In deze zaak heeft de naamloze vennootschap ONE HAPPY BAR N.V. beroep ingesteld tegen de afwijzing van haar aanvraag om loonsubsidie voor de maand juni 2020 door de Sociale Verzekeringsbank (SVB). De directeur van de SVB had op 2 maart 2021 het bezwaar van appellante ongegrond verklaard, omdat de aanvraag volgens verweerder te laat was ingediend. Appellante betwistte dit en stelde dat de aanvraag op 5 juni 2020 via het SVB-portaal was ingediend. Tijdens de zitting op 1 november 2021 werd de zaak behandeld, waarbij beide partijen vertegenwoordigd waren door hun gemachtigden.
Het gerecht overwoog dat de loonsubsidie op aanvraag wordt toegekend en dat de werkgever de aanvraag binnen een bepaalde termijn moet indienen. Verweerder stelde dat de aanvraag op 23 juni 2020 was ingediend, wat buiten de gestelde termijn viel. Appellante voerde aan dat haar belastingadviseur de aanvraag op 5 juni 2020 had ingediend, maar het gerecht oordeelde dat appellante niet voldoende had aangetoond dat de aanvraag correct en tijdig was ingediend. De enkele verklaring van de belastingadviseur was niet voldoende om aan te tonen dat de aanvraag daadwerkelijk was ingediend.
Het gerecht concludeerde dat de belastingadviseur waarschijnlijk per abuis had nagelaten om op de knop “indienen” te klikken, waardoor de aanvraag niet tijdig was ingediend. De uitspraak van het gerecht was dat het beroep ongegrond werd verklaard, en beide partijen kregen de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.