ECLI:NL:OGEAA:2021:649
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering afgifte verklaring omtrent gedrag op basis van strafblad en bezwaren
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 21 oktober 2021 uitspraak gedaan in een klaagschrift van een klager die verzocht om afgifte van een verklaring omtrent het gedrag. De klager had zijn verzoek ingediend na een eerdere afwijzing door de aangewezen ambtenaar op 26 augustus 2021. De klager, die in persoon procedeerde, stelde dat hij fouten had begaan maar zijn leven wilde beteren en dat hij zonder de verklaring niet kon werken als 'tourguide'. De aangewezen ambtenaar, mr. J.W. Klamer, had echter bezwaren tegen de klager, omdat deze op 11 oktober 2019 was veroordeeld tot een gevangenisstraf van 398 dagen voor deelname aan een criminele organisatie die betrokken was bij de handel in verdovende middelen.
Het gerecht heeft de zaak behandeld in raadkamer op 6 oktober 2021 en heeft de klager in persoon gehoord. In de overwegingen van de uitspraak werd het wettelijk kader uiteengezet, waarbij onder andere werd ingegaan op de voorwaarden waaronder een verklaring omtrent het gedrag kan worden afgegeven. Het gerecht oordeelde dat de aangewezen ambtenaar op goede gronden had besloten om de verklaring te weigeren, gezien de aard en ernst van het strafbare feit van de klager. De rechter concludeerde dat de bezwaren tegen de klager zodanig waren dat de afgifte van de verklaring niet kon worden verleend, en verklaarde de klacht ongegrond.
De beslissing werd genomen door mr. drs. M.M. de Werd, en tegen deze beschikking staat geen hoger beroep open, zoals bepaald in artikel 28, derde lid, van de Landsverordening justitiële documentatie en op de verklaringen omtrent het gedrag (Lv VOG).