ECLI:NL:OGEAA:2021:662

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
18 oktober 2021
Publicatiedatum
20 januari 2022
Zaaknummer
AUA202101464
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om dwangsom op grond van artikel 53 van de Lar in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gaat het om een verzoek van de verzoekster, vertegenwoordigd door Freddy Rafael Barreto, tegen de Minister van Justitie, Veiligheid en Integratie, vertegenwoordigd door mr. N.R. Sneek. De verzoekster had eerder een beroep gedaan op het gerecht, dat op 18 januari 2021 een uitspraak deed waarbij het uitblijven van een beschikking op haar bezwaar werd vernietigd. De minister werd opgedragen om binnen drie maanden een nieuwe beslissing te nemen. Op 3 mei 2021 diende de verzoekster een nieuw verzoek in op basis van artikel 53 van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar), waarin zij vroeg om een dwangsom op te leggen aan de minister voor het niet tijdig nemen van een beslissing.

De minister heeft op 16 augustus 2021 een verweerschrift ingediend en daarbij een beschikking overgelegd die op 13 augustus 2021 was gedateerd. De verzoekster heeft aangegeven haar beroep niet in te trekken en heeft aangekondigd bezwaar te maken tegen de beschikking van 13 augustus 2021. De rechter heeft in zijn overwegingen uiteengezet dat, volgens artikel 53 van de Lar, de verzoekster recht heeft op een vergoeding of een dwangsom als het bestuursorgaan niet tijdig handelt. De rechter concludeert echter dat de minister op 13 augustus 2021 een reële beslissing heeft genomen, waardoor het belang van de verzoekster bij deze procedure is komen te vervallen.

Uiteindelijk heeft de rechter het beroep van de verzoekster niet-ontvankelijk verklaard. Deze uitspraak werd gedaan door mr. A.J. Martijn en vond plaats op 18 oktober 2021. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

Uitspraak van 18 oktober 2021
Lar nr. AUA202101464
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:
[Verzoekster],
wonende in Aruba,
VERZOEKSTER,
gemachtigde: Freddy Rafael Barreto,
gericht tegen:
de Minister van Justitie, Veiligheid en Integratie,
zetelende in Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: mr. N.R. Sneek (DIMAS).

1.PROCESVERLOOP

Bij uitspraak van dit gerecht van 18 januari 2021 (LAR AUA202000863) heeft het gerecht onder meer het met een afwijzende beschikking gelijkgestelde uitblijven van een beschikking op het gemaakte bezwaar vernietigd en bepaald dat verweerder binnen een termijn van drie maanden na dagtekening van deze uitspraak een nieuwe beslissing dient te nemen op het bezwaar van verzoekster.
Op 3 mei 2021 heeft verzoekster onderhavig verzoek op grond van artikel 53 van de Lar ingediend.
Verweerder heeft op 16 augustus 2021 een verweerschrift ingediend. Bij dat verweerschrift is een op 13 augustus 2021 gedagtekende beschikking op het verzoek om een verblijfsvergunning van 2 juli 2019 overgelegd.
Bij akte van 20 augustus 2021 heeft verzoekster te kennen gegeven haar beroep niet zal intrekken. Ook heeft zij daarbij te kennen gegeven tegen de beschikking van 13 augustus 2021 een bezwaarprocedure te zullen instellen.
Uitspraak is bepaald op heden.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Ingevolge artikel 53, eerste lid, van de Lar kan, indien het bestuursorgaan niet binnen de daarvoor gestelde termijn voldoet aan artikel 51, de wederpartij bij het gerecht een verzoek indienen tot toekenning van een vergoeding ten laste van het Land dan wel een verzoek om het bestuursorgaan te verplichten alsnog gevolg te geven aan de uitspraak. Ingevolge het tweede lid, voor zover thans van belang, kan bij de beslissing op dit verzoek worden bepaald dat het bestuursorgaan aan de wederpartij een dwangsom verbeurt voor iedere dag dat het in gebreke blijft aan de beslissing te voldoen.
2.2
Het verzoek strekt ertoe om verweerder door middel van het opleggen van een dwangsom overeenkomstig artikel 53, tweede lid, van de Lar te verplichten gevolg te geven aan de uitspraak van 18 januari 2021.
2.3
Verweerder heeft op 13 augustus 2021 een reële beslissing genomen op het bezwaar van verzoekster. Hiermee heeft verweerder voldaan aan de uitspraak van het gerecht van 18 januari 2021. Hierdoor is het belang van verzoekster bij deze procedure komen te vervallen.

3.BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze beslissing werd gegeven door mr. A.J. Martijn, rechter in dit gerecht, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op maandag 18 oktober 2021 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.