ECLI:NL:OGEAA:2021:89
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- N.K. Engelbrecht
- Rechtspraak.nl
Omgangsregeling tussen vader en kind in het kader van het familierecht
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 16 maart 2021 een beschikking gegeven met betrekking tot de omgangsregeling tussen een vader en zijn minderjarige kind. De vader, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. G.L. Griffith, heeft verzocht om een omgangsregeling met zijn kind, dat door de moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. C.J. Hart, wordt verzorgd. De procedure volgde op een eerdere beschikking van 23 juni 2020, waarin de Voogdijraad was verzocht om onderzoek te doen naar de omgangsrechten van de vader. Tijdens de mondelinge behandeling op 12 januari 2021 zijn beide ouders verschenen, samen met de raadsonderzoeker van de Voogdijraad.
De rechter heeft vastgesteld dat het verzoek van de vader gegrond is op artikel 1:377a van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, dat het recht op omgang tussen kinderen en niet met het gezag belaste ouders waarborgt. De Voogdijraad had in een rapport van 10 november 2020 een omgangsregeling voorgesteld, welke ter zitting is besproken. De rechter heeft benadrukt dat het in het belang van het kind is om contact te hebben met de niet-verzorgende ouder, en dat de verantwoordelijkheid voor de omgangsregeling primair bij de verzorgende ouder ligt.
De beschikking bepaalt dat de vader zijn wekelijkse werkschema van tevoren aan de moeder moet doorgeven en dat de omgangsregeling als volgt is vastgesteld: doordeweeks op de twee vrije dagen van de vader na school tot 18.00 uur, en in het weekend op vrije zaterdagen en zondagen met specifieke tijden. De moeder is ook toegelaten om kosteloos te procederen, en de proceskosten worden gecompenseerd. De beschikking wijst het meer of anders verzochte af.