ECLI:NL:OGEAA:2021:77

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
23 februari 2021
Publicatiedatum
11 maart 2021
Zaaknummer
AUA202000762
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gezamenlijk gezag over minderjarige toegewezen aan ouders na beoordeling van communicatie en geschiktheid

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 23 februari 2021 uitspraak gedaan over het verzoek van de vader om gezamenlijk gezag te verkrijgen over zijn minderjarige zoon, geboren in 2017. De moeder heeft zich tegen dit verzoek verzet. De Voogdijraad heeft in een rapport geadviseerd om het gezag gezamenlijk toe te kennen, waarbij zij benadrukt dat de minderjarige recht heeft op zorg en opvoeding door beide ouders. De vader is actief betrokken in het leven van de minderjarige en de omgangsregeling verloopt goed, hoewel de minderjarige nog moet wennen aan de vader.

Het gerecht heeft de communicatieproblemen tussen de ouders beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet zo ernstig zijn dat gezamenlijke gezagsuitoefening onmogelijk is. Ondanks dat de communicatie niet optimaal is, zijn de ouders in staat om belangrijke beslissingen over hun kind gezamenlijk te nemen. Het gerecht heeft vastgesteld dat de ouders geschikt zijn om de minderjarige te verzorgen en op te voeden, en dat zij in staat zijn om op een respectvolle manier met elkaar te communiceren.

Daarom heeft het gerecht besloten om het gezag over de minderjarige gezamenlijk aan de ouders toe te kennen. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De beslissing is genomen door rechter N.K. Engelbrecht, ter zitting van 23 februari 2021.

Uitspraak

Beschikking van 23 februari 2021
Behorend bij EJ nr. AUA202000762
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
[Naam verzoeker],
wonende in Aruba, te [Adres],
VERZOEKER, hierna de vader,
in persoon,
tegen
[Naam verweerster],
wonende in Aruba,
VERWEERSTER, hierna de moeder,
gemachtigde: de advocaat mr. V.A.V. Carlo.
belanghebbende:
[Naam belanghebbende], geboren op [geboortedatum] 2017 in Aruba,
de zoon.

1.DE VERDERE PROCEDURE

Het eerdere verloop van de procedure blijkt uit de beschikking van 7 juli 2020, waarbij de Voogdijraad is verzocht onderzoek in te stellen naar de sociale omstandigheden van partijen ter beantwoording van de vraag of een onaanvaardbaar risico bestaat dat de minderjarige klem of verloren zal raken tussen de ouders indien zij het gezag gezamenlijk zouden uitoefenen.
De verdere procedure blijkt uit:
  • het rapport van de Voogdijraad, ingediend op 26 oktober 2020,
  • de mondelinge behandeling ter zitting met gesloten deuren van 8 december 2020, waar zijn verschenen de vader in persoon en de moeder in persoon en bijgestaan door haar gemachtigde, en voor de Voogdijraad, mevrouw [raadsonderzoeker].
  • de schriftelijke reactie (op aantekeningen van de moeder) zijdens de vader, ingediend op 26 januari 2021.
De uitspraak is bepaald op heden.
2.DE VERDERE BEOORDELING

Gezag

2.1
Aan de orde is het verzoek van de vader om gezamenlijk met de moeder met het gezag over de minderjarige te worden belast. De moeder heeft zich tegen dit verzoek verzet.
2.2
De Voogdijraad heeft geadviseerd de ouders gezamenlijk met het gezag te belasten. Volgens de Voogdijraad heeft de minderjarige er recht op door beide ouders te worden verzorgd, opgevoed en onderhouden en zijn de ouders wel degelijk in staat om gezamenlijke beslissingen te nemen in het belang van de minderjarige, zolang zij hun persoonlijke geschillen en of invloeden van derden aan de kant zetten. De vader is betrokken in het leven van de minderjarige en de band tussen hen is goed. Beide ouders geven te kennen dat de omgangsregeling tussen de vader en de minderjarige goed verloopt, maar dat de minderjarige nog moet wennen aan de vader en zijn omgeving.
2.3
Het gerecht overweegt als volgt.
Het ouderlijk gezag omvat op grond van artikel 1:247 BW de plicht en het recht van de ouder zijn minderjarig kind te verzorgen en op te voeden. Onder verzorging en opvoeding worden mede verstaan de zorg en de verantwoordelijkheid voor het geestelijk en lichamelijk welzijn van het kind, en het bevorderen van de ontwikkeling van zijn persoonlijkheid. Het ouderlijk gezag brengt een aantal bevoegdheden met zich die nodig zijn voor de in voormeld kader te nemen beslissingen, waarbij gedacht moet worden aan zaken als de schoolkeuze, medische behandelingen of levensbeschouwelijke aangelegenheden. In geval van gezamenlijk gezag dienen dergelijke beslissingen tezamen met de andere gezaghebbende ouder te worden genomen. Voor het uitoefenen van gezamenlijk gezag is dan ook vereist, dat de ouders in feite in staat zijn tot een behoorlijke gezagsuitoefening en dat zij beslissingen van enig belang over hun kind in gezamenlijk overleg kunnen nemen, althans tenminste in staat zijn vooraf afspraken te maken over situaties die zich rond het kind kunnen voordoen en wel zodanig dat het kind niet klem of verloren zal raken tussen de ouders.
In het geval dat de ouders niet (meer) samenleven en niet of moeizaam communiceren, kan dat zelfs betekenen dat, waar nodig, de verzorgende ouder die beslissingen kan nemen die voor het dagelijkse leven of de veiligheid van (spoedeisend) belang zijn voor het kind en dat de niet-verzorgende ouder deze beslissingen niet blokkeert. Ook is het van belang dat ouders die niet in staat zijn de strijd met elkaar te staken, in ieder geval in staat zijn het kind buiten die strijd te houden.
2.4
Op grond van de stukken in het dossier en het verhandelde ter zitting is naar het oordeel van het gerecht niet gebleken dat de communicatieproblemen tussen de ouders dermate structureel en ernstig van aard zijn dat de ouders niet in staat moeten worden geacht tot een behoorlijke gezamenlijke gezagsuitoefening. Weliswaar is gebleken dat de communicatie tussen partijen nog steeds niet optimaal is en/of stroef verloopt, maar het ontbreken van een goede communicatie tussen de ouders brengt niet zonder meer mee dat in het belang van een kind het ouderlijk gezag aan één van de ouders moet worden toegekend. Daarbij neemt het gerecht in aanmerking dat de ouders kennelijk in staat zijn om – al is het alleen via Whatsapp – met elkaar te communiceren omtrent zaken die de minderjarige aangaan. Het gerecht acht de ouders geschikt en in staat de minderjarige naar behoren te verzorgen en op te voeden. Voorts worden zij in staat geacht om zodanig met elkaar te communiceren dat zij tot onderlinge afspraken kunnen komen over de situaties die zich rond de minderjarige kunnen voordoen. Dit houdt onder andere in dat partijen op een beleefde en geduldige manier met elkaar communiceren, zonder elkaar van alles en nog wat te verwijten en elkaar over en weer te beledigen. Van de ouders mag verwacht worden dat zij zich daarvoor zullen inzetten en het gerecht acht hen daartoe in staat.
2.5
In het belang van de minderjarige zal het gerecht daarom de ouders gezamenlijk belasten met het gezag over hem.
Proceskosten
2.6
Het gerecht ziet in de aard van de procedure en de relatie tussen partijen aanleiding om de kosten van deze procedure te compenseren, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
2.7
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
bepaalt dat de vader, [naam verzoeker], voortaan gezamenlijk met de moeder [naam verweerster], het gezag over de minderjarige, [naam belanghebbende], geboren op [geboortedatum] 2017 in Aruba, zal uitoefenen,
compenseert de kosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, ter zitting van dinsdag 23 februari 2021 in aanwezigheid van de griffier.