ECLI:NL:OGEAA:2021:669
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.E.B. de Haseth
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening inzake bijstandsuitkering
In deze zaak heeft de verzoeker, wonend in Aruba, een verzoek ingediend tot het treffen van een voorlopige voorziening op basis van artikel 54 van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar). Dit verzoek volgde op de afwijzing van zijn aanvraag voor een bijstandsuitkering door de Minister van Sociale Zaken en Arbeid op 13 oktober 2021. De verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat hij stelt dat de afwijzing hem onevenredig nadeel zou toebrengen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 24 november 2021 behandeld, waarbij de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren. De rechter overweegt dat de afwijzing van de bijstandsaanvraag is gebaseerd op het feit dat de verzoeker geen gezinshoofd is en bij zijn werkende ouders woont. De verzoeker heeft niet aangetoond dat hij voldoet aan de vereisten voor bijstandsverlening, zoals gesteld in het Landsbesluit bijstandsverlening.
De rechter heeft geconcludeerd dat het verzoek tot schorsing van de beschikking van 13 oktober 2021 en het verzoek om bijstandsverlening niet kan worden toegewezen, omdat de verzoeker zijn stellingen niet heeft onderbouwd. De rechter wijst het verzoek af en stelt dat er geen grond is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M.E.B. de Haseth en is uitgesproken op 8 december 2021, waarbij tegen deze uitspraak geen rechtsmiddel openstaat.