaxeerde marktwaarde aan [gedaagde] dan wel aan [eiser] worden toegedeeld, onder de verplichting de helft van deze waarde aan de ander te vergoeden.
- [ gedaagde] zal gedurende drie maanden na heden de gelegenheid krijgen om een akkoord van de bank te krijgen voor financiering van de toedeling van de woning aan haar. Indien zij de toedeling kan financieren, zal het aandeel van de man in de woning aan haar worden toegedeeld.
- Indien [gedaagde] niet binnen drie maanden na heden kan aantonen dat zij de toedeling van de woning aan haar kan financieren, zal de woning aan de man worden toegedeeld indien en voor zover de man op dat moment kan aantonen dat hij [gedaagde] uit de woning kan uitkopen.
- Indien ook de man de toedeling aan hem niet kan financieren, zal de woning via een aan [makelaar] te Aruba verbonden makelaar te koop worden aangeboden teneinde aan een derde te worden verkocht. In dat geval zal de verkoopopbrengst, na aftrek van de kosten, bij helfte tussen partijen worden verdeeld.
- Alle aan de verdeling en eventuele verkoop verbonden kosten, waaronder begrepen de kosten van de levering (krachtens volmacht) van het recht van erfpacht door de oorspronkelijke verkoper, zullen naar evenredigheid door partijen worden gedragen.
4.3
Gelet op deze overeenstemming zal dienovereenkomstig worden beslist.
4.4
De hiervoor in 3.1 onder E, F en de eerste G weergegeven vorderingen heeft [eiser] tijdens de zitting ingetrokken, zodat daarop niet meer hoeft te worden beslist. Ditzelfde geldt voor de (voorwaardelijk) door [gedaagde] gevorderde kosten van de hypotheek en levens- en brandverzekering.
4.5
Ter zitting heeft [eiser] gepersisteerd bij zijn vorderingen te bepalen dat [gedaagde] wordt bevolen mee te werken aan de levering van het recht van erfpacht op het perceel (de tweede vordering B), dat dit vonnis in de plaats treedt van de voor de juridische levering van (naar het Hof begrijpt:) het perceel vereiste toestemming van [gedaagde] (vordering C) en dat, mocht zij aan die levering of aan de scheiding en deling niet willen meewerken, dit vonnis in de plaats treedt van haar voor de levering vereiste toestemming en een deurwaarder wordt aangewezen die de notariële akte van levering zal kunnen ondertekenen (vordering H). Deze vorderingen worden (met toepassing van het Arubaans recht, krachtens artikel 4 van het Haags Huwelijksvermogensverdrag 1978, omdat partijen (blijkens de overgelegde producties) hun gewone verblijfplaats ten tijde van het huwelijk in Aruba hadden) afgewezen. [Gedaagde] heeft ter zitting verklaard mee te zullen werken aan de levering van het recht van erfpacht door de oorspronkelijke verkoper en aan de toedeling van de woning aan haar of aan [eiser] dan wel aan de verkoop van de woning. Gelet hierop zijn voor het oordeel dat [gedaagde] haar medewerking niet zal verlenen, onvoldoende aanknopingspunten gesteld of gebleken. Dat eerdere pogingen om tot een regeling te komen niet tot medewerking van [gedaagde] hebben geleid, is daarvoor onvoldoende. Ditzelfde geldt voor de omstandigheid dat [gedaagde] inmiddels is hertrouwd.
4.6
De slotsom van het voorgaande is dat de vorderingen worden toegewezen zoals hierna te vermelden en voor het overige (voor zover nog aan de orde) worden afgewezen.
4.7
Omdat partijen gewezen echtelieden zijn, zullen de proceskosten worden gecompenseerd, aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
5.1
stelt de wijze van verdeling van het tot de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap behorende recht van erfpacht op het perceel grond gelegen te [plaats] in Aruba en de daarop gebouwde woning vast op de wijze zoals hiervoor in 4.2 omschreven;
5.2
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.3
compenseert de proceskosten, aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt;
5.4
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.A.M. Tijhuis, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 20 april 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.