ECLI:NL:OGEAA:2021:646
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Openbaarheid van bestuur en bezwaar tegen uitblijven beslissing
In deze zaak heeft de appellant, wonend in Aruba, beroep ingesteld tegen het uitblijven van een beslissing op zijn bezwaar dat hij had ingediend naar aanleiding van een verzoek om openbaarmaking op grond van de Landsverordening openbaarheid van bestuur (de Lob). Het verzoek was gericht aan de Minister van Justitie, Veiligheid en Integratie, en betrof de criteria die de DIMAS hanteert voor de selectie van asielaanvragen. Appellant had op 8 oktober 2020 een verzoek ingediend, maar ontving geen tijdige reactie. Hierop heeft hij op 25 november 2020 bezwaar gemaakt tegen het uitblijven van een beschikking. Toen ook hierop geen beslissing volgde, heeft hij op 8 april 2021 beroep ingesteld bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba.
De zitting vond plaats op 18 oktober 2021, waarbij appellant in persoon verscheen, maar de verweerder niet. Het gerecht heeft vastgesteld dat er geen verweerschrift was ingediend en dat de verweerder niet was verschenen, wat betekent dat er geen reële beslissing op het bezwaar was genomen. Het gerecht oordeelde dat het uitblijven van een beslissing gelijkgesteld moet worden met een afwijzende beslissing, maar dat deze niet gemotiveerd was. Daarom kon deze niet in stand blijven.
De rechter heeft het beroep gegrond verklaard, de bestreden fictieve afwijzende beslissing vernietigd en bepaald dat de verweerder binnen drie maanden na de uitspraak een reële beslissing moet nemen op het bezwaar van appellant. Tevens is gelast dat het door appellant gestorte griffierecht van Afl. 25,- aan hem wordt terugbetaald. De uitspraak is gedaan door mr. A.J. Martijn en is openbaar uitgesproken op 1 november 2021.