ECLI:NL:OGEAA:2021:664
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- N.K. Engelbrecht
- Rechtspraak.nl
Verzoek om dwangsom in bestuursrechtelijke procedure inzake vergunning gezinshereniging
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, hebben verzoekers, [Verzoekster 1] en [Verzoeker 2], een verzoek ingediend op basis van artikel 53 van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) om een dwangsom op te leggen aan de minister van Justitie, Veiligheid en Integratie. Dit verzoek volgde op een eerdere uitspraak van het gerecht op 5 oktober 2020, waarin de fictieve afwijzing van hun bezwaar tegen de afwijzing van een vergunning voor gezinshereniging werd vernietigd. De minister werd opgedragen om binnen drie maanden een reële beslissing te nemen op het bezwaar van verzoekers.
Op 7 januari 2021 dienden verzoekers hun verzoek in, en de zaak werd op 7 juni 2021 mondeling behandeld. De minister, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. J. Paula, diende op verzoek van het gerecht op 21 juni 2021 nadere stukken in. De uitspraak werd uiteindelijk gedaan op 22 november 2021.
Het gerecht overwoog dat de minister op 2 maart 2021 opnieuw had beslist op de vergunningsaanvraag van [Verzoekster 1], waarmee hij gevolg had gegeven aan de eerdere uitspraak. Aangezien verzoekers geen belang meer hadden bij de procedure, werd het verzoek om dwangsom afgewezen. De rechter, mr. N.K. Engelbrecht, sprak de beslissing uit tijdens een openbare zitting, waarbij werd vastgesteld dat tegen deze uitspraak geen rechtsmiddel openstaat.