In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft Layex Trading N.V. een kort geding aangespannen tegen twee gedaagden, die een huurovereenkomst hebben gesloten voor een bedrijfsruimte waarin zij een bar en restaurant exploiteren. Layex vordert ontruiming van de bedrijfsruimte en betaling van een aanzienlijke huurachterstand. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 16 juni 2022 werd ingediend, gevolgd door mondelinge behandelingen op 6 en 14 juli 2022. De gedaagden hebben verweer gevoerd, maar de spoedeisendheid van de vorderingen is niet betwist.
Het gerecht heeft vastgesteld dat er een huurachterstand is ontstaan, waarbij Layex stelt dat de maandelijkse huur Afl. 3.604,-- bedraagt, terwijl de gedaagden beweren dat dit bedrag lager is. Het gerecht heeft geoordeeld dat Layex voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de huurachterstand ten minste zes maanden bedraagt. De gedaagden hebben ook een borgsom van Afl. 105.000,-- genoemd, maar dit is door Layex bestreden en niet onderbouwd.
Het gerecht heeft de vordering tot ontruiming toegewezen, met een termijn van veertien dagen voor de gedaagden om de bedrijfsruimte te verlaten. Daarnaast zijn de gedaagden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van een voorschot op de achterstallige huur en kosten voor vuilophaal, evenals de proceskosten. De gevorderde dwangsom is afgewezen, omdat Layex voldoende mogelijkheden heeft om de ontruiming te effectueren zonder deze maatregel. Het vonnis is uitgesproken door mr. J.A. van Voorthuizen op 20 juli 2022.