In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 23 februari 2021 uitspraak gedaan over het verzoek van de vader om gezamenlijk gezag te verkrijgen over zijn minderjarige zoon, geboren in 2017. De moeder heeft zich tegen dit verzoek verzet. De Voogdijraad heeft in een rapport geadviseerd om het gezag gezamenlijk toe te kennen, waarbij zij benadrukt dat de minderjarige recht heeft op zorg en opvoeding door beide ouders. De vader is actief betrokken in het leven van de minderjarige en de omgangsregeling verloopt goed, hoewel de minderjarige nog moet wennen aan de vader.
Het gerecht heeft de communicatieproblemen tussen de ouders beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet zo ernstig zijn dat gezamenlijke gezagsuitoefening onmogelijk is. Ondanks dat de communicatie niet optimaal is, zijn de ouders in staat om belangrijke beslissingen over hun kind gezamenlijk te nemen. Het gerecht heeft vastgesteld dat de ouders geschikt zijn om de minderjarige te verzorgen en op te voeden, en dat zij in staat zijn om op een respectvolle manier met elkaar te communiceren.
Daarom heeft het gerecht besloten om het gezag over de minderjarige gezamenlijk aan de ouders toe te kennen. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De beslissing is genomen door rechter N.K. Engelbrecht, ter zitting van 23 februari 2021.