ECLI:NL:OGEAA:2021:89

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
16 maart 2021
Publicatiedatum
29 maart 2021
Zaaknummer
AUA202000513
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Omgangsregeling tussen vader en kind in het kader van het familierecht

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 16 maart 2021 een beschikking gegeven met betrekking tot de omgangsregeling tussen een vader en zijn minderjarige kind. De vader, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. G.L. Griffith, heeft verzocht om een omgangsregeling met zijn kind, dat door de moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. C.J. Hart, wordt verzorgd. De procedure volgde op een eerdere beschikking van 23 juni 2020, waarin de Voogdijraad was verzocht om onderzoek te doen naar de omgangsrechten van de vader. Tijdens de mondelinge behandeling op 12 januari 2021 zijn beide ouders verschenen, samen met de raadsonderzoeker van de Voogdijraad.

De rechter heeft vastgesteld dat het verzoek van de vader gegrond is op artikel 1:377a van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, dat het recht op omgang tussen kinderen en niet met het gezag belaste ouders waarborgt. De Voogdijraad had in een rapport van 10 november 2020 een omgangsregeling voorgesteld, welke ter zitting is besproken. De rechter heeft benadrukt dat het in het belang van het kind is om contact te hebben met de niet-verzorgende ouder, en dat de verantwoordelijkheid voor de omgangsregeling primair bij de verzorgende ouder ligt.

De beschikking bepaalt dat de vader zijn wekelijkse werkschema van tevoren aan de moeder moet doorgeven en dat de omgangsregeling als volgt is vastgesteld: doordeweeks op de twee vrije dagen van de vader na school tot 18.00 uur, en in het weekend op vrije zaterdagen en zondagen met specifieke tijden. De moeder is ook toegelaten om kosteloos te procederen, en de proceskosten worden gecompenseerd. De beschikking wijst het meer of anders verzochte af.

Uitspraak

Beschikking van 16 maart 2021
behorend bij EJ nr. AUA202000513
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak tussen:
[verzoeker],
wonende in Aruba,
VERZOEKER, hierna te noemen, de vader,
gemachtigde:de advocaat mr. G.L. Griffith,
en
[verweerster],
wonende in Aruba,
VERWEERSTER, hierna te noemen: de moeder,
gemachtigde: de advocaat mr. C.J. Hart.
Belanghebbende:
[naam minderjarige], de minderjarige,
geboren op [geboortedatum] in Aruba,

1.HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Het eerdere verloop van de procedure blijkt uit de beschikking van dit gerecht van 23 juni 2020, waarbij de Voogdijraad is verzocht om onderzoek in te stellen teneinde de vraag te beantwoorden of en zo ja op welke wijze invulling dient te worden gegeven aan het omgangsrecht van de man.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het rapport van de Voogdijraad van 10 november 2020,
- de mondelinge behandeling ter zitting van 12 januari 2021, waar zijn verschenen de moeder in persoon en bijgestaan door haar gemachtigde, de vader bij zijn gemachtigde voornoemd en de raadsonderzoeker van de Voogdijraad, mevrouw [naam raadsonderzoeker].
De uitspraak is bepaald op heden.
2.DE VERDERE BEOORDELING
2.1
Aan de orde is het verzoek van de man een omgangsregeling tussen hem en de minderjarige vast te stellen.
2.2
Bij beschikking van 15 september 2020 heeft het gerecht de man vervangende toestemming verleend om de minderjarige te erkennen. Ter zitting van 12 januari 2021 heeft de moeder te kennen gegeven dat de erkenning nog niet heeft plaatsgevonden. Het gerecht gaat ervan uit dat de man voor zover hij de minderjarige ondertussen nog niet heeft erkend, dit alsnog binnen afzienbare tijd zal doen. Hij zal hierna daarom dan ook met vader worden aangeduid.
2.3
Het verzoek van de vader is kennelijk gegrond op artikel 1:377a van het Burgerlijk Wetboek van Aruba. Ingevolge die bepaling hebben de kinderen en de niet met het gezag belaste ouder recht op omgang met elkaar. Het recht op omgang wordt door de rechter slechts ontzegd wanneer een van de in het derde lid genoemde gevallen zich voordoet. Dat een van die gevallen zich in dit geval voordoet, is niet gebleken.
2.4
De Voogdijraad heeft in zijn rapport van 10 november 2020 een omgangsregeling tussen de vader en de minderjarige voorgesteld. Dit voorstel is ter zitting met partijen besproken.
2.5
Uitgangspunt is dat het in het algemeen in het belang van een kind is te achten dat het contact heeft met de niet-verzorgende ouder en in beginsel hebben beiden ook recht op omgang met elkaar. Verder geldt dat, vooral bij jonge kinderen zoals in dit geval, de verantwoordelijkheid voor een omgangsregeling tussen het kind en de niet-verzorgende ouder, primair bij de verzorgende ouder ligt.
Het gerecht ziet gelet op het verhandelde ter zitting aanleiding om een duidelijke en concrete omgangsregeling tussen de vader en de minderjarige vast te stellen. Een vastgestelde omgangsregeling tussen de vader en de minderjarige brengt met zich mee de verplichting voor de vader jegens de minderjarige en de moeder om zich aan de omgangsregeling te houden, en de verplichting voor de moeder jegens de vader en de minderjarige om de omgang tussen hen niet te belemmeren. Hierbij geldt dat deze omgangsregeling door partijen in overleg met elkaar kan worden uitgebreid, en dat bij de uitvoering van de omgangsregeling enige flexibiliteit van de ouders mag worden verwacht.
2.6
Gelet op het door de moeder overgelegde bewijs van onvermogen van 11 augustus 2020, zal aan haar toelating worden verleend om kosteloos te procederen.
2.7
De proceskosten zullen worden gecompenseerd.

3.DE BESLISSING

Het gerecht:
- verleent de moeder toelating om kosteloos te procederen,
- bepaalt de omgangsregeling tussen de vader en de minderjarige, mits de vader zijn wekelijkse werkschema van tevoren aan de moeder doet toekomen, als volgt:
* doordeweeks: op de twee vrije dagen van de vader, vanaf ‘s middags na school tot 18.00u, waarbij de vader de minderjarige van school ophaalt en hem ’s avonds thuisbrengt,
* in het weekend: op de vrije zaterdagen, van 10.00u tot 15.00 uur of van 15.00u tot 20.00u, door partijen nader overeen te komen,
op de vrije zondagen: van 10.00u tot 19.00u,
waarbij de vader de minderjarige telkens thuis ophaalt en weer thuisbrengt.
compenseert de proceskosten aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt,
wijst het meer of anders verzochte af,
Deze beschikking is gegeven door , rechter in dit gerecht, ter zitting van dinsdag 16 maart 2021 in tegenwoordigheid van de griffier.
Datum uitspraak: 16 maart 2021
Instantie: Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Zaaknummer: EJ nr. AUA202000513
Inhoudsindicatie: Omgang vader en kind.
Formele relaties (optioneel):
Rechtsgebieden: Civiel, familierecht
Rechter: mr. N.K. Engelbrecht
Bijzondere kenmerken: