ECLI:NL:OGEAA:2022:101

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
5 april 2022
Publicatiedatum
13 mei 2022
Zaaknummer
AUA202103080
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-concurrentiebeding en de bescherming van bedrijfsdebiet in arbeidsrelaties

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, betreft het een geschil over de geldigheid en de toepassing van een non-concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst. De verzoekster in conventie, een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, heeft de werknemer, die in dienst was bij haar rechtsvoorganger, aangeklaagd wegens schending van het non-concurrentiebeding. De werknemer is na haar vertrek bij de vennootschap in dienst getreden bij Wendy's, een directe concurrent. De vennootschap vorderde onder andere betaling van een schadevergoeding en naleving van het beding.

De procedure omvatte een mondelinge behandeling waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. De rechter heeft vastgesteld dat het non-concurrentiebeding niet bedoeld is om werknemers te binden, maar om het bedrijfsdebiet van de werkgever te beschermen. De rechter oordeelde dat de enkele indiensttreding van de werknemer bij een concurrent niet automatisch leidt tot een aantasting van het bedrijfsdebiet van de vennootschap. Er is geen bewijs geleverd dat de werknemer essentiële informatie of kennis heeft die de concurrentiepositie van Wendy's ten opzichte van de vennootschap zou versterken.

Uiteindelijk heeft de rechter de vorderingen van de vennootschap afgewezen, omdat er geen aantasting van het bedrijfsdebiet is aangetoond. Tevens is de vennootschap niet-ontvankelijk verklaard in haar vorderingen tegen Wendy's, omdat er geen arbeidsovereenkomst tussen hen bestond. De proceskosten zijn toegewezen aan de zijde van de werknemer en Wendy's.

Uitspraak

Beschikking d.d. 5 april 2022
Behorend bij E.J. nr. AUA202103080
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
de vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[naam VBA],
te Aruba,
verzoekster in conventie, verweerster in voorwaardelijke reconventie,
hierna te noemen: [naam VBA],
gemachtigde: de advocaat mr. D.M. Canwood,
tegen:

1.[verzoekster in voorwaardelijke reconventie],

de naamloze vennootschap
2. ROTONDE FAST FOOD SERVICES N.V.,
beiden te Aruba,
verweersters in conventie, [verzoekster in voorwaardelijke reconventie] is verzoekster in voorwaardelijke reconventie,
hierna gezamenlijk te noemen: [verzoekster in voorwaardelijke reconventie] c.s., en afzonderlijk te noemen: [verzoekster in voorwaardelijke reconventie] en Wendy’s,
gemachtigde: de advocaat mr. A.E. Barrios.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, met producties;
- het verweerschrift van [verzoekster in voorwaardelijke reconventie] c.s. tevens houdende een zelfstandig tegenverzoek van [verzoekster in voorwaardelijke reconventie], met producties;
- producties zijdens partijen;
- de mondelinge behandeling van de zaak ter terechtzitting van 22 februari 2022.
1.2
Ter zitting zijn verschenen: [naam VBA] bij haar gemachtigde, vergezeld door de heer [naam directeur] (Directeur van [naam VBA]), [verzoekster in voorwaardelijke reconventie] samen met haar gemachtigde en Wendy’s bij haar gemachtigde, vergezeld door de heer [naam operations Manager] (
Operations Managervan Wendy’s) en de heer [naam HR Consultant] (
Human Resources Consultantvan Wendy’s). Partijen hebben bij wijze van re- en dupliek het woord gevoerd (beiden mede aan de hand van overgelegde en voorgedragen pleitaantekeningen) en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen.
1.3
Beschikking is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

in conventie en in voorwaardelijke reconventie
2.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende bestreden alsmede op grond van overgelegde producties voor zover niet of onvoldoende bestreden staat onder meer het volgende vast tussen partijen.
2.2 [
verzoekster in voorwaardelijke reconventie] is op 26 september 2011 in loondienst getreden van
All American Burger Corporation(de rechtsvoorganger van [naam VBA]), laatstelijk in de functie van
General Restaurant Employee.
2.3
Het non-concurrentiebeding in de niet door partijen ondertekende door [naam VBA] overgelegde arbeidsovereenkomst luidt voor zover van belang als volgt.
“ Non-Compete
39. Upon termination of the present employment agreement regardless of the reason or time the Employee will not work for any fast food hamburger restaurant for a period of two years on the Island of Aruba. For the purpose of this agreement the term “fast food hamburger restaurant” will be construed to mean any one or more restaurants that (a) has hamburgers or hamburger based products which account for 50% or more of total menu items or total gross sales, and (b) does not offer table service as the principal method of ordering or food delivery. For each day the Employee acts in violation of this clause the Employee will forfeit a compensation in favor of the Employer in the amount of one quarter (25%) of his/her last base salary at the Employer up to a maximum of twelve (12) months his/her last salary at the Employer, without the need of any warning on the side of the Employer or any judicial intervention, ïpso jure.”.
2.4 [
verzoekster in voorwaardelijke reconventie] is sinds 27 mei 2021 niet meer op haar werk bij [naam VBA] verschenen. Zij is op genoemde datum of kort daarna in dienst getreden van Wendy’s
,een directe concurrent van [naam VBA].
2.5 [
verzoekster in voorwaardelijke reconventie] is bij brief van 27 juli 2021 door [naam VBA] aangemaand om zich aan voormeld non-concurrentiebeding (hierna: het beding) te houden en om de in het beding vastgestelde vergoeding/boete aan [naam VBA] te betalen op grond van schending van het beding.
2.6 [
naam VBA] heeft Wendy’s bij diezelfde brief verzocht om zich per onmiddellijk geheel te onthouden van verder profiterend en onrechtmatig gedrag jegens haar. Wendy’s is verder erop gewezen dat [naam VBA] haar aansprakelijk houdt voor de door haar geleden en nog te lijden schade.
2.7 [
verzoekster in voorwaardelijke reconventie] c.s. hebben niet gereageerd op voormeld schrijven van [naam VBA].

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

in conventie
3.1 [
naam VBA] verzoekt het Gerecht - zo het begrijpt - om bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad:
a. [verzoekster in voorwaardelijke reconventie] c.s. te veroordelen om aan haar te betalen een bedrag gelijk aan 25% van het laatstgenoten loon van [verzoekster in voorwaardelijke reconventie], tot een maximum van een bedrag gelijk aan 12 maanden loon, met ingang van 27 mei 2021, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 juli 2021;
b. [verzoekster in voorwaardelijke reconventie] c.s. te bevelen om zich volledig te houden aan het beding;
c. [verzoekster in voorwaardelijke reconventie] c.s. te veroordelen om aan haar te betalen een onmiddellijk opeisbare dwangsom van Afl. 5.000,-- per dag of gedeelte daarvan dat [verzoekster in voorwaardelijke reconventie] c.s. dat bevel niet opvolgen;
d. iedere andere beslissing te nemen die het Gerecht billijk acht;
e. [verzoekster in voorwaardelijke reconventie] c.s. te veroordelen in de proceskosten.
3.2 [
verzoekster in voorwaardelijke reconventie] c.s. hebben verweer gevoerd en hebben geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek, dan wel ten aanzien van [verzoekster in voorwaardelijke reconventie] tot het nietig verklaren van het beding dan wel tot het vernietigen daarvan en tot het matigen van de door [naam VBA] verzochte schadevergoeding, met veroordeling van [naam VBA] in proceskosten.
in voorwaardelijke reconventie
3.3 [
verzoekster in voorwaardelijke reconventie] c.s. verzoeken het Gerecht - zo het begrijpt - voor het geval de conventionele vorderingen van [naam VBA] worden toegewezen om bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad [naam VBA] op de voet van het vijfde lid van artikel 7:653 BW te veroordelen om voor de duur van het beding aan [verzoekster in voorwaardelijke reconventie] een vergoeding te betalen gelijk aan het van toepassing zijnde minimumloon per maand, met veroordeling van [naam VBA] in de kosten van de procedure.
3.4 [
naam VBA] heeft verweer gevoerd dat strekt tot afwijzing van het door [verzoekster in voorwaardelijke reconventie] c.s. verzochte.

4.DE BEOORDELING

in conventie
ten aanzien van [verzoekster in voorwaardelijke reconventie]
4.1 [
naam VBA] heeft aan haar verzoek - zo begrijpt het Gerecht - het volgende ten grondslag gelegd. [verzoekster in voorwaardelijke reconventie] is tekort geschoten in de nakoming van haar verplichting voortvloeiende uit de arbeidsovereenkomst, meer in het bijzonder ter zake van het tussen partijen overeengekomen beding, en zij is daarom jegens [naam VBA] schadeplichtig. [verzoekster in voorwaardelijke reconventie] heeft immers met haar indiensttreding bij Wendy’s het beding overtreden en daarmee het door het beding beschermd belang van [naam VBA] geschaad. Wendy’s is jegens [naam VBA] schadeplichtig wegens wanprestatie dan wel onrechtmatige daad, omdat Wendy’s [verzoekster in voorwaardelijke reconventie] tijdens werktijd heeft benaderd en ertoe heeft bewogen om [naam VBA] te verlaten om vervolgens bij Wendy’s in dienst te treden. Wendy’s wist dat [verzoekster in voorwaardelijke reconventie] zich niet aan haar opzeggingstermijn heeft gehouden en Wendy’s wist dat de bedrijfsvoering van [naam VBA] met het vertrek van [verzoekster in voorwaardelijke reconventie] in het gedrang zou komen. Wendy’s beconcurreert [naam VBA] aldus op onrechtmatige wijze, aldus telkens [naam VBA]. Ter zake van die door [verzoekster in voorwaardelijke reconventie] c.s. gemotiveerd bestreden stellingen wordt het volgende overwogen.
4.3
Het Gerecht laat in het midden de beantwoording van de vraag of het beding rechtsgeldig is overeengekomen tussen partijen. Immers, zelfs indien er veronderstellenderwijs vanuit wordt gegaan dat partijen het beding rechtsgeldig zijn overeengekomen, zoals gesteld door [naam VBA] en bestreden door [verzoekster in voorwaardelijke reconventie], moeten de vorderingen van [naam VBA] worden afgewezen om de navolgende redenen. Daarbij wordt voorop gesteld dat in het algemeen geldt dat een non-concurrentiebeding niet bedoeld is om werknemers te binden, maar om het bedrijfsdebiet van de werkgever - de opgebouwde knowhow en goodwill - te beschermen.
4.4
Het enkele feit dat een werknemer in de uitoefening van zijn functie kennis en ervaring heeft opgedaan, betekent nog niet dat de werkgever bij het vertrek van die werknemer, en ook niet bij het vertrek van die werknemer naar een concurrent, in zijn bedrijfsdebiet is aangetast. Dat een werknemer bij zijn vertrek kennis en ervaring die is opgedaan bij zijn werkgever ‘meeneemt’ is inherent aan zijn vertrek. Dat de nieuwe werkgever profijt heeft van de kennis en ervaring van de werknemer is inherent aan het in dienst nemen van een werknemer met kennis en ervaring. Het non-concurrentiebeding biedt geen bescherming tegen het vertrek van een ervaren werknemer en tegen de indiensttreding van die werknemer bij een concurrent van de oude werkgever, maar alleen tegen de aantasting van het bedrijfsdebiet door zo’n overstap. Van zo’n aantasting zal bijvoorbeeld sprake zijn wanneer de betrokken werknemer door zijn functie op de hoogte is van essentiële relevante (commerciële en technische) informatie of van unieke werkprocessen en strategieën en hij deze kennis ten behoeve van zijn nieuwe werkgever kan gebruiken, waardoor de nieuwe werkgever in de concurrentieslag met de oude werkgever in het voordeel is, of bijvoorbeeld doordat de werknemer zo intensief samenwerkt met bepaalde klanten van de oude werkgever dat deze klanten overstappen naar diens nieuwe werkgever.
4.5
In het licht van vorenstaande verder is gesteld noch gebleken dat [verzoekster in voorwaardelijke reconventie] door haar functie bij [naam VBA] op de hoogte was/is van essentiële informatie die de concurrentiepositie van Wendy’s - met haar indiensttreding - ten opzichte van [naam VBA] versterkt. Verder is evenmin gesteld of gebleken dat [verzoekster in voorwaardelijke reconventie] over specifieke kennis met betrekking tot unieke werkprocessen en strategieën beschikt die zij ten behoeve van Wendy’s kan gebruiken en die haar in de concurrentieslag met [naam VBA] in het voordeel stelt. Onder deze omstandigheden is het Gerecht van oordeel dat de enkele omstandigheid dat [verzoekster in voorwaardelijke reconventie] bij een concurrerende onderneming in dienst is getreden, nog geen aantasting van enig bedrijfsdebiet van [naam VBA] oplevert. Dat [verzoekster in voorwaardelijke reconventie] tijdens haar dienstverband bij [naam VBA] is opgeleid om haar werkzaamheden te verrichten - zoals [naam VBA] dat heeft gesteld -, maakt het voorgaande niet anders, temeer nu niet is gesteld of gebleken dat zij in belangrijke mate heeft geïnvesteerd in de opleiding en deskundigheid van [verzoekster in voorwaardelijke reconventie]. Overigens geldt dat [verzoekster in voorwaardelijke reconventie] onbetwist heeft gesteld dat zij slechts een basistraining heeft gehad bij aanvang van haar dienstverband bij [naam VBA], welke basistraining zij ook bij de aanvang van haar werkzaamheden bij Wendy’s diende te volgen. Ook de stelling van [naam VBA], dat haar bedrijfsvoering in het gedrang is gekomen, nu zij vanwege de gelijktijdige uitdiensttreding van [verzoekster in voorwaardelijke reconventie] met nog een aantal andere collega’s zonder personeel is komen te zitten, kan haar niet baten, nu - zoals reeds hierboven is overwogen - een non-concurrentiebeding niet bedoeld is om werknemers te behouden.
4.6
Al het bovenstaande brengt mee dat de hiervoor onder a., b. en c. omschreven vorderingen van [naam VBA], die allen gegrond zijn op haar onjuiste stelling dat sprake is van aantasting van een belang dat door het beding (zo dat rechtsgeldig zou zijn overeengekomen tussen partijen) wordt beschermd, zullen worden afgewezen. Er zijn geen feiten of omstandigheden gesteld of gebleken die tot een ander oordeel kunnen leiden.
ten aanzien van Wendy’s
4.7
Ingevolge het tweede lid van artikel 429b Rv wordt in zaken betreffende een arbeidsovereenkomst, een agentuurovereenkomst of een collectieve arbeidsovereenkomst een beschikking (als de onderhavige) gegeven. Gesteld noch is gebleken dat tussen [naam VBA] en Wendy’s sprake is of was van een dergelijke overeenkomst. Dit temeer omdat in elk geval een arbeidsovereenkomst alleen tot stand kan komen tussen een werkgever en een natuurlijke persoon. Aldus komt niet vast te staan dat tussen [naam VBA] en Wendy’s sprake is van een zaak waarin een beschikking wordt gegeven. Dit brengt met zich dat [naam VBA] in deze procedure (waarin een beschikking wordt gegeven) niet-ontvankelijk zal worden verklaard in haar vorderingen voorzover gericht tegen Wendy’s.
4.8 [
naam VBA] zal, met betrekking tot [verzoekster in voorwaardelijke reconventie] als de in het ongelijk gestelde partij en met betrekking tot Wendy’s als de niet-ontvankelijk te verklaren partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [verzoekster in voorwaardelijke reconventie] c.s.. In de omstandigheid dat deze zaak ter zitting gelijktijdig werd behandeld met 3 identieke andere zaken met ieder gelijke processtukken als die in de onderhavige zaak ziet het Gerecht aanleiding om het normaal toe te kennen salaris voor de gemachtigde te delen door het aantal behandelde zaken, te weten 4. Aldus worden de door [naam VBA] te vergoeden proceskosten tot aan deze uitspraak begroot op (2.500,-- : 4 =) Afl. 625,-- aan salaris voor de gemachtigde (2/4 punten, tarief 5 ad Afl. 1.250,-- per punt).
in reconventie
4.9
Nu de conventionele vorderingen van [naam VBA] worden afgewezen, gaat de door [verzoekster in voorwaardelijke reconventie] gestelde voorwaarde voor het instellen van haar reconventionele vorderingen niet in vervulling. Aldus hebben de reconventionele vorderingen van [verzoekster in voorwaardelijke reconventie] te gelden als zijnde niet ingesteld.
4.1
Vorenstaande laat echter onverlet dat [naam VBA] reconventionele verdedigingswerkzaamheden heeft verricht en heeft mogen verrichten. Het Gerecht ziet daarin aanleiding om [verzoekster in voorwaardelijke reconventie] te veroordelen in de reconventionele proceskosten van [naam VBA]. In de omstandigheid dat deze zaak ter zitting gelijktijdig werd behandeld met 3 identieke andere zaken met ieder gelijke processtukken als die in de onderhavige zaak ziet het Gerecht aanleiding om het normaal toe te kennen salaris voor de gemachtigde te delen door het aantal behandelde zaken, te weten 4. Aldus worden de door [verzoekster in voorwaardelijke reconventie] te vergoeden proceskosten tot aan deze uitspraak begroot op (2.500,-- : 4 =) Afl. 625,-- aan salaris voor de gemachtigde (2/4 punten, tarief 5 ad Afl. 1.250,-- per punt).

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
in conventie
- wijst af het door [naam VBA] verzochte voorzover gericht tegen [verzoekster in voorwaardelijke reconventie];
- verklaart [naam VBA] niet-ontvankelijk in haar vorderingen voorzover gericht tegen Wendy’s;
- veroordeelt [naam VBA] in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [verzoekster in voorwaardelijke reconventie] c.s., tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 625,-- aan salaris voor de gemachtigde;
in reconventie
- veroordeelt [verzoekster in voorwaardelijke reconventie] in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [naam VBA], tot aan deze uitspraak eveneens begroot op Afl. 625,-- aan salaris voor de gemachtigde.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is in het openbaar uitgesproken op dinsdag 5 april 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.
Datum uitspraak: 5 april 2022
Instantie: Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Zaaknummer: EJ nr. AUA202103080
Inhoudsindicatie: Arbeid. Non-concurrentiebeding is niet bedoeld om werknemers te behouden.
Rechtsgebieden: Arbeid
Rechter: mr. A.H.M. Leur
Bijzondere kenmerken: