ECLI:NL:OGEAA:2021:647
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om dwangsom op basis van artikel 53 van de Landsverordening administratieve rechtspraak
In deze zaak heeft de minister van Justitie, Veiligheid en Integratie, als verweerder, het asielverzoek van de verzoeker afgewezen. De verzoeker heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het bestuursorgaan heeft niet tijdig op dit bezwaar beslist. De verzoeker heeft vervolgens beroep ingesteld tegen de fictieve beslissing op bezwaar, waarna het gerecht op 23 november 2020 heeft bepaald dat het bestuursorgaan binnen drie maanden een reële beslissing moest nemen. Op 19 januari 2021 heeft de verzoeker een verzoek ingediend op grond van artikel 53 van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar), waarin hij verzocht om een dwangsom op te leggen aan de verweerder voor het niet tijdig nemen van een beslissing.
De zaak is behandeld op 27 september 2021, maar partijen zijn niet verschenen. Het gerecht heeft overwogen dat het bestuursorgaan niet heeft voldaan aan de uitspraak van 23 november 2020, en heeft besloten dat de verweerder alsnog binnen drie maanden na de uitspraak een beslissing moet nemen op het bezwaar van de verzoeker. Tevens is er een dwangsom opgelegd van Afl. 500,- per dag voor elke dag dat de verweerder in gebreke blijft, met een maximum van Afl. 25.000,-. Daarnaast is de verweerder veroordeeld tot betaling van de kosten van rechtskundige bijstand aan de verzoeker, begroot op Afl. 175,-.
De uitspraak is gedaan door mr. A.J. Martijn en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 8 november 2021. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.