ECLI:NL:OGEAA:2021:97

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
25 maart 2021
Publicatiedatum
30 maart 2021
Zaaknummer
CVB nr. 2231 van 2016//AUA201601623
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
  • H.M. Dirksz
  • E. de Cuba
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen ingetrokken beslissing van de Sociale Verzekeringsbank

In deze zaak heeft de appellant, wonende te Aruba, beroep aangetekend tegen een beslissing van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) van 23 augustus 2016, waarbij hem een pensioenuitkering was toegekend met een korting van 75,6% op het volledige ouderdomspensioen. De SVB had vastgesteld dat appellant gedurende een bepaalde periode niet verzekerd was geweest. Op 13 oktober 2016 heeft de SVB deze beslissing herzien en een nieuwe pensioenuitkering toegekend met een korting van 62,64%.

Appellant heeft echter geen beroep aangetekend tegen deze herziene beslissing. In een brief van 2 september 2019 is appellant door het College in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over het al dan niet handhaven van zijn beroep, dat nu gericht was tegen de ingetrokken beslissing. Appellant heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.

De rechters overwegen dat het beroep van appellant zich richt tegen een beslissing die niet meer bestaat, aangezien de SVB de eerdere beslissing heeft ingetrokken. Hierdoor is er geen procesbelang meer voor appellant. Het College van Beroep heeft daarom besloten het beroep niet-ontvankelijk te verklaren. Deze uitspraak is gedaan op 25 maart 2021 door de voorzitter en twee leden van het College, en tegen deze beslissing staat geen hoger beroep open.

Uitspraak

Uitspraak van 25 maart 2021
behorende bij CVB nr. 2231 van 2016//AUA201601623
COLLEGE VAN BEROEP
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
inzake de Landsverordening algemene ouderdomsverzekering (LvAOV) van
[Appellant],
wonende te Aruba, aan de [adres],
APPELLANT,
procederende in persoon.
tegen de beslissing van 23 augustus 2016 van
DE SOCIALE VERZEKERINGSBANK,
gevestigd te Aruba,
VERWEERDER, hierna ook te noemen: de bank,
gemachtigde: de advocaat mr. M.D. Tromp.

1.HET PROCESVERLOOP

1.1
Bij beslissing van 23 augustus 2016 (hierna: de bestreden beslissing) heeft de bank met ingang van 1 augustus 2016 aan appellant, met toepassing van 75,6% korting op het volledige ouderdomspensioen, een pensioenuitkering toegekend van Afl. 265,- per maand, onder vaststelling dat appellant gedurende de periode van 18 juli 1970 tot en met 26 maart 2006 niet verzekerd is geweest.
1.2
Hiertegen heeft appellant op 12 september 2016 schriftelijk beroep aangetekend.
1.3
Bij beslissing van 13 oktober 2016 heeft de bank appellant bericht dat de bestreden beslissing is herzien en dat aan hem met ingang van 1 augustus 2016, met toepassing van 62,64% korting, een pensioenuitkering wordt toegekend van Afl. 405,- per maand, onder vaststelling dat appellant gedurende verschillende periodes gelegen tussen 18 juli 1970 en 27 maart 2006 niet verzekerd is geweest.
1.4
Bij brief van 2 september 2019 is appellant door het College in de gelegenheid gesteld om zich schriftelijk uit te laten over het al dan niet handhaven van zijn beroep, die thans gericht is tegen een ingetrokken beslissing. Appellant heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.
2.OVERWEGINGEN
2.1
Het onderhavige beroep richt zich tegen de beslissing van de bank van 23 augustus 2016, die bij beslissing van 13 oktober 2016 is herzien. Aangenomen dient dan ook te worden dat de thans bestreden beslissing met de herziening is ingetrokken. Zulks wordt ook bevestigd door de gemachtigde van de bank bij brief van 18 oktober 2016. Tegen de herziene beslissing is appellant niet in beroep gegaan.
2.2
Nu de bank de bestreden beslissing heeft ingetrokken, dient het onderhavige beroep, dat gericht is tegen een niet meer bestaande beslissing, niet-ontvankelijk te worden verklaard wegens het ontbreken van enig procesbelang.
2.3
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

3.DE BESLISSING

Het college van beroep:
- verklaart het beroep van appellant niet-ontvankelijk.
Aldus gegeven op 25 maart 2021 door mr. N.K. Engelbrecht, voorzitter, H.M. Dirksz en E. de Cuba, leden, in tegenwoordigheid van de secretaris.
Tegen deze beslissing staat geen hoger beroep open.