ECLI:NL:OGEAA:2021:646

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
1 november 2021
Publicatiedatum
17 januari 2022
Zaaknummer
AUA202100955
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Openbaarheid van bestuur en bezwaar tegen uitblijven beslissing

In deze zaak heeft de appellant, wonend in Aruba, beroep ingesteld tegen het uitblijven van een beslissing op zijn bezwaar dat hij had ingediend naar aanleiding van een verzoek om openbaarmaking op grond van de Landsverordening openbaarheid van bestuur (de Lob). Het verzoek was gericht aan de Minister van Justitie, Veiligheid en Integratie, en betrof de criteria die de DIMAS hanteert voor de selectie van asielaanvragen. Appellant had op 8 oktober 2020 een verzoek ingediend, maar ontving geen tijdige reactie. Hierop heeft hij op 25 november 2020 bezwaar gemaakt tegen het uitblijven van een beschikking. Toen ook hierop geen beslissing volgde, heeft hij op 8 april 2021 beroep ingesteld bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba.

De zitting vond plaats op 18 oktober 2021, waarbij appellant in persoon verscheen, maar de verweerder niet. Het gerecht heeft vastgesteld dat er geen verweerschrift was ingediend en dat de verweerder niet was verschenen, wat betekent dat er geen reële beslissing op het bezwaar was genomen. Het gerecht oordeelde dat het uitblijven van een beslissing gelijkgesteld moet worden met een afwijzende beslissing, maar dat deze niet gemotiveerd was. Daarom kon deze niet in stand blijven.

De rechter heeft het beroep gegrond verklaard, de bestreden fictieve afwijzende beslissing vernietigd en bepaald dat de verweerder binnen drie maanden na de uitspraak een reële beslissing moet nemen op het bezwaar van appellant. Tevens is gelast dat het door appellant gestorte griffierecht van Afl. 25,- aan hem wordt terugbetaald. De uitspraak is gedaan door mr. A.J. Martijn en is openbaar uitgesproken op 1 november 2021.

Uitspraak

Uitspraak van 1 november 2021
Lar nr. AUA202100955

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:

[appellant],

wonend in Aruba,
APPELLANT,
procederend in persoon,
gericht tegen:

DE MINISTER VAN JUSTITIE, VEILIGHEID EN INTEGRATIE,

zetelend in Aruba,
VERWEERDER.

PROCESVERLOOP

Bij brief, op 8 oktober 2020 gefaxt aan verweerder, heeft appellant verweerder verzocht om openbaarmaking krachtens de Landsverordening openbaarheid van bestuur (de Lob) van documentatie waaruit blijkt welke criteria de DIMAS hanteert ten aanzien van de selectie van asielaanvragen die in aanmerking komen voor een behandeling op grond van artikel 19, eerste lid, van het Toelatingsbesluit, waarbij de toetsingsperiode achtentwintig dagen bedraagt.
Tegen het uitblijven van een beschikking op dat verzoek heeft appellant op 25 november 2020 bezwaar gemaakt (bezwaar).
Tegen het uitblijven van een beschikking op het bezwaar heeft appellant op 8 april 2021 beroep ingesteld (beroep).
Het gerecht heeft de zaak ter zitting behandeld op 18 oktober 2021. Appellant is in persoon verschenen. Verweerder is, hoewel daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, niet verschenen.
De uitspraak is bepaald op heden.

OVERWEGINGEN

1.1
Het gerecht overweegt dat appellant tijdig in beroep is gekomen tegen het uitblijven van een beslissing op zijn bezwaarschrift.
1.2
Verweerder heeft geen verweerschrift ingediend en is, hoewel daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, niet verschenen. Het gerecht stelt aldus vast dat ten tijde van het sluiten van het onderzoek nog geen reële beslissing op het bezwaar is genomen. Verweerder is daartoe wel verplicht. Ingevolge artikel 23, tweede lid, van de Lar wordt het uitblijven van een beslissing gelijkgesteld met een afwijzende beslissing. Nu deze afwijzende beslissing niet is gemotiveerd, kan deze niet in stand blijven.
1.3
Beslist wordt daarom als volgt.

BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
verklaart het beroep gegrond;
vernietigt de bestreden fictieve afwijzende beslissing op het bezwaar van appellant;
bepaalt dat verweerder binnen drie maanden na dagtekening van deze uitspraak een reële beslissing dient te nemen op het bezwaar van appellant;
gelast dat het door appellant gestorte griffierecht van Afl. 25,- aan hem wordt terugbetaald.
Deze beslissing is gegeven door mr. A.J. Martijn, rechter in dit gerecht, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op maandag 1 november 2021, in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na dagtekening van deze uitspraak hoger beroep instellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (LAR-zaken).
Het hogerberoepschrift moet worden ingediend bij de griffie van dit Gerecht.
U wordt verzocht bij het indienen van het hogerberoepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hogerberoepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hogerberoepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de dag van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is een griffierecht van Afl. 75 verschuldigd.