ECLI:NL:OGEAA:2021:686

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
6 december 2021
Publicatiedatum
9 februari 2022
Zaaknummer
AUA202100976
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.E.B. de Haseth
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen afwijzing aanvraag loonsubsidie door Sociale Verzekeringsbank

In deze zaak heeft de naamloze vennootschap ONE HAPPY BAR N.V. beroep ingesteld tegen de afwijzing van haar aanvraag om loonsubsidie voor de maand juni 2020 door de Sociale Verzekeringsbank (SVB). De directeur van de SVB had op 2 maart 2021 het bezwaar van appellante ongegrond verklaard, omdat de aanvraag volgens verweerder te laat was ingediend. Appellante betwistte dit en stelde dat de aanvraag op 5 juni 2020 via het SVB-portaal was ingediend. Tijdens de zitting op 1 november 2021 werd de zaak behandeld, waarbij beide partijen vertegenwoordigd waren door hun gemachtigden.

Het gerecht overwoog dat de loonsubsidie op aanvraag wordt toegekend en dat de werkgever de aanvraag binnen een bepaalde termijn moet indienen. Verweerder stelde dat de aanvraag op 23 juni 2020 was ingediend, wat buiten de gestelde termijn viel. Appellante voerde aan dat haar belastingadviseur de aanvraag op 5 juni 2020 had ingediend, maar het gerecht oordeelde dat appellante niet voldoende had aangetoond dat de aanvraag correct en tijdig was ingediend. De enkele verklaring van de belastingadviseur was niet voldoende om aan te tonen dat de aanvraag daadwerkelijk was ingediend.

Het gerecht concludeerde dat de belastingadviseur waarschijnlijk per abuis had nagelaten om op de knop “indienen” te klikken, waardoor de aanvraag niet tijdig was ingediend. De uitspraak van het gerecht was dat het beroep ongegrond werd verklaard, en beide partijen kregen de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.

Uitspraak

Uitspraak van 6 december 2021
Lar nr. AUA202100976

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:
de naamloze vennootschap
ONE HAPPY BAR N.V.,
gevestigd in Aruba,
APPELLANTE,
gemachtigde: de advocaat mr. D.W. Ormel,
gericht tegen:

de Minister van Financiën, Economische Zaken en Cultuur,

zetelend in Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: mr. C.L. Geerman (DWJZ).

PROCESVERLOOP

Bij onderscheiden e-mailberichten van 23 juni en 3 juli 2020 heeft de directeur van de Sociale Verzekeringsbank (SBV) de belastingadviseur van appellante te kennen gegeven dat geen aanvraag om verlening van loonsubsidie voor de maand juni 2020 is ingediend.
Daartegen heeft appellante op 11 augustus 2020 bezwaar gemaakt.
Bij beschikking van 2 maart 2021 heeft de directeur van de SVB, kennelijk namens verweerder, het bezwaar ongegrond verklaard.
Daartegen heeft appellante op 9 april 2021, aangevuld op 28 mei 2021, beroep ingesteld.
Verweerder een verweerschrift ingediend.
Het gerecht heeft de zaak ter zitting behandeld op 1 november 2021, waar partijen, vertegenwoordigd door hun gemachtigden, zijn verschenen.
De uitspraak is bepaald op heden.

OVERWEGINGEN

1. Ingevolge artikel 7 van de Ministeriële Regeling van verweerder van 13 mei 2020 nummer 681/20 (hierna: de Loonsubsidieregeling) wordt de loonsubsidie op aanvraag toegekend. De werkgever dient een aanvraag voor loonsubsidie in door middel van een door de minister van Financiën, Economische Zaken en Cultuur beschikbaar gesteld formulier, uitsluitend nadat de werkgever hiertoe een uitnodiging heeft ontvangen van de Sociale Verzekeringsbank. Het formulier is beschikbaar gesteld op
https://misvb.svbaruba.org. De aanvraag voor loonsubsidie geschiedt per maand en kan worden ingediend van dag 1 tot en met 10 van de desbetreffende maand, met uitzondering van de aanvraag voor de maand mei 2020, waar de aanvraag kan worden ingediend van 7 mei tot en met 12 mei 2020, aldus die bepaling.
2. Ter zitting heeft verweerder desgevraagd te kennen gegeven dat de beschikking van 2 maart 2021, waarbij hij het door appellante gemaakte bezwaar ongegrond heeft verklaard, strekt tot afwijzing van de aanvraag om toekenning van loonsubsidie voor de maand juni 2020. Aan die afwijzing heeft verweerder ten grondslag gelegd dat de aanvraag op 23 juni 2021 is ingediend, derhalve buiten de daarvoor in artikel 7 van de Loonsubsidieregeling gestelde termijn.
3. Appellante betoogt dat verweerder zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat de aanvraag om toekenning van loonsubsidie voor de maand juni 2020 buiten de daarvoor gestelde termijn is ingediend. Daartoe voert zij aan dat de aanvraag op 5 juni 2020 via het SVB-portaal is ingediend, nu haar belastingadviseur op het aanvraagformulier de desbetreffende gegevens heeft ingevuld en geüpload, en vervolgens op de knop “indienen” heeft geklikt. Appelante verwijst in dit verband naar een door haar overgelegde schermafdruk, waarop is te zien dat ten aanzien van de aanvraag om toekenning van loonsubsidie voor de maand juni 2020 in de aanvraagstatus in het SVBportaal is vermeld “aanvraag”. Indien geoordeeld zou moeten worden dat de aanvraag niet op 5 juni 2020 bij de SVB is ingekomen, dan is dat of te wijten aan fouten in het SVB-portaal, ofwel dienen onduidelijkheden in het gebruik van dat portaal voor rekening van verweerder te komen, aldus appellante.
3.1.1 Dit betoog faalt. Daartoe overweegt het gerecht als volgt.
Zoals hiervoor is overwogen, wordt ingevolge de Loonsubsidieregeling loonsubsidie op aanvraag toegekend en dient een aanvraag om toekenning van loonsubsidie door middel van een aanvraagformulier op het SVB-portaal te worden ingediend, uiterlijk de tiende dag van de desbetreffende maand.
3.1.2 Verweerder heeft in het verweerschrift en ter zitting ten aanzien van de werking en systematiek van het SVB-portaal het volgende te kennen gegeven. Via het SVBportaal kunnen aanvraagformulieren worden ingevuld. Verweerder heeft een schermafdruk van een aanvraagformulier in het SVB-portaal overgelegd, waarop is te zien dat de aanvrager daarop eerst gegevens kan invullen, vervolgens een handtekeningenformulier kan uploaden en de te verwachten omzetdaling kan invullen, de verklaring dat het formulier naar waarheid is ingevuld en toestemming aan SVB wordt verleend om informatie te gebruiken kan aanvinken, en ten slotte op de knop “indienen” kan klikken. In het geval dat een aanvraagformulier is ingevuld, wordt in de aanvraagstatus vermeld “aanvraag.” Zolang nog niet op de knop “indienen” is geklikt, kan de aanvraag nog worden gewijzigd, aldus verweerder, hetgeen ook op het aanvraagformulier, vlak boven de knop “indienen” is vermeld. Nadat de aanvrager op de knop “indienen” klikt, wordt in de aanvraagstatus vermeld “ingediend”, en indien, ten slotte, de aanvraag is ingewilligd, wordt in de aanvraagstatus vermeld “goedgekeurd.” Ter onderbouwing hiervan heeft verweerder een schermafdruk van geanonimiseerde aanvragen overgelegd, waarop als aanvraagstatus zowel “aanvraag” als “ingediend” zijn vermeld, en een schermafdruk van de aanvragen van appellante over het tweede kwartaal van 2020, waarop is te zien dat als aanvraagstatus van de aanvraag voor juni 2020 is vermeld “aanvraag”, en op die van onder meer mei en juli 2020 “goedgekeurd.” Indien een aanvrager niet op de knop “indienen” klikt, krijgt de SVB geen melding dat een aanvraag is ingediend, en wordt geen ontvangstbevestiging aan betrokkene verzonden, aldus verweerder.
3.1.3 Niet in geschil is dat (de belastingadviseur van) appellante op 5 juni 2020 het aanvraagformulier via de SVBportaal heeft ingevuld. In geschil is of appellante de aanvraag vervolgens op die dag heeft ingediend, en daarmee of zij heeft voldaan aan de in de Loonsubsidieregeling gestelde vereisten dat een aanvraag op de daarin omschreven wijze en binnen de daarin bepaalde termijn wordt ingediend. Het is aan appellante, als aanvrager van loonsubsidie, om aan te tonen dat zij voldoet aan de gestelde vereisten om in aanmerking te komen voor loonsubsidie. Het gerecht acht door appellante niet aannemelijk gemaakt dat dat het geval is. De enkele stelling dat haar belastingadviseur heeft verklaard dat hij na in het invullen van het aanvraagformulier op de knop “indienen” heeft geklikt is daartoe onvoldoende. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat appellante niet heeft gesteld dat de aanvraagstatus op enig moment is veranderd in “ingediend”, hetgeen ook in lijn is met de door partijen overgelegde schermafdrukken, waarop steeds als aanvraagstatus “aanvraag” te zien is. Dat dit het gevolg zou zijn van een fout in het SVB-portaal, zoals appellante betoogt, heeft zij voorts onvoldoende toegelicht. Appellante heeft niet aangevoerd dat zij een foutmelding heeft ontvangen, of anderszins aanknopingspunten aangereikt waaruit enig mankement aan het SVB-portaal valt af te leiden. Dat het systeem onduidelijk is, zoals appellante nog betoogt, is eveneens onvoldoende toegelicht. Zoals hiervoor onder 3.1.2 is overwogen, is op het aanvraagformulier, onderin, nadat alle stappen zijn gevolgd, een knop “indienen” opgenomen. Die duidelijk weergegeven knop, in samenhang met de waarschuwing daarboven dat nadat een verzoek is ingediend, dit niet meer gewijzigd kan worden, kan niet anders dan voor een aanvrager tot een conclusie leiden dan dat met het aanklikken van die knop een aanvraag definitief wordt. Bovendien heeft appellante de aanvraag voor de maand, voorafgaand aan die waarop dit geschil ziet, wel op de juiste wijze ingediend, evenals alle aanvragen nadien.
3.1.4 Onder al deze omstandigheden acht het gerecht aannemelijk dat de belastingadviseur van appellante – hoogstwaarschijnlijk per abuis – bij het invullen van het aanvraagformulier op 5 juni 2020 heeft nagelaten op de knop “indienen” te klikken, waardoor deze aanvraag niet tijdig en correct is ingediend, als bedoeld in artikel 7 van de Loonsubsidieregeling. Dit behoort voor rekening en risico van appellante te komen, in aanmerking genomen het vorenoverwogene dat door haar niet aannemelijk is gemaakt dat sprake was van een fout in het SVB-portaal, dan wel dat dit systeem voor de gemiddelde gebruiker zodanig onduidelijk was, dat een dergelijke omissie niet aan de gebruiker kan worden toegerekend.
4. Het beroep is ongegrond.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
verklaart het beroep ongegrond.
Deze beslissing werd gegeven door mr. M.E.B. de Haseth, rechter in dit gerecht, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op maandag 6 december 2021 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na dagtekening van deze uitspraak hoger beroep instellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (LAR-zaken).
Het hogerberoepschrift moet worden ingediend bij de griffie van dit Gerecht.
U wordt verzocht bij het indienen van het hogerberoepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hogerberoepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hogerberoepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de dag van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is een griffierecht van Afl. 75 verschuldigd.